Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verliefdheid is een raar gevoel (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verliefdheid is een raar gevoel
Afbeelding van Verliefdheid is een raar gevoelToon afbeelding van titelpagina van Verliefdheid is een raar gevoel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.74 MB)

Scans (4.57 MB)

ebook (3.23 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verliefdheid is een raar gevoel

(1980)–Rudolf Geel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 51]
[p. 51]

Na elke bocht ontdek je wat

Voor wie zijn besprekingen van kinderboeken bestemd?

Misschien toch het meest voor de ouders, die de middelen verschaffen waarmee die boeken worden aangekocht. Hoe gaat dat kopen trouwens in zijn werk? Lopen ouders en kinderen gezamenlijk door de winkel en mogen de kinderen beslissen, soms na een voorzichtige hint? Of gaat het kopen meestal via verlanglijstjes, die kinderen samenstellen voor verjaardagen en Sinterklaas? Dan is de vraag hoe kinderen aan hun verlangen komen. Horen zij over een bepaald boek van vriendjes of wordt het voorgelezen op school? Recensies zullen maar weinig kinderen lezen. Mijn eigen kinderen vertellen soms zelf welk boek ze willen. Maar ik koop ook boeken voor ze waarvan ik denk dat ze die aardig zullen vinden. Soms beslis ik tot aankoop na het lezen van een bespreking. Omdat die door volwassenen worden geschreven, krijgen we de situatie dat volwassenen voor andere volwassenen de waarde en het leesgenot van kinderboeken uit de doeken doen. En het gaat dan natuurlijk ook nog om boeken die door volwassenen geschreven zijn. Sommige opvoeders vinden dat maar niks. Op zo'n manier wordt het kind immers platgewalst! Maar ach, ik denk dat het zo'n vaart niet zal lopen. Als kinderen een boek vervelend vinden, leggen ze het vanzelf wel weg.

Wat de oordelen betreft die volwassenen over kinderboeken vellen, blijven er ondanks de goede bedoelingen altijd wel een paar problemen. Natuurlijk zal een volwassene met zijn uitgebreide leeservaring, uitspraken kunnen doen over constructie en stijl van kinderboeken die niet van zinnigheid gespeend zijn. Maar als het om de inhoud gaat, wordt het toch moeilijker. Laat ik een voorbeeld geven. Sinds jaar en dag ben ik een bewonderaar van Edward de Bono's boek Het mechanisme

[pagina 52]
[p. 52]

van ons denken. Dit bock is niet alleen inventief en bijzonder helder geschreven, de onderdelen ervan vertonen een logische samenhang die mij aanspreekt, al weet ik dat het door hem gepresenteerde grondplan van ons brein te simpel is. Als ik nu op de achterflap van een kinderboek van dezelfde schrijver, getiteld De zaak van de verdwenen olifant, lees dat de ontknoping van het verhaal ‘als een verrassing’ komt, en dan nog wel ‘een verrassing waardoor alle vreemde gebeurtenissen opeens een zeer logische verklaring krijgen’, dan koop ik zo'n boek meteen. Maar hoe vindt mijn zoontje dat?

Ander voorbeeld: als twee boeken mijn jeugd diepgaand hebben beïnvloed dan waren het wel Het slot op de hoef en Fulco de minstreel van C. Joh. Kieviet. Toen die boeken korte tijd geleden opnieuw verschenen kocht ik ze meteen om ook mijn opvolger het grote geluk deelachtig te laten worden. Nou, het beleefde ventje las het boek plichtmatig uit. Trouwens, toen ik het boek zelf weer eens inkeek, vond ik er niet veel aan. Wat een houterige dialogen. Toch stamt mijn passie voor kastelen uit de tijd dat ik die boeken las. De kachel brandde. Buiten stormde het, zodat mijn helden niets anders hoefden te doen dan het gezellig te maken.

De boeken die mijn zoon zelf aandraagt zijn geschreven door Guus Kuijer. Moest ik die bespreken, ik zou vanwege de stijl en de snelheid ervan niets anders dan lof in petto hebben. Toch zit ik nooit met mijn kinderen mee te hinniken wanneer er een grap in zo'n boek voorkomt die kennelijk het leukste is dat ooit bedacht werd.

Kort geleden werd mij gevraagd een bespreking te maken van het kinderboek Na elke bocht ontdek je wat geschreven door Mario Puzo, de schrijver van The godfather. Omdat ik niets anders kon doen dan mijn intuïtieve oordeel weergeven, waarbij ik mij probeerde in te denken hoe kinderen op het verhaal zouden reageren, riep ik mijn zoon Jasper (toen bijna tien) te hulp.

Hij had het boek al gelezen en tussen twee voetbalwedstrijden door was hij bereid er de volgende bespreking van te schrijven: ‘Het was een leuk boek dat over een jongetje ging die naar New York ging. Want zijn vader en moeder kwamen in New York trug van vakantie. Met 7 dollar en 70 cent gaat hij op weg. En heeft een boel avonturen. In New York komt hij bij een koetsier. Daar mag hij net zolang blijven als hij wil.

[pagina 53]
[p. 53]

Onderweg krijgt hij ook een ponij die Mustang heet.’

Aldus Jasper.

In Puzo's boek gebeurt nog wel wat meer dan de analyse hierboven weergeeft. Toch is het vooral interessant te bekijken waarom Jasper juist deze zaken in zijn stukje opnam.

In Na elke bocht ontdek je wat vernemen wij de avonturen van het jongetje Davie Shaw, die bij toeval een trektocht door Amerika begint, op weg naar New York, waar hij zijn ouders wil ontmoeten die daar zullen aankomen na een vliegreis om de wereld. De avonturen van Davie zijn curieus, en geenszins spannend van aard. Geen boeven en ander crapuul kruist zijn pad, maar kampeerders die in Zen zijn, een oude man die op het voormalige middelpunt van Amerika woont, een dame die van slangen houdt, en zo meer. Op zijn tocht wordt Davie vergezeld en soms gedragen door de pony Mustang.

Hoe komt het nu dat Jasper deze Mustang opneemt in zijn bespreking, evenals de koetsier met wie Davie een tijdje optrekt? Ik denk omdat de man de normaalste en hartelijkste figuur in het boek is. Geheel anders dus dan Davies oom die, gelijk Des Pereires in Célines Dood op krediet, op tellurische wijze voedsel probeert te verbouwen.

Het noemen van de pony zou wel eens het gevolg kunnen zijn van het feit dat tussen de jongen en het dier een relatie ontstaat zoals we die in kinderlectuur wel meer tegenkomen.

Wederzijdse trouw. Ik denk dat die gewone dingen bij een kleine jongen het meest aanspreken. In ieder geval weet ik wel dat de dingen die ik zelf in dit lichtvoetige boek grappig vind, hem gezien zijn leeftijd niets kunnen zeggen. Zo komt Davie op een gegeven ogenblik bij een groepje kunstenaars. ‘Ik ben een schrijver,’ zegt de gastheer dan, ‘en deze heren hebben ook allemaal hoge idealen.’ Of bij de dame met de slangen, die immuun is geraakt voor gif: ‘Interessant dat immuun raken voor slangegif, net zoiets als het gewend raken aan het huwelijk.’ Of: ‘Als je ouder wordt, worden alle dingen die je lekker vindt duurder.’

Dat zijn wijze woorden. Kortom een kinderboek voor ouders. Misschien is het handig als er teams van ouders en kinderen worden gevormd, die in het vervolg voor de bespreking van kinderboeken zorgdragen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken