Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken
Afbeelding van DichtwerkenToon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.33 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Editeur

C.P. Tiele



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken

(1869)–P.A. de Génestet–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 133]
[p. 133]

De Schoenlapper van Alexandrië. Ga naar voetnoot+

Ora et labora.
 
Antonius, die vrome man,
 
verkocht zijn have en goed
 
En gaf den armen al zijn deel;
 
en hij had overvloed.
 
 
 
Straks, in de Egyptische woestijn
 
ontvlood hij, voor altijd,
 
Een wereld die in 't booze ligt,
 
met al haar zonde en strijd.
 
 
 
Zijn woning was er - geen paleis;
 
al 't huisraad van zijn kluis:
 
Een drinknapje en een perkament,
 
een geesel en een kruis.
[pagina 134]
[p. 134]
 
En eenzaam sleet hij jaar en dag
 
steeds in den eigen kring
 
Van psalmgezang en vroom gebed
 
en foltrende oefening.
 
 
 
Nu zonk hij weg, nu smolt hij weg
 
in zaalge mijmerij,
 
Dan weer vervolgde hij zich-zelf
 
in sombre fantazij.
 
 
 
Hij vastte, waakte, leed, bedwong
 
al de eischen der natuur:
 
Hij maakte zich, tot Godes eer,
 
het leven meer dan zuur.
 
 
 
Maar tweemaal 's jaars (zijn woestenij
 
verschafte vrucht noch blad)
 
Bracht vriend of maag hem brood en zout
 
uit de afgelegen stad.
 
 
 
Geen levende anders dien hij zag
 
in 't onherbergzaam oord,
 
Geen menschenstem werd mijlen ver
 
ooit in het rond gehoord.
 
 
 
Geen schepsel anders, dien hij zag -
 
tenzij vaak, in gezicht,
 
Den Booze, naar hij dacht vermomd
 
als Engel van het Licht.
[pagina 135]
[p. 135]
 
Den Booze, die daar fluisterde,
 
(vol snoode veinzerij,)
 
Van 't nuttig, werkzaam leven in
 
den strijd der maatschappij!
 
 
 
Den Booze die hem 't lieve beeld
 
vertoonde, in stillen rouw,
 
Der zuster, die hij overliet
 
aan vreemde zorg en trouw!
 
 
 
Ook menigwerf, ontroerd, geschokt,
 
betooverd en verward,
 
Weerstond hij maar ternauwernood
 
dien aanval op zijn hart.
 
 
 
Doch hij bestond; de Booze week....
 
en, in den geest verheugd,
 
Dacht hij zich telkens meer volmaakt
 
in heiligheid en deugd.
 
 
 
En eenmaal, na volstreden kamp,
 
steeg moedig zijn gebed
 
Tot Hem die uit des vijands klauw
 
Zijn dienaar had gered:
 
 
 
‘'k Heb al mijn leven in Uw dienst
 
geheiligd, o mijn God!
 
Ik stierf der wereld af; ik vlood,
 
ik schuwde al 't aardsch genot....
[pagina 136]
[p. 136]
 
‘Ik hoorde 't hartontblootend woord,
 
dat Christus onze Heer
 
Eens tot den rijken jongling sprak,
 
en - willig deed ik meer!
 
 
 
‘Ik stond mijn vele goedren af
 
voor 't hoogste en éénig goed;
 
Ik haatte zuster, maag en vriend,
 
ik kruiste vleesch en bloed!
 
 
 
‘Ik leefde een leven van gemis
 
in 't diepste der woestijn,
 
Alleen met U, alleen voor U,
 
die steeds mijn deel moogt zijn!
 
 
 
‘Nu, geef me een teeken Uwer gunst,
 
Ontfermer! toon het mij
 
Hoezeer het offer, dat ik bracht,
 
U welgevallig zij!....
 
 
 
‘Of, Heer, zoo mij nog iets ontbreekt,
 
verklaar 't mij, door Uw woord...’
 
Zoo bad hij in vervoering en -
 
zijn bede werd verhoord.
 
 
 
Hij strekte 't rustloos hoofd ter rust
 
en, in de nachtwaak, stond
 
Een bode van den hemeltroon
 
aan 's kluiznaars harde spond.
[pagina 137]
[p. 137]
 
‘Antonius! ga, maak u op!’
 
dus luidde zijn bevel -
 
‘Reis heen naar Alexanders stad
 
en, merk dit woord u wél:
 
 
 
‘Vraag naar een zeekren Simon daar,
 
wiens huis is in de straat,
 
Genaamd de Rechte; en, op uw beê,
 
ken Gods gedachte en Raad.
 
 
 
‘Deez Simon is een Christenman,
 
wiens vroomheid juist zoo hoog
 
Als de uwe staat geschat, spreekt God,
 
in Zijn genadig oog....’
 
 
 
Antonius rees dankende op
 
en fluks, in vroom gepeis,
 
Van d' onbekenden vrome vol,
 
aanvaardde hij de reis.
 
 
 
Heet was de zonne der woestijn -
 
hij werd niet moe; de nacht,
 
Schoon bang, weerhield zijn schreden niet,
 
maar schonk hem nieuwe kracht.
 
 
 
In 't eind, na menig dagreis, blonk
 
de Stad hem in 't gezicht,
 
Toen 't brandpunt, tusschen Oost en West,
 
van Handel, Wijsheid, Licht.
[pagina 138]
[p. 138]
 
Maar déze Pelgrim had geen oog
 
voor al haar bont gejoel,
 
Voor obelisk, noch zuilenrij,
 
noch kunstenschat - gevoel.
 
 
 
Hij vroeg naar 't prachtig renperk niet;
 
hij zag 't - maar zag niet om.
 
Hij joeg, met strakken blik, voorbij
 
gedenknaald en kolom.
 
 
 
Hij joeg en vroeg, gedurig weer,
 
naar Simon, Simon slechts!
 
Ras vond hij straat en huis.... doch stond
 
en keek toen, links en rechts....
 
 
 
Hij trad op 't laatst, (wat kalmer toch,)
 
een zeekre werkplaats in,
 
Daar Simon zat, te midden van
 
zijn ijverig gezin.
 
 
 
‘O Simon, wees gegroet!’ riep hij;
 
ook Simon zeî: ‘Gegroet!’
 
En sloeg terwijl een schuinen blik
 
naar 's pelgrims barren voet.
 
 
 
- ‘Gij zijt een Christen?’ - ‘Dank zij God!’
 
- ‘Wat doet ge, o heilig man?’ -
 
‘'k Lap schoenen,’ sprak de heilge weer,
 
‘och, geef die leest reis ân!
[pagina 139]
[p. 139]
 
- ‘Ja.... doch, wat meer?’ - ‘Wat meer? ei Heer!
 
ik werk van 's morgens vroeg
 
Tot 's avonds laat! mijn trouwe God
 
geeft me altijd werk genoeg.’
 
 
 
- ‘Zoo geeft ge van uw ruim gewin
 
wel veel in aalmoes weg?’
 
- ‘Dat weet ik niet! ons groot gezin
 
eischt zuinig overleg.’
 
 
 
- ‘Doch bij uw werk vast peinst ge veel?’
 
- ‘Ik.... zing den ganschen dag.
 
Mij dunkt dat hij die bidt en werkt,
 
ook zingen kan en mag!’
 
 
 
- ‘Gij bidt dus veel,.... hoe menigmaal!’
 
En de ander sprak: ‘Gezet
 
Des avonds rijst mijn dank tot God,
 
des morgens mijn gebed.’
 
 
 
- ‘En hoeveel uren brengt gij door,
 
gewoonlijk, in gebeên?
 
Hoe lang wel rekt ge uw nachtwaak soms?’
 
- ‘Ik, Heer? - ik slaap meteen...
 
 
 
‘En 'k bid nooit lang! de Meester zegt:
 
Gebruik geen woordenvloed,
 
Geen breed verhaal! Ik kan 't ook niet;
 
en 'k bid maar, kort en goed:
[pagina 140]
[p. 140]
 
‘Dat God mijn dierbre stad en mij
 
steeds in Zijn gunst gedenk,
 
En elk, die werken wil voor 't brood,
 
Zijn besten zegen schenk!’
 
 
 
Antonius, na dit bescheid,
 
vlood henen, gansch ontsteld....
 
Maar heeft van 't wondervreemd geval
 
nooit iemand iets verteld.

1857.

voetnoot+
De kundige lezer - geen vreemdeling in de Kerkgeschiedenis - zal oordeelen misschien, dat in dit gedicht de sombere, doch edele figuur van Antonius, ‘den vader der Monniken,’ (A. 300), ten onrechte in een meer of min belachlijk licht wordt gesteld. Maar wij doen opmerken, dat de bekende kluizenaar hier niet als historisch persoon wordt geschilderd, maar meer als type is genomen. Wie over den Antonius der historie een schoone bladzijde wil lezen en een billijk oordeel vernemen, zie de ‘Geschiedenis van het kerkelijke leven der Christenen gedurende de zes eerste eeuwen’ door W. Moll, Deel I, pag. 56 volg. Voorts meenen wij dat de toon, waarin het gedicht is geschreven, van-zelf werd bepaald door het karakter der geestige legende, die door Melanchton, tot leering, wordt vermeld en naar ons oordeel vol is van den gezonden, Christelijken humor, in zijn natuurlijke frischheid vaak ernstiger en diepzinniger, dan zooveel dat bij uitnemendheid voor ernst wordt gesleten en gehouden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken