Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken (1869)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken
Afbeelding van DichtwerkenToon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.33 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Editeur

C.P. Tiele



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken

(1869)–P.A. de Génestet–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 284]
[p. 284]

Het Wonderklokje.

(Rijmpje, ten gebruike in 't gezellig verkeer aan mijn vrienden afgestaan.)

 
Ik wou, ik wist een kunstenaar,
 
Die mij een klok verzon,
 
Een klok.... een klok van zessen klaar!
 
Die ik gebruiken kon.
 
 
 
Een klok met list en wijs beleid,
 
Een uurwerk van genie,
 
Gevoelig voor gezelligheid,
 
Vol stille sympathie.
 
 
 
Een klok, mijn vriend, die nooit te laat
 
Het dierbaar uurtje sloeg,
 
Dat van uw bijzijn mij ontslaat,
 
Want gij plakt lang genoeg.
[pagina 285]
[p. 285]
 
Een klok, o man van hart en geest,
 
O liefelijke vrouw,
 
Die nooit te vroeg op 't huislijk feest
 
Me uw bijzijn rooven zou.
 
 
 
Die nimmer, met heur schelle taal,
 
Zoo onbeschaamd, zoo ras
 
Ons rijk gesprek, uw zoet verhaal
 
Kwam storen zeer te onpas!
 
 
 
Maar ach, ze vinden, vinden uit
 
Vast wonderstuk bij stuk;
 
Doch waar ik dees mijn wensch beduid,
 
Wordt elk genie een kruk.
 
 
 
Men glimlacht om den dwazen wensch,
 
Men wijst mij spottend na,
 
Men zegt: Zoo'n klok! dat kan geen mensch,
 
Al heet hij Josua.
 
 
 
Intusschen gaat het leven voort,
 
Vol strijd en vol gemis,
 
Gedurig wordt de rust verstoord,
 
Het blijft - zooals het is.
 
 
 
De klokke slaat: de plakker plakt
 
En rooft mijn tijd, och Heer!
 
De klokke slaat; de vreugde pakt
 
Haar biezen, keer op keer!
[pagina 286]
[p. 286]
 
Mijn vrienden rooven mij den tijd,
 
Dien rijkdom, ras verteerd;
 
De tijd maakt mij mijn vrienden kwijt,
 
Wier omgang troost en leert.
 
 
 
Daarom, tot zich mijn wensch vervult,
 
('t Is mooglijk mettertijd!)
 
Zoo berst mijn hart van ongeduld
 
En klaagt van leed en spijt....
 
 
 
Ach, waar' mijn lied, vol dwazen jok,
 
Toch duidelijk genoeg,
 
Dan nu voorloopig maar de klok,
 
Die, plakkers, u verjoeg.
 
 
 
Mocht ook mijn lied het klokje zijn,
 
Dat, wonderlijk genoeg,
 
O vriend, u boeide aan 't klein festijn
 
Als waar 't nog bijster vroeg!

1858.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken