Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit de ouwe speeldoos... (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit de ouwe speeldoos...
Afbeelding van Uit de ouwe speeldoos...Toon afbeelding van titelpagina van Uit de ouwe speeldoos...

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.69 MB)

Scans (10.30 MB)

ebook (2.81 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

verhalen
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit de ouwe speeldoos...

(1932)–Emiel Fleerackers–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

Vogelnesten

 
o 't Nobel volk der nestebouwers!
 
dat, naar het weer- en windgeweld,
 
de plaatse vindt, de plannen velt,
 
en dan met schoft en schouwers
 
te bouwen valt en sleurt en sjouwt...
 
o 't Volk, dat nesten bouwt!
 
 
 
Ze staan gedeeld, gelang de veders,
 
gelang de kleur van kleed en kiel,
 
eenieder in zijn eigen stiel:
 
zoo metsers, wevers, smeders,
 
staan ieder in zijn eigen gild,
 
met eigen zang en schild.
 
 
 
En ieder bouwt naar stiel en keuze,
 
zijn eigen dak en deftigheid;
 
maar musschen in de mutserdmijt,
 
en zwaluws tegen de euze,
 
bij vogels ook geldt eigen heerd
 
een gouden wereld weerd.
[pagina 75]
[p. 75]
 
Aanschouwt me merel metselare,
 
die taai de taaie kleie steekt,
 
de modder en de mortel breekt,
 
en met een peerdenhaire
 
de wallen opstijft van zijn nest
 
tot onverslijtbre vest.
 
 
 
Een mandemaker wielewale!
 
die in 't getakte een korfke vlecht
 
en 't korfke binnenzijde belegt
 
met zijdons zevenmale;
 
't zou ijzer vriezen dat geen kou
 
zijn kinders deren zou.
 
 
 
En nachtegale muzikale;
 
die met een gulden stemme ruischt
 
en op een hoopke blaren huist...
 
o schamel idealen!
 
Ze meublen 't harte schoon en rijk -
 
en slapen op den dijk...
 
 
 
Alleen de koekoe... vagebonde!
 
Geen havezaat, geen huis, geen hoop
 
Hij zit op anders goed te stroop.
 
Ei, vogels! Trekt te ronde!
 
En simpel niet den keerl betrouwd,
 
die zelf geen nes te bouwt!Ga naar voetnoot(*)
 
 
 
En nu, de smeders, boomeblekkers,
 
de steenebakkers, metselaars,
 
de schaliedekkers, plaasteraars,
 
de tapissiers en plekkers,
 
steekt nu den meitak op de tin
 
en viert het huisjen in!
[pagina 76]
[p. 76]
 
En zonder kast en kapitale,
 
ge zit nu steêvast op uw goed;
 
ge teert op rijken overvloed
 
en laat den boer betalen;
 
en waar de boer de schooven scheert,
 
gij fluit hem uit - en teert!
 
 
 
Maar lacy! 't is niet al te fluiten,
 
te rakkren in het blijde bosch!...
 
straks dijt een staatge burger los
 
uit elk dier straatschavuiten.
 
Tijd gaat al aan - en gij gaat mee!
 
en zoo, van lieverlee
 
 
 
het leven raakt vol ernstigheden,
 
en koken blijft geen kinderspel...
 
Gij, moeder-gaaikes, weet het wel,
 
die 't stoofke moet besteden
 
en zuinig sparen op het spit,
 
zoo 't nest vol bekjes zit.
 
 
 
En gij, de man, houd op te fluiten!
 
en smeer uw moed en armen in;
 
daar moet gescharreld om 't gewin;
 
't moet suiker op beschuiten,
 
siroop van malsche maaien zijn
 
en zoete roosmarijn.
 
 
 
Gij, paarke, zult uw kinders voeden,
 
van af den diepen dageraad
 
tot waar de zonne zinkens staat...
 
En 's nachts nog, mat en moede,
 
ge zit, gevleugeld over 't kroost,
 
en waakt, tot bij den oost
[pagina 77]
[p. 77]
 
ze weeral kraaien om de boter! -
 
Toch, met geduld en werkzaamheid,
 
ze krijgen veerkes met den tijd;
 
die veerkens worden grooter...
 
Maar - wordt het spel er beter om?
 
Laas! met den ouderdom
 
 
 
is 't kooike een beetje zot geworden;
 
en 't groote voor, en 't kleine lest,
 
nu gaan ze - en laten 't oudernest.
 
Dat 's wet; dat zit in de orde;
 
en elk gaat nestien op zijn hout:
 
gekloosterd of getrouwd.
 
 
 
Elk bouwt zijn huis, zijn have en schouwkes;
 
en ver zit ouder, kroost en kind...
 
Maar Die de vogels miek en mint,
 
- ik weet! - hij maakt voor de ouwkes
 
den winter warm en 't sterven licht
 
na de afgedane plicht.
voetnoot(*)
Cfr. Eccles. XXXVI, 28) -

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken