Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken
Afbeelding van DichtwerkenToon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.33 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Editeur

C.P. Tiele



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken

(1869)–P.A. de Génestet–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

De Liefste Plek.

 
Elk heeft een plekje op aarde
 
Hem dierbaar bovenal,
 
Een landstreek of een gaarde,
 
Een dorpjen of een dal,
 
Een plekje, waar hij blijven
 
En vrede zoeken wou,
 
Waarheen zijn droomen drijven
 
Met stille liefde en trouw.
 
 
 
Voor mij, schoon mijn verlangen
 
Soms dwaalde heinde en veer:
 
Al hoorde ik tooverzangen
 
Aan 't dichterlijke meer;
[pagina 8]
[p. 8]
 
Al staarde ik op de reize
 
Vol plannen wel in 't rond,
 
En sprak na lang gepeize:
 
Zoo hier ons kluisje stond? -
 
 
 
Toch, Hollands rozentuinen,
 
U bleef mijn hart verpand;
 
Op Hollands blonde duinen
 
Prijs ik mijn eigen land!
 
U heb ik uitgelezen,
 
Mijn bosch en duin en dal,
 
Daar half mijn thuis mocht wezen,
 
U eer ik, bovenal!
 
 
 
Neen, frissche bloemengaarde,
 
Zoo needrig, maar zoo rijk,
 
In vriendlijkheid, op aarde,
 
Geen plekjen u gelijk!
 
Laat schooner oorden spreken
 
Van kracht, van majesteit,
 
Mijn uitverkoren streken,
 
Gij ademt: lieflijkheid!
 
 
 
Waar rijzen zoeter geuren?
 
Waar mengelt de avondstond
 
Zoo vriendelijke kleuren,
 
Zoo lieflijk bruin en blond?
[pagina 9]
[p. 9]
 
Ik weet geen lentedreven
 
Zoo rijk aan melodij;
 
Waar had ook 't jonge leven,
 
Een blijder glans voor mij!
 
 
 
Wij plachten hier te dwalen
 
Zoo menig, menig uur,
 
Ik ken hier al uw talen
 
En stemmen, mijn natuur!
 
'k Versta de teedre woorden
 
Van weemoed, liefde en lof,
 
Die ruischen in de akkoorden
 
Van deez' uw milden hof!
 
 
 
'k Weet wat de koeltjes kozen
 
Des morgens in onz' tuin,
 
Des avonds met de rozen,
 
De rozen van het duin:
 
Wat, als de najaarsvlagen
 
Hier dwarlen door het hout,
 
De sombre dennen klagen,
 
Die dichtren van het woud.
 
 
 
Mijn zielsgeheimen weten
 
Drie plekjes in het bosch,
 
Daar wij zoete uurtjes sleten
 
Op 't geurig? krakend mos.
[pagina 10]
[p. 10]
 
Waar 't lelietje der dalen
 
Ginds welig opwaart schiet,
 
Daar zongen nachtegalen
 
Ons 't eerste liefdelied!
 
 
 
O lusthof mijner ziele,
 
Goed plekje mij zoo waard,
 
Hoe wèl mijn snoeren vielen
 
Ginds bij mijn hof en haard,
 
Ik mag toch ook belijden
 
Dat ik u stil betreur,
 
En dat mijn hart bij tijden
 
Hijgt naar uw rozengeur!
 
 
 
Ik zoek u telkens weder:
 
Dan, met een traan, een lach,
 
Gedenke ik lang en teeder
 
Den schoonen levensdag,
 
Dien 'k leefde in deze gaarde,
 
Beminnend en bemind,
 
Bij al mijn liefste' op aarde
 
En, - God, uw dankbaar kind!
 
 
 
Dan fluistren de avondwinden
 
Mij zangen van weleer,
 
'k Hoor namen van mijn vrinden....
 
'k Zie al mijn jonkheid weer;
[pagina 11]
[p. 11]
 
Dan klaag ik aan mijn duinen
 
Mijn opgegaarde smart,
 
En 't lied uit de eikekruinen
 
Stort balsem in mijn hart.
 
 
 
En ware ik Heer in 't leven,
 
Neen, neen, ik scheidde niet;
 
'k Bleef nestlen in dees dreven
 
En zong u lied op lied.
 
Ik leefde van mijn droomen
 
En nederig fortuin,
 
In schaûw van de eikeboomen,
 
Ginds aan den voet van 't duin.
 
 
 
En niemand zou daar vragen:
 
Hoe welkte uw poëzij....
 
Een bloem van korte dagen -
 
Nog vóór het zomertij?
 
Neen, 't hart is vol verhalen,
 
Vol zangen mijn gemoed -
 
Maar 'k dierf de lucht der dalen,
 
Die 't lied ontluiken doet!

Bloemendaal 1854.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken