Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dierbaar venijn (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dierbaar venijn
Afbeelding van Dierbaar venijnToon afbeelding van titelpagina van Dierbaar venijn

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (6.72 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dierbaar venijn

(1992)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

Dierbaar venijn

[pagina 7]
[p. 7]

[I]

de waarheid is dat ik mijn vader gedood heb. Misschien kan ik het anders zeggen. Maar dat verandert niets.

Degenen die zich de moeite gaven naar zijn begrafenis te komen, hadden zich er stuk voor stuk op voorbereid de feiten te verbloemen.

Zogenaamd bewonderden ze mij allemaal. De vrienden die ik op de hoogte had gebracht, benijdden mij zelfs om mijn moed. Het ergert mij dat ik op die voorzichtig en soms onhandig verwoorde complimenten geen ander antwoord wist dan hen te bedanken voor de aandacht.

Ja, ik kon toch moeilijk zeggen: ik hoop dat jij net als ik de kans krijgt je vader vol te spuiten met vergif.

En verder was het makkelijk genoeg: afscheid nemen van een dode oude man. Die kon niets terugzeggen. Stel je voor dat hij het afscheid weigerde!

Slechts een enkeling onder de aanwezigen herinnerde zich mijn vader nog als mens. ‘Vertel me, Laura. Was zijn einde draaglijk? Heb jij het draaglijk voor hem gemaakt? Daarvoor ben je zijn dochter.’

Ook bij doodgaan is de eerste keer de moeilijkste. In plaats van het op een schreeuwen te zetten, hetgeen misschien een opluchting betekend had, glimlachte ik, beleefd en ingehouden.

[pagina 8]
[p. 8]

Al die bestudeerde lachjes. De meewarigheid waarmee mensen zich pantseren. Slechte acteurs; net doen alsof het hun persoonlijk aangaat. Zelf weigerde ik altijd de plak cake na afloop.

Overal kruimels. Net als in mijn geest. Daar heten ze herinneringen, soms voorzien van een melancholiek sausje.

Ik heb je toch niet echt gedood, pappa?

Ook niet in leven kunnen houden, trouwens.

Zelf at ik, voor de eerste keer, een plak cake, vanwege een draaierig gevoel in mijn maag. Met mijn hoofd ging het niet veel beter. Alsof ze een stop uit mijn hersens hadden getrokken, waarna alle beelden wegliepen, met veel geraas in een misselijk makende draaikolk.

Ik weigerde te geloven dat ik hem iets verleend had dat anderen zonder enige moeite ‘genade’ noemen.

Genade: weer zo'n woord.

 

Op je begrafenis besefte ik maar al te goed dat ik alleen stond. Een handjevol mensen om mij heen. Misschien waren het er in totaal toch nog wel honderd. Ik had er een goed gevoel aan kunnen overhouden. Met dat doel komen de mensen. Altijd erop uit het anderen naar de zin te maken. Op voorwaarde natuurlijk dat ze dat gevoel verbinden met de goede gever. Die en die waren er ook! Bij de begrafenis van jouw vrouw en mijn moeder stonden we tenminste nog samen. Maar goed: alleen stupide mensen nemen het de tijd kwalijk dat zij ouder worden.

[pagina 9]
[p. 9]

Op een dag, niet lang voor je dood, gingen wij nog samen naar Zuid-Frankrijk. Ik zou willen zeggen: herinner je je dat nog? Maar jij herinnert je niets. Die herinneringen heb ik zelf stopgezet. Ik zal je verder maar ‘mijn vader’ noemen of ‘pappa’. Spreek de dode niet persoonlijk toe. Maar ik moet je hoognodig toespreken, pappa, mijn vader.

Als het kon, dan nam ik je op ditzelfde ogenblik mee terug naar Saint-Rémy. Je mag mij nog één keer ontvluchten, en net als toen zal ik je daarna met kramp in mijn maag terugvinden in Glanum.

Houd de tijd tegen, duw hem terug. Weet je niet hoe dat moet? Kom nou! Je bent toch die archeoloog, je hebt toch wel iets opgestoken van al die jaren dat je de rode aarde liet omspitten?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken