Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verhalen uit den ouden tyd (1854)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verhalen uit den ouden tyd
Afbeelding van Verhalen uit den ouden tydToon afbeelding van titelpagina van Verhalen uit den ouden tyd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.61 MB)

ebook (2.81 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verhalen uit den ouden tyd

(1854)–Pieter Geiregat–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

II.
Het huwelyk.

De winter nam een einde; de wateren van Schelde en Lei en der woedende Noordzee, die dan gedurende dat jaergetyde al de lage landen van Vlaenderen overstroomden, waren in hunne palen teruggekeerd, en de sneeuw, die de terpen en wooningen bedekt had, was verdwenen; de natuer begon weder te herleven en de lentezon schoot verkwikkende stralen over de velden.

Het was deze zon, die de vereeniging van Clodwig en Ludwina zou zien zegenen.

In het heilig woud, waer de huwelyksplegtigheid moest

[pagina 13]
[p. 13]

gevierd worden, was reeds het offer aengebragt, dat men den Goden moest opdragen: een houtstapel waerop een gevelde os lag. De Druïd, die het huwelyk moest zegenen, stond er reeds op zyne plaets. Het was een grysaerd, met lange kleeding van wyde mouwen voorzien, wiens breed, kael voorhoofd, gryze haren, en lange, sneeuwwitte baerd hem een eerbiedwaerdig voorkomen gaven.

Na eenige stonden toevens, traden er in het woud een vyftiental persoonen, stoetsgewys en in plegtige stilte. Het waren de verloofden en hunne bloedverwanten. Daerna volgde een opgetuigd paerd door een jongeling bereden, dan een koppel ossen, en vervolgens twee meisjes, die een langwerpig, vierkanten schild droegen, van boombasten gemaekt, waerop verscheidene frameën en een zwaerd lagen.

Zoo trad men in het heilig woud. Op dit oogenblik verduisterde de lucht: het paerd brieschte, de ossen loeiden, en de vogelen lieten een verschrikt gekras hooren, als vreesden zy een naderend onweder. Dit aenzag men als een ongunstig voorteeken, dat de verloofden weinig geluk in den echt te verhopen liet. De lucht helderde evenwel al spoedig weder op, en dan schaerden allen zich rondom den houtstapel. De Druïd bleef nog eenige oogenblikken in overdenking stil staen en scheen te bidden. Daerna hief hy de oogen op, en in de plegtigste stilte stak hy den houtstapel in brand.

Welhaest steeg eene groote vlam opwaerts en onttrok den gevelden os aen het zicht der aenschouwers; toen hief de Druïd zyne handen biddend omhoog, en begon met heldere luide stem, het volgende gebed:

- Alfadur! sla uwe oogen uit Walhalla op ons neder, en zegen ons.

Odin en Freija, Odins echtgenoote, bidt Alfadur, opdat hy ons zynen zegen vergunne!

[pagina 14]
[p. 14]

Gy Thor, Odins zoon, bid Alfadur, opdat hy u nooit gebiede de donders op onze hutten te rigten, en ons te verdelgen!

Gy, heerlyke zon! wier stralen van vuer uwe almagt betuigen, bid Alfadur, opdat hy ons genadig zy!

Gy allen, Godheden! bidt Alfadur, opdat wy na onzen dood, het geluk zouden hebben, met u in Walhalla de de onsterfelykheid te genieten, en oud bier te mogen drinken uit de schedels onzer verslagene vyanden!

Dit gebed uitgesproken zynde, dat door allen in stichtige ingetogenheid stil herhaeld werd, nam de Druïd, Clodwig en Ludwina by de hand en sprak:

- In naem van Alfadur, in naem van al de goden uit Walhalla, vereenig ik Clodwig aen Ludwina, en Ludwina aen Clodwig.

Dan nam hy den schild met de frameën en het zwaerd, dat twee meisjes hem aenboden, vatte het paerd, waermede een jongeling hem naderde by de manen, en sprak tot Clodwig:

- Man, zie hier den bruidschat uwer vrouw, niemand kan beter dan gy een ros temmen; rigt dit dier af, opdat het u tot nut verstrekke; zie hier uwen schild, dat hy u bevryde, tegen de schichten onzer vyanden; zie hier uwe frameën en uw zwaerd, hoe meer vyanden zy zullen treffen, hoe grooter geluk u in Walhalla toeft.

Dan wendde hy zich tot Ludwina, en sprak op de ossen wyzende:

- Vrouw, zie daer den bruidschat uws mans, voed deze ossen, opdat hun vleesch u beide tot voedsel diene, en wees uw man getrouw; dat kuischheid uw lichaem rein houde, en overspel u nooit besmette, want dan zou uw echtgenoot het regt hebben uwe haren af te snyden, en u gansch ontbloot, met slagen zyne woonst uit te dryven, en uwe ziel

[pagina 15]
[p. 15]

zou na uwen dood, in den Niflheim, door talryke wangedrogten, in eenen poel vervuld met het gif van serpenten, gesmoord worden.

Nu was de huwelyksplegtigheid geëindigd; de houtstapel was uitgebrand, en de opgeofferde os scheen slechts nog een smeulende aschhoop. Allen begaven zich nu door den Druïd voorgegaen, naer de woonst die Clodwig zich gebouwd had, en alwaer een eetmael bereid was.

Het bestond uit eenig wild, ossenvleesch, gestremde melk, wilde appels en eijeren; de drank was geerstenbier.

Daer bleven zy den ganschen dag te samen, en verlustigden zich met verscheidene spelen, tot de maen en de sterren in vollen luister aen het luchtgewelf opdaegden.

Toen sprak de Druïd:

- Kinderen der aerde! ziet de maen, die aen het Walhalla in vollen glans schittert; aenschouwt de sterren, die rondom haer flikkeren; zy getuigen Alfadurs grootheid; bidden wy hen aen, en bewyzen wy hun de verschuldigde eer.

Allen vielen plat ter aerde, en de Druïd stuerde het volgende gebed tot de maen en de sterren, dat allen in stilte herhaelden:

- O maen, goddelyk licht, bid Alfadur, opdat hy ons genadig zy. O sterren, wonderbare lichten, bid al de Goden, opdat zy ons gebenedyden, en de vereeniging van Clodwig en Ludwina door een talryk kroost zegenen.

Daerna stonden allen op, trokken huiswaerts, en lieten Clodwig en Ludwina alleen in hunne nieuwgebouwde woonst, die zich ook op de tin eens heuvels bevond, om tegen de overstroomingen beveiligd te zyn. De muren er van waren ook van sperren gemaekt en met kleiaerde bestreken. Nevens de hut bevonden zich verscheidene onderaerdsche hollen, ter berging van den oogst.

[pagina 16]
[p. 16]

De eerste weken na hun huwelyk, vervlogen voor Clodwig en Ludwina in het reinste heilgenot; vurig beminden zy elkander, maer toch was het Clodwig onmogelyk den hem beheerschenden drift te beteugelen. Spelen, te paerd ryden en jagen bleef steeds zyn liefste vermaek. Ludwina kon er niet in gelukken hem aen den landbouw te gewennen, doch dit baerde haer weinig verdriet, dewyl al de andere mannen dit werk ook de vrouwen en slaven lieten verrigten. Dat haer het meest op het hart drukte, was dat Clodwig, hoe zeer hy het haer ook beloofde, zich het spelen niet wilde of kon afwenden. Aen ieder dobbelspel nam hy deel, en ongelukkiglyk, byna altyd behoorde hy tot de verliezende party.

Maer niet lang mogt hy die driften botvieren, een groote pligt moest vervuld worden, en voor deze week nooit geen Belg terug. De vryheid van den vaderlandschen grond werd bedreigd, een magtige vyand vertoonde zich uit het Zuiden: de geduchte Romein. Nu geen jagen, geen spelen meer; aller harten zyn ontgloeid door één gevoel: vaderlandsliefde; aller geest hygt slechts naer één verlangen: den vyand te mogen aenvallen.

Allen vlogen te wapen, ook Clodwig; de vrouwen vergezelden de mannen, want in den oorlog was hun ook eene eervolle taek beschoren: de gekwetsten te verzorgen en de wonden te zuiveren en uit te zuigen. Ludwina volgde dus ook haer echtgenoot.

Zoo trok men onder het geleide der Druïden en dappere opperhoofden den vyand te gemoet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken