Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nut tyd-verdryv (1686)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nut tyd-verdryv
Afbeelding van Nut tyd-verdryvToon afbeelding van titelpagina van Nut tyd-verdryv

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.95 MB)

Scans (16.02 MB)

ebook (11.31 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nut tyd-verdryv

(1686)–Mattheus Gargon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 62]
[p. 62]

Op den Doop des Heilands.
5. Klink-dicht.

Johannes de Doper spreekt.
 
Treed verder niet, houd stal, zoud ik myn Heiland dopen?
 
Geen oorsprong van genâe 't genade-zegel past.
 
Die niet en is belâen, die kan niet zyn ontlast.
 
Ik ben niet waardig, Heer! uw' voet-zool-band t'ontknopen.
 
 
 
Doop my met uwen Geest, en doe uw' volheid open.
 
Door uw' genâe alleen de heil-genade wast.
 
Die u als zondaar doopt zig al te grov vertast.
 
Uw' vuur-doop doet voortaan myn doop ten einde lopen.
 
 
 
Wat dringt gy langer aan? ik weet, wie dat ik ben,
 
En gy weet, dat ik ook uw' grote waarde ken.
 
Dies bid ik sta, ai sta, en wilt niet verder treden.
 
 
 
Maar wat belet my doch? uw' wil is my een wet.
 
Nu gy de droeve plaats des zondaars komt bekleden.
 
Zo draagt gy, wel te recht, het teken van syn smet.

Johannes de Doper doopte veel menschen, gelijk d'Euangelisten getuigen, in den Jordaan, en trok haar af van hare dwalingen, daar het Jodendom, mede zwanger ging, dat sy namelijk door de gerechtigheid die uit de wet is, door 't onderhouden van de wet, zouden gerechtveerdigt worden, en bragt haar tot belydenis van haar misdaden, en het geloov in den Messias, die nu kwam. Zo wierden mannen, vrouwen, en kinderen, van Johannes gedoopt, even gelijk de Joden gewoon waren hare Joden-genoten, dat is Heidenen, die Joden wierden, te dopen. Onder dien genen, die tot Johannes kwamen verschynt zelvs Christus, die mede als d'andere in 't water gedompeld, en gedoopt wil zyn, doch Johannes wil het niet gedogen, erkennende de waardigheid van Christus, en syn eigen geringheid. Christus die niets mitsdreven had, had geen bekering van noden, en het onbevlekt lam, konde niet gezuivert werden. Nogtans dringt Christus 'er op aan, en wil gedoopt zyn, om alzo te betonen, dat hy de ware Hogepriester was, die onder 't O.T. wierd door wassinge, en zalving, ingehuld; gelijk ook Christus is ingehuld, door den doop, en den H. Geest, die op hem was, volgens Jezai. 61. en die meermalen een zalve genaamt werd, vergelijk Psal. 45. met Heb. 1. Christus moest ook tonen, dat hy het hoofd van de gelovigen van 't N.T. was, die alle moeten gedoopt werden, om te betuigen, dat sy in haar zelven onrein zyn, en afgewasschen moeten werden in 't bloed van Christus. Openbaring 1. en zo is de doop een teken van onze onreinheid, maar te gelijk ook een onderpand van Gods genade, ons in Christus bewezen. Nadien dan Christus zeer aandrong om gedoopt te zyn, zo staat het Johannes eindlijk toe, hoewel by betuigt, maar een slaav en dienaar van Christus te zyn, als hy zegt, dat hy niet waardig is syn schoenen na te dragen, gelijk by Matth. 3. staat, of gelijk hem Lucas sprekende in voert, dat hy niet waardig is den riem van syn schoen t'ontbinden, dat is syn dienstknegt te wezen, welkers pligt het was alles wat haar Meester tot baden van noden had, na te dragen, haar t'ontkleden, de schoenen uit te doen, en te zalven; en na het baden, weder aan te kleden, en de schoenen aan te doen, indien de dienstknegten Heidenen waren, om dat van Canaän was gezegt, dat hy een knegt der knegten, dat is zeer gering zoud zyn, Gen. 9.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken