Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700 (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700
Afbeelding van Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700Toon afbeelding van titelpagina van Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.33 MB)

Scans (12.55 MB)

ebook (4.00 MB)

XML (0.87 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie
taalkunde/historische taalkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700

(1992)–Frank van Gestel, T. Rinkel, Jan Nijen Twilhaar, Fred Weerman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina ix]
[p. ix]

Woord vooraf

Dit boek tracht de lezer moderne taalkundige kennis bij te brengen van een aantal opmerkenswaardige verschijnselen uit het Nederlands tussen 1200 en 1700. De bedoeling is dat de lezer deze verschijnselen leert herkennen en analyseren, waarmee de basis gelegd wordt voor verder taalkundig en ook filologisch werk.

Dit boek is geen traditionele grammatica. Er zijn uitstekende traditionele grammatica's voor het oudere Nederlands voorhanden, waar wij niets aan af willen doen. In de universitaire opleiding Nederlands en de eerstegraads opleiding Nederlands aan de hogeschool zijn die hedentendage echter niet altijd even bruikbaar meer als inleiding. Dat komt onder meer doordat de ontwikkelingen in de taalkunde de laatste decennia niet stil hebben gestaan. Wij hadden althans in de opleidingen die wij verzorgen, behoefte aan een boek dat zoveel mogelijk aansluiting zoekt bij andere onderdelen uit het curriculum taalkunde, zodat er niet een systeemscheiding tussen moderne en historische taalkunde optreedt, maar de communicatie tussen deze twee juist wordt bevorderd. Overigens veronderstellen we wel de traditionele terminologie op het terrein van de syntaxis, morfologie en fonologie bekend.

Dit boek is ook geen moderne theoretische verhandeling. Weliswaar proberen wij aan te sluiten bij moderne analysemethoden en levert dat soms gezichtspunten op die nieuw zijn, maar ons doel is hier primair descriptief en per se niet het verder ontwikkelen van enige theorie (al hopen we de lezer daar soms wel toe te verleiden). Onze analysemethoden sluiten met name makkelijk aan bij de generatieve taalkunde, maar zeker niet exclusief. Men behoeft dan ook bepaald geen generatieve diehard te zijn om ons te volgen. Ook de keuze van onderwerpen (tenslotte is een verschijnsel niet zo maar ‘opmerkenswaardig’) is primair op descriptieve gronden tot stand gekomen: in eerste instantie hebben we ervoor gekozen een aantal verschijnselen te bespreken die althans op het eerste gezicht verschillen van het moderne Nederlands; in tweede instantie hebben we ons laten leiden door de vraag of deze verschijnselen in de taalkundige literatuur een rol spelen en of wij er voldoende interessante opmerkingen over kunnen maken. Deze criteria tezamen hebben ertoe geleid - en dat is wellicht niet verrassend - dat dit boek vooral syntactische onderwerpen behandelt en dat bespreking van morfologische en fonologische kwesties vooral ten dienste staat van syntactisch inzicht.

Voor zover dat nog niet duidelijk is: dit boek is ook geen cursus vertalen. Uitgangspunt is niet een historische tekst, die wij vervolgens van opmerkingen voorzien. Taalverschijnselen zijn hier het vertrekpunt en de nadruk ligt op systematische taalkundige analyse van ouder Nederlands, voornamelijk omdat wij menen dat dat een vak op zichzelf is, dat onderdeel hoort te zijn van een opleiding tot neerlandicus. Dat neemt niet weg dat taalkundige analyse een essentiële bijdrage kan leveren aan het maken van een correcte vertaling. De lectuur van dit boek alsmede het doorwerken van de vele oefeningen (waaronder ook korte en lange vertaaloefeningen) zal dan ook niet alleen de taalkundige kennis, maar ongetwijfeld ook de vertaalvaardigheid vergroten. Wij willen echter benadrukken dat vertaalvaardigheid staat of valt met het opdoen van meer routine in het lezen van oudere teksten dan wij hier kunnen aanbrengen.

Tenslotte: dit boek is geen compleet draaiboek voor een college historische taalkunde. Wij gaan ervan uit dat docenten en studenten zelf het best weten hoe hun cursus eruit moet zien en wij menen dat zij dit boek (of delen daarvan, dan wel met

[pagina x]
[p. x]

aanvullingen daarop) op verschillende wijzen kunnen gebruiken. Daarbij kan ook geprofiteerd worden van de achter in het boek opgenomen lijst van per hoofdstuk geordende verdere literatuur, maar ook van verschillende typen vragen en opdrachten: na elk hoofdstuk treft men zogenaamde ‘oefeningen’, ‘discussievragen’ en een ‘vertaalopdracht’. Zelf gaan wij bij elk hoofdstuk als volgt te werk. De stof van elk hoofdstuk wordt op een hoorcollege nader besproken. De discussievragen worden op een werkcollege door de studenten gezamenlijk gemaakt in groepjes van vijf; de antwoorden worden door de docent van commentaar voorzien. De oefeningen worden steeds individueel gemaakt; de antwoorden zijn achter in dit boek opgenomen. Omdat de oefeningen gedeeltelijk cumulatief zijn, wordt de stof ook gerepeteerd. Ook de vertaalopdracht is in onze aanpak een individuele activiteit. Wij maken daarnaast gebruik van een op dit boek aansluitende computercursus, die nog vele extra oefeningen bevat. Deze cursus is tegen betaling verkrijgbaar (belangstellenden kunnen zich schriftelijk richten tot F. van Gestel, Trans 10, 3512 JK Utrecht).

 

Dit boek heeft een lange voorgeschiedenis. In verschillende stadia hebben wij veel gehad aan het commentaar van studenten en collega's die ons met raad en daad ter zijde hebben gestaan. Wij bedanken hier: Evert van den Berg, Mascha Damen, Marinel Gerritsen, Bert de Haar, Rini de Jong, Johan Kerstens, Luuk Lagerwerf, Anke Leloux-Schuringa, Ad Neeleman, Jules van Oostrom, Irene Spijker, Arie Sturm, Marijke van der Wal, Meike Weverink en Wim Zonneveld. Nel Pak heeft als auteur meegewerkt aan de eerste versies van dit boek. Een deel van het opgenomen taalmateriaal is door haar minutieuze speurwerk bijeengebracht.

Voor de inhoud zijn wij natuurlijk alleen zelf verantwoordelijk. Commentaar van iedereen die dit boek bestudeert, blijft welkom.

 

Utrecht, mei 1992

Frank van Gestel, Jan Nijen Twilhaar, Tineke Rinkel en Fred Weerman


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken