Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Nederlandse schrijversbiografie (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Nederlandse schrijversbiografie
Afbeelding van De Nederlandse schrijversbiografieToon afbeelding van titelpagina van De Nederlandse schrijversbiografie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.38 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen
monografie
studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Nederlandse schrijversbiografie

(1992)–Jan Fontijn–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Inleiding

‘There is no life that can be captured wholly; as it was. Which is to say that all biography is ultimately fiction.’ (Bernard Malamud. Dubin's Lives)

Schrijvers willen vaak niets van biografen weten. Ze beschouwen biografen als een soort vampiers die zich met de levens van anderen voeden om daarmee hun eigen tekorten op te vullen. Van Oscar Wilde is de opmerking dat ieder groot man zijn discipelen heeft en dat het meestal Judas is die zijn biografie schrijft.

Die afkeer van schrijvers voor biografen heeft meerdere oorzaken. Ze betwijfelen of biografieën iets toevoegen aan de waarde en betekenis van hun werk. Ze huiveren voor het wroeten door de biograaf in allerlei privézaken. George Orwell, T.S. Eliot, Auden, Louis Couperus en vele anderen hebben daarom, vaak geholpen door hun echtgenoten, geprobeerd het werk van de biograaf te hinderen of de levensbeschrijving onmogelijk te maken. Meestal lukte dat niet. Vroeg of laat krijgt elke belangrijk schrijver zijn biografie, of hij wil of niet. Ook voor Nederland geldt dat, hoewel de biografische traditie hier niet zo bloeide als in sommige, andere Westeuropese landen.

Dit boekje gaat over de Nederlandse schrijversbiografie vanaf de zeventiende eeuw tot heden. De term ‘schrijversbiografie’ heb ik ontleend aan J.J. Oversteegen, die in 1987 zijn openingscollege uitgaf onder de titel De schrijversbiografie. Een onmogelijk genre. De term ‘schrijversbiografie’, waaraan ik de voorkeur geef boven de term ‘literaire biografie’, is dubbelzinnig. Hij kan zowel betrekking hebben op biografieën over schrijvers als op biografieën geschreven door schrijvers. Die dubbele betekenis komt me goed van pas, omdat ik beide soorten biografieën hier ter sprake wil brengen.

In theoretische en historische publicaties over het genre van de biografie, zoals die van Romein (1951) en Dresden (1956), komen schrijversbiografieën terloops ter sprake. Dresden is er zich zeer goed van bewust dat er in de schrijversbiografie elementen zijn, die deze doen verschillen van de gewone

[pagina 8]
[p. 8]

biografie. Leon Edel, de beroemde biograaf van de Amerikaanse schrijver Henry James, kiest in zijn Writing Lives (1984), waarin hij de principes van de biografie uiteenzet, voor de term ‘literary biography’.

Natuurlijk zijn er in de schrijversbiografie allerlei parallellen aan te wijzen met de gewone biografie - men denke bijvoorbeeld aan het bronnenonderzoek of aan de vormgeving -, maar daarnaast zijn er ook verschillen, voldoende misschien om de schrijversbiografie als een apart subgenre van de biografie te beschouwen. Die verschillen zijn van literatuurhistorische, literatuursociologische en literatuurhistorische aard. Zo zal elke schrijversbiografie aandacht moeten schenken aan het bijzondere karakter van het schrijverschap van haar held, aan de wording daarvan, aan de literaire invloeden die de schrijver onderging, aan de plaats van de schrijver in de literatuurgeschiedenis en in de literaire generatie waarvan hij deel uitmaakt, aan zijn literatuuropvattingen, aan de relatie tussen de schrijver en zijn uitgever, aan de ontvangst van zijn werk door de kritiek en het publiek. Natuurlijk moet het literaire oeuvre van een schrijver een belangrijke plaats innemen in de schrijversbiografie. Niet alleen zal een biograaf over het algemeen proberen dat werk te analyseren en evalueren maar ook zal hij ingaan op de cruciale vraag wat precies de relatie is tussen het literaire werk van een schrijver en diens leven.

In dit boek zal een aantal van deze typisch literaire onderwerpen beknopt aan de orde gesteld worden. Daarnaast zal ik ook ingaan op die elementen, die de schrijversbiografie met de gewone biografie gemeen heeft: bronnenstudie, de relatie tussen de biograaf en de gebiografeerde, het belang van de visie in de biografie, het probleem van het verklaren en ten slotte de vormgeving van de biografie. Een apart hoofdstukje is gewijd aan de relatie tussen leven en werk. Dat er wel eens onderwerpen meer dan een keer ter sprake komen, was moeilijk te vermijden.

De nadruk zal hier vallen op de moderne schrijversbiografie in de twintigste eeuw. Om de schrijversbiografieën in andere eeuwen ook recht te doen, heb ik een zeer beknopte geschiedenis van de schrijversbiografie vanaf de zeventiende eeuw gegeven.

Een grote moeilijkheid bij het maken van dit boekje was dat studies over de Nederlandse schrijversbiografie nauwelijks bestaan. De geringe belangstelling voor de schrijversbiografie in de Nederlandse literatuurstudie, die scherp kontrasteert met

[pagina 9]
[p. 9]

de situatie in het buitenland, is een bewijs temeer voor het ontbreken van een biografische traditie in Nederland. Gelukkig zijn er aanwijzingen dat de biografie en schrijversbiografie aan populariteit winnen. K. van Berkel stelde in zijn Renaissance der cultuurwetenschap (1986) dat de biografie het cultuurhistorische genre bij uitstek belichaamt en de ‘mislukkingen van de integrale geschiedenis’ zou kunnen verhelpen. Dat zijn grote woorden.

De ideale biografie bestaat niet. De biografie is een ‘open’ genre waarin veel mogelijk is gebleken. Mijn bedoeling is in de eerste plaats een indruk te geven van de verschillende manieren waarop de levens van schrijvers zijn beschreven, zonder mijn eigen ervaringen met het genre en mijn voorkeuren geheel uit te schakelen. De hier genoemde schrijversbiografieën zijn niet in de eerste plaats gekozen omdat ze de beste zijn maar omdat ik ze goed in mijn betoog vond passen. Dat vele schrijversbiografieën niet genoemd worden, waaronder vele Vlaamse, is in verband met het karakter van deze serie onvermijdelijk. Ik hoop dat dat dit boekje, dat ik geen enkel opzicht normatief wil zijn, stimuleert tot verder onderzoek en vooral tot het schrijven en lezen van biografieën.

Ik dank Wim van den Berg voor zijn op- en aanmerkingen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken