Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Focquenbroch. Bloemlezing uit zijn lyriek (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Focquenbroch. Bloemlezing uit zijn lyriek
Afbeelding van Focquenbroch. Bloemlezing uit zijn lyriekToon afbeelding van titelpagina van Focquenbroch. Bloemlezing uit zijn lyriek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.98 MB)

Scans (1.59 MB)

ebook (2.76 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Editeur

Willem Frederik Hermans



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Focquenbroch. Bloemlezing uit zijn lyriek

(1946)–Willem G. van Focquenbroch, Willem Frederik Hermans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 50]
[p. 50]

Bewijs van maagdom

Aan Juffer N.N.
 
1.
 
Indien dat d'aangename roozen,
 
Die jeugdig op haar telgen bloozen,
 
Wiens verf het keurig oog behaagt,
 
Den tytel waardig zyn van maagd,
 
Zo mag men, even als de bloemen,
 
Die vrouwen ook wel maagden noemen,
 
Die, als met varsch ontloken blaân,
 
Gelyk als gy, noch bloejend staan.
 
 
 
2.
 
De bloem, zodra hy zich laat plukken,
 
Ziet straks zyn maagdom van zich rukken:
 
Straks kwyntze als over dit verlies,
 
En hangt verlept gelyk een bies;
 
Daarom, wyl 't maagdom in de vrouwen
 
Als dat van bloemen is te houwen,
 
Zeg, waarom zyt gy niet verlept,
 
Indien gy d'uwe niet meer hebt?
 
 
 
3.
 
Indien men alle zoort van enten
 
Mag maagden noemen in de lente,
 
Eer dat haar maagdom met haar ooft
 
Haar in de herfst noch wordt ontrooft;
 
Zo mag men u ook maagd verklaaren,
 
Die in de lente van uw jaaren
 
Die herfst noch nimmer hebt beleeft,
 
Waar in een vrouw haar vruchten geeft.
[pagina 51]
[p. 51]
 
4.
 
Indien een bouland, of een akker,
 
(Die zelfs als wel doorspit, en wakker
 
Doorploegt is door en weder door)
 
Zo lang als hy noch uit zyn voor
 
Geen oogst heeft van zijn zaad gegeven,
 
Een maagdom toe mag zyn geschreven,
 
Zo ly, dat men 't u ook toeschryft,
 
Aan wien dei bou noch niet beklyft.
 
 
 
5.
 
In 't end, indien een schoorsteen maagd is,
 
Die nooit nog wel ter deeg gevaagd is,
 
Zo zyt gy 't ook; want Fok zyn roe
 
Die, lykt het, deugd daar weinig toe.
 
Gy zyt dan maagd, gelyk een ooven
 
Daar nooit goet deeg wiert ingeschooven
 
Of die niet naer den eisch gestookt,
 
Zyn vulzel nimmer gaar en kookt.
 
 
 
6.
 
In 't end, jy bent dan maagd (God beter)
 
En zo je Foks genoopte veter
 
Noch twee dozynen jaaren draagt.
 
Zo blyf jy licht wel eeuwig maagd.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken