Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bloedmadonna (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bloedmadonna
Afbeelding van BloedmadonnaToon afbeelding van titelpagina van Bloedmadonna

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

Scans (12.46 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bloedmadonna

(1998)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 78]
[p. 78]

Wortel en tak

Gregorius belde een koeriersdienst en wachtte tot een van de medewerkers de schraapsels bloed die hij verzameld had kwam ophalen. Daarna belde hij de laborante die altijd voor hem werkte.

Als het bloed van een man afkomstig was, zou er eenzelfde situatie zijn ontstaan als bij het beeldje dat in Civitavecchia gebloed had. Te weinig om van een trend te spreken, al zouden de media zoiets zeker concluderen.

Hij dacht aan Franske, met zijn zachte, niet-begrijpende blik. Hoe reageerde die op het verschijnsel? Wist hij wat dat was, bloed?

Een paar kilometer buiten Uffel was een klooster dat hem graag onderdak verschafte. Plaats genoeg. Hij had het niet op dergelijke oorden. De weinige kloosterlingen die zich nog niet op de wereld gestort hadden, waren onveranderd zwaar bejaard, meestal dement en als hij om ze op de proef te stellen wel eens naar de betekenis van het geloof gevraagd had, hadden ze iets onzinnigs gemompeld of gewoon verder naar het voetbal op de tv gekeken.

‘Hartelijk welkom. Moge deze omgeving u goed doen,’ zei de broeder die hem binnenliet. Deze, de conciërge, ging hem voor naar een sobere kamer die al heel wat tijdelijk verzakers van de wereld had geherbergd. In de deuropening knikte de kloosterling zijn collega vriendelijk toe. ‘En u eet natuurlijk met ons mee.’

‘Het spijt mij,’ zei Gregorius. ‘Wat onaangenaam nu. Maar ik heb een belangrijke afspraak. Ik kan mij vandaag niet aan het werk onttrekken.’

De broeder knikte nog een keer, alsof hij dit antwoord voorzien had.

 

Een paar honderd meter buiten het dorp lag een gerenommeerd restaurant. Gregorius had er eens eerder gegeten. Tot een uur of

[pagina 79]
[p. 79]

zeven bleef hij op zijn kamer; hij ging op bed liggen en staarde langdurig naar het plafond. Omdat de kamer muf rook, stond hij op en opende het venster. Van ver klonk luide apenmuziek. Hij stelde zich jongeren voor, die met wilde kreten om elkaar heen sprongen. Aan zo min mogelijk dingen probeerde hij te denken, maar het was altijd nog meer dan genoeg. Beurtelings verschenen hem Franske en de bisschop voor de geest. De eerste sprak in hem, woorden die eerst in hemzelf opkwamen en vandaar telepathisch werden doorgezonden naar de mond van de jongen. Zo hoefde hij Franske maar voor zich te zien om zijn eigen woorden terug te horen. Toch leek het alsof hij ze niet zelf had bedacht. De lucht zat vol raadsels.

Alvorens hij naar het restaurant ging, belde hij de bisschop, die het aan zijn maag had en 's middags om half zes een lichte maaltijd nam, zodat hij een lange avond had om zich aan belangrijker zaken te wijden. De openbare telefoon stond in de gang; hij had geen zin om naar een afgesloten kantoor te vragen. Zodoende schuifelden er steeds oude mannetjes langs hem heen.

‘Ben je al iets op het spoor?’ vroeg de bisschop. ‘Wat hoor ik nu weer voor krankzinnige berichten?’

‘Het is een onsmakelijk verhaal,’ antwoordde Gregorius. ‘Het bloed komt naar buiten op een ja, enigszins onverwachte plaats.’

‘Ik houd niet van gepuzzel, Gregorius. Wat mag ik verstaan onder “enigszins onverwacht”?’

Thuis speelden ze altijd ‘warm’ en ‘koud’. Hoe dichter bij de oplossing van een raadsel, hoe heter.

Hij wist niet uit wat voor een gezin de bisschop kwam.

‘Waar komt dat bloed vandaan, Gregorius. Toch niet uit de achterkant.’

Gregorius glimlachte. Opeens werd het hem duidelijk waarom de bisschop altijd met zoveel moeite ging zitten.

‘Mis!’ Het was eruit voor hij er erg in had.

Aan de andere kant van de lijn bleef het stil.

‘Uit de voorkant,’ zei hij.

‘Spreek wat harder!’

En daarom riep de onderzoeker, zo luid dat het bijna op schreeuwen leek: ‘Uit de voorkant monseigneur. Uit de

[pagina 80]
[p. 80]

schaamstreek. De madonna is, om het grofweg zo te zeggen, ongesteld.’

Het was of hij de bisschop van kleur hoorde verschieten.

‘Ik mag bidden dat je ongelijk hebt.’

‘Hoe bedoelt u?’ vroeg Gregorius. ‘Ik heb het bloed zelf zien doorbreken.’

‘Was je daarbij?’ De stem van de bisschop sloeg over. Gregorius kon zich voorstellen hoe het geheugen van de eerwaarde hetzelfde soort beelden ophoestte waaraan hijzelf met zoveel afschuw moest denken. Geheimzinnig gefluister tussen moeder en dochters; de gedachte dat je hier te veel was, een schandalige smeerlap in een verder witte kuisheid. Gregorius voelde zijn overwicht toenemen.

‘Ik was erbij,’ herhaalde hij. ‘En het gaat tenslotte om een beeldje. Van een beeldje kun je niet verwachten dat het maandverband gebruikt.’

Aan de andere kant van de lijn bleef het stil.

‘Heeft u ooit van menstruerende madonnna's gehoord?’ vroeg Gregorius. ‘Ik niet.’

‘Hoe zou ik daarvan gehoord hebben?’ vroeg de bisschop geïrriteerd.

‘Omdat u toegang hebt tot informatie die voor anderen verborgen blijft.’

‘Je denkt toch niet dat in de curie over menstruerende vrouwen wordt gezeverd.’

‘Vergaderingen van de curie gaan buiten mij om,’ zei Gregorius op afgemeten toon.

‘Als ik niet een verlichte geest had, zou ik zeggen dat de duivel hierachter zat,’ zei de bisschop. ‘Degenen die zich erop toeleggen ons te ondermijnen zitten overal. Dit is een ontheiligde wereld. Als zelfs de Moeder Gods geen schaamte meer kent, moet het einde der tijden nabij zijn.’ In zijn stem klonk een gepijnigde toon.

‘Er is hoe dan ook geen sprake van verborgen mechaniekjes,’ zei Gregorius. ‘Geen onmiddellijk als zodanig te traceren goocheltrucs. De uitslag van het bloedonderzoek weet ik pas morgen.’

[pagina 81]
[p. 81]

‘Morgen,’ herhaalde de bisschop. ‘Kan het niet sneller?’

Gregorius zuchtte. Daarna legde hij de bisschop uit dat het enige tijd vergde om uit het chromosomenpatroon op te maken of het bloed van een man of van een vrouw afkomstig was.

‘Dat beeldje staat toch wel achter slot en grendel?’ vroeg de bisschop. ‘Ik wil geen enkel risico. En we moeten er toch niet aan denken dat er een menstruerende madonna op de voorpagina van het Limburgs Dagblad staat. Gregorius! Dit is een heel onsmakelijk verhaal.’

Daarover was de onderzoeker het eens met de bisschop.

 

Gregorius parkeerde de auto in het centrum van het dorp en liep de vijfhonderd meter naar het restaurant. Een beetje beweging deed hem goed. Terwijl hij de kaart bestudeerde, zat hij zich nog aan het telefoongesprek te ergeren. De bisschop had voor de volgende dag een uitgebreid rapport geëist. Feitelijk verlangde hij van zijn medewerker niets anders dan dat hij met behulp van de wetenschap het bijgeloof met wortel en tak uitroeide. In zichzelf gekeerd keek hij voor zich uit. Onder leiding van het geloof mocht de wetenschap een voor een de schillen rond het bestaan afpellen tot er een harde kern van waarheid overbleef Maar hij wist wel beter. Nieuwe kennis brengt nieuwe raadsels met zich mee. Hoe knapper de mensheid, hoe onbegrijpelijker de wereld. Wet van Gregorius. Kennis blaast onwetendheid op. Het kon hem wanhopig maken dat hij de wereld nooit begrijpen zou, voor geen spat, geen millimeter, dat hij sterven zou met meer vragen dan hij in het begin van zijn studietijd voor mogelijk gehouden had. Uiteindelijk zou het er nog op uitdraaien dat hij zich niet met zijn gevoel maar uit verstandelijke overwegingen tot God wendde, als de enige die bij machte was het lot van de wereld te bepalen.

Soms, als hij zich sterk voelde, verzette hij zich tegen de naderende overgave aan de Almacht, nam hij zich voor tot zijn laatste krachten tegen die voorbode van de dood te vechten. Zou het echt zover kunnen komen dat hij de moed opgaf en zich bekende tot degene die hij had willen doorgronden en een naam ge-

[pagina 82]
[p. 82]

ven? Een andere naam dan besloten in die drie letters, bij voorkeur daarom een formule, die je kon narekenen.

Hij was bang van wel.

Komende generaties zouden niet rusten voor ze de waarheid over God boven tafel hadden. Maar als de moedeloosheid hem weer overviel, zag hij de mensheid, met zijn uiteindelijk onbeheersbare techngologische kennis alsmaar stuurlozer worden. Nieuwe profeten zouden met behulp van de media de kop opsteken, gelijk giftige bloemen. De televisie vertoonde steeds meer rituele slachtingen en kindermoord.

Terwijl hij zijn visie op het leven probeerde te verdiepen met behulp van een extra half flesje wijn, kwam de gerant met de rekening. Gregorius trok zijn portefeuille uit zijn binnenzak en haalde er een goudkleurig kaartje uit. ‘Weet u hoeveel restaurants in Lourdes een ster hebben?’ vroeg Gregorius.

‘Dat weet ik toevallig,’ zei de gerant. ‘Ik ben er geweest met mijn kreupele schoonmoeder. Niet één.’

‘Heeft het geholpen, Lourdes?’ vroeg Gregorius.

‘Ik leef nog,’ zei de gerant.

Het was laat toen hij vanuit het restaurant de buitenlucht instapte. Al na half twaalf. In de frisse wind haalde Gregorius diep adem. Hij voelde zich een beetje draaierig. Als de ratio het aflegt, marcheren de kermisgasten binnen, had hij willen zeggen. Maar hij had het ingeslikt. Er was alleen een beetje kermis in zijn hoofd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken