Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Figuratief overschot (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Figuratief overschot
Afbeelding van Figuratief overschotToon afbeelding van titelpagina van Figuratief overschot

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.23 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Figuratief overschot

(1953)–Robert Franquinet–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Banlieue

I
 
Ik ben de sterrenplukker
 
in de zwarte sneeuw der schoorsteenpijpen,
 
van uit mijn liederenluik
 
kan ik de nachtboom grijpen.
 
 
 
Ik ben de murensplijter
 
mijn woekerhout wast in het vaderhuis.
 
Ik zwel als desem in het vochtig meel
 
en draag de liefde op mijn keel.
 
Ik zwel als adem in de borst
 
en draag de steden in mijn dorst!
 
 
 
Wie in het vunzig stratennet
 
de lijsterstrik heeft uitgezet
 
vangt op zijn raam van wolframiet
 
de angel van het zwerverslied.
II
 
De urenschelp is leeg en grijs
 
in de voorsteden van het paradijs.
 
 
 
De vrouw der dromenspinnerij
 
loopt in haar mantelgeur voorbij
 
en wat in haar niet kan genezen
 
kan elkeen in de straatkrant lezen...
 
 
 
Zij is het eenzaam najaarsteken
 
waarin de zomerzinnen breken;
 
want wie begeert, wint nederlagen
 
als schimmels op het vocht der dagen.
[pagina 6]
[p. 6]
III
 
Ik ben de speelman in die wind,
 
verliefd op het schrale vlechtenkind,
 
dat bij het linnenloze bed
 
zijn zinnen op de kruimels zet,
 
dat bij de kleurverloren deur
 
de haren kamt met watergeur.
 
 
 
De schilfers van de kamerwanden
 
staan in de roze spiegelhanden
 
en in haar brede ogen beiden
 
vlucht het begin der jaargetijden.
 
 
 
De Minnaar die haar heeft gekozen
 
schonk haar twee zwartgeworden rozen
 
diep in het vlees van haar gelaat
 
en bracht als bruidschat haar de straat!...
IV
 
En bij dit kind moet ik nu zingen.
 
De sterrenplukker die ik was
 
tast slechts in dit verbrijzeld glas.
 
 
 
En alle dorst die in mijn stem
 
de dauw vergaart van Bethlehem
 
kan in het hart slechts heimwee dringen.
V
 
Maar op de drempels van ciment
 
heeft Hij de tederheid geënt,
 
en wat onzuiver werd ontsloten
 
wordt tot Zijn Luister ingestoten!
 
 
 
En al de kindren uit de spleten,
 
waar maden aan de Kruisbalk vreten,
 
zien in het ochtendgrijs
 
de zwarte ratelkar
 
op weg naar het Paradijs.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken