Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kijkkast (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kijkkast
Afbeelding van KijkkastToon afbeelding van titelpagina van Kijkkast

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

Scans (11.60 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kijkkast

(1932)–Emiel Fleerackers–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 105]
[p. 105]

Testament van Maarten Tjoelen

 
In naam des Heeren en zijn Kruis,
 
hier, in het Oude-Mannenhuis,
 
dag van vandaag, - en in het juist
 
en zeker voorgevoelen
 
van mijnen dood en dat mijn end
 
al vóór mijn deur staat of omtrent,
 
schrijf ik mijn eenig Testament,
 
ik, Maarten Tjoelen.
 
 
 
Ik doe nu lijk een Koning doet,
 
als Pietje dood hem in 't gemoed
 
komt kittlen en beleefd hem groet:
[pagina 106]
[p. 106]
 
-‘Ei, koning, deel uw landen!
 
en laat uw kroon uw erven na’...
 
Zoo, voelend dat ik sterve dra,
 
vol hoop, dat ik verwerven ga
 
uit 's Heeren handen,
 
 
 
een schooner kroon, een wijder land,
 
dan die een konings voorhoofd spant
 
of dat beheerscht wordt door zijn hand, -
 
ik ga mijn stede' en staten
 
uitdeelen en mijn ganschen boel;
 
en 'k zweer, dat Koning Maarten Tjoel
 
zoo handelt met alleen voor doel:
 
zijn zielebate.
 
 
 
Mijn ziel vooreerst... Mijn ziel, helaas!...
 
Zoo dikwijls speelde de ezel baas
 
en ging op distelding te graas
 
in 't kraantje Krol en Krytman...
 
Toen was 't een kwestie van finans;
 
maar 'k zie de dingen beter thans...
 
en Heer! vergeef het heel en gansch...
 
Ik heb er spijt van.
 
 
 
Daarbij, ik heb mijn schuld gebiecht;
 
en 't boekske, dik en dun, beticht
 
en al wat ik heb uitgericht
 
van sedert mijn geboorte.
 
Ga, ziel!... Ik waschte u net en schoon;
 
en, Sinte-Maarten, uw patroon,
 
staat u gereed al met een kroon
 
bij 's Hemels Poorte.
 
 
 
Dat's voor mijn ziel. - En nu, mijn lijf!
 
Oud ezeltje, nu duf en stijf
 
van 't rotsend bul-en-been-bedrijf,
[pagina 107]
[p. 107]
 
mank tusschen manke berries,
 
'k voel dat ge rust van noode hebt...
 
Rust, lijf! - Maar als het Oordeel klept,
 
dan daadlijk, hoor! weer opgerept!
 
Kom rap weer herris!
 
 
 
Ook nu, te boorde van mijn graf,
 
'k vergeef aan allen: Rijken Staf,
 
die me eens 'nen slechten gulden gaf...
 
'k Had juist geen brood om te eten!
 
En ook aan Jane Pakt-het-Breed,
 
die, lijk het heel de wereld weet,
 
mij valsche concurrentie deed...
 
Jaan, 't is vergeten.
 
 
 
Adieu! de burgers en 't geboert,
 
waarmee 'k affairen heb gevoerd!
 
En heb ik ooit u iet misroerd,
 
ik vraag vergiffenisse!...
 
Alsook die dame van fatsoen,
 
die me in de doeken wilde doen,
 
en zwoer: ‘'t is zijde’ - en 't was katoen.
 
'ne Mensch kan missen.
 
 
 
Mijn schatten... Ei! 't En is niet veel.
 
'k En hebbe timmer noch kateel;
 
Mijn bullekarke en mijn gareel...
 
ik peins, dat 's hoop en alles.
 
Wel... 't zij voor Jane Pakt-het-Breed,
 
die, wel is waar, me dingen deed;
 
maar nu, 'k vergeef hem en vergeet,
 
nu 't paard op stal is.
 
 
 
In 't onderschuifke van mijn kast
 
ligt vier frank vijftig, juist gepast,
 
die 'k u, Mijnheer Pastoor, belast
[pagina 108]
[p. 108]
 
te deelen in drie paarten
 
twee franken voor mijn zielemis,
 
'n half frankske voor mijn neefje Cis.
 
Cis, neem het als gedenkenis
 
van Nonkel Maarten.
 
 
 
Het geld dan, dat nog over is,
 
zij voor een tweede zielemis:
 
te intentie van een zot-jocris
 
die vol gelijk een(......)
 
met Carnaval op strate lag,
 
en uit zijn oogen niet meer zag
 
en zonder biecht, al met 'nen slag
 
stierf, in mijn karke.
 
 
 
***
 
 
 
Zelf nagezien. Eén woord gevraagd.
 
En wie 't behaagt of niet behaagt,
 
ik wenschte dat het niemand waagt
 
hiermee te frutsefroelen...
 
En straffe Ons-Heer hem, die 't bekuisch!...
 
Voldaan in 't Oude-Mannenhuis.
 
Mijn naam eronder en een Kruis:
 
† Maarten Tjoelen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken