Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700 (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700
Afbeelding van Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700Toon afbeelding van titelpagina van Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.33 MB)

Scans (12.55 MB)

ebook (4.00 MB)

XML (0.87 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie
taalkunde/historische taalkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oude zinnen. Grammaticale analyse van het Nederlands tussen 1200-1700

(1992)–Frank van Gestel, T. Rinkel, Jan Nijen Twilhaar, Fred Weerman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

5. Nieuwnederlands

De benaming Nieuwnederlands gebruiken we voor het Nederlands vanaf 1500 tot heden. De algemene omgangstaal, zoals we die nu kennen, is in de loop van de zestiende tot de achttiende eeuw ontstaan op basis van drie dialecten: het Hollands, het Vlaams en het Brabants. In de loop van de zestiende eeuw werd Holland het belangrijkste gewest met als voornaamste steden: Amsterdam, Den Haag, Haarlem en Leiden. Zij gaven tijdens die periode in cultureel, economisch en politiek opzicht de toon aan. Vandaar dat vooral in deze steden de algemene omgangstaal ontstaan is. In de periode daarvoor waren achtereenvolgens Vlaanderen en Brabant de belangrijkste gewesten. Als gevolg daarvan was ook de taal van deze twee dialecten in die tijd van groot belang (denk aan de streek van herkomst van onze voornaamste Middelnederlandse literaire geschiften!). De invloed van deze dialecten op de algemene omgangstaal valt te verklaren uit de grootscheepse immigratie van Vlamingen en Brabanders, met name na de Val van Antwerpen in 1585. Deze uitgeweken mensen konden in het Noorden zo invloedrijk zijn door het grote prestige dat ze daar genoten. Op het kaartje op pagina 15 geeft het donkerste deel het kerngebied aan van de opstand tegen Spanje (1568), het lichtste deel duidt op de gewesten die onder Spaans bewind bleven. Het gearceerde gebied is dat van de Generaliteitslanden (1648).

Sommige mensen spreken van standaard-Nederlands of van Algemeen Nederlands om de algemene omgangstaal aan te duiden. Anderen gebruiken de term Algemeen Beschaafd Nederlands, een ongelukkige benaming die doet vermoeden dat er ook zoiets bestaat als een onbeschaafd Nederlands. De aanduiding ABN klinkt misschien minder negatief, maar is in feite niet meer dan een afkorting voor dezelfde term.

Aan het bewuste streven naar de opbouw van een algemene taal hebben de oude grammatici in hoge mate meegewerkt. Voor de zestiende eeuw is dat vooral Spiegel geweest met zijn Twe-spraack (1584), voor de zeventiende eeuw Montanus met De Spreeckonst (1635) en voor de achttiende eeuw Ten Kate met zijn Aenleiding (1723).

[pagina 15]
[p. 15]


illustratie
Uit Joop van der Horst en Fred Marshall, Korte geschiedenis van de Nederlandse taal. Amsterdam, 1989, p. 54.


[pagina 16]
[p. 16]

Voor een volledige titelbeschrijving van deze werken verwijzen we naar de literatuurlijst achterin het boek.

In de paragraaf over het Middelnederlands hebben we aandacht besteed aan klankvariatie. Ook al was men in de zeventiende eeuw aardig op weg met de opbouw van het standaard-Nederlands, klankvariatie vinden we ook in het zeventiende-eeuws. Ter illustratie daarvan kiezen we een fragment uit Trijntje Cornelis van Constantijn Huygens (1653). Interessant daarbij is de woordenlijst die Huygens aan het eind van het werk toevoegde om de lezer behulpzaam te zijn bij het begrijpen van het Brabantse dialect in zijn klucht. Kennelijk was dat een noodzaak. We citeren eerst enkele klankaanduidingen daaruit; de Brabantse dialectvormen staan in de linkerkolom (editie H.M. Hermkens. Utrecht, 1987, eerste deel, volume 1, p. 108 en 110):

(12) Cloôs. Vocôci. nôci. grôci. Claes. Vocatie. natie. gratie.
  Nockte. noste. host. Naeckte. naeste. haest.
  Ghaij. saij. haij. waij. Ghij. sij. hij. wij.
  Niee. gieen. ieens. neen. geen. eens.
  Beûrger. beûrs. weurdt. Borger. borse. wordt.
  Dach ge zaijt. dach gaij. Dat ghij zijt. dat ghij.
  Hauch gaij. dachgoôt. houdt ghij. dat gaet.
  Wat e suet. da niet. Wat een soet. dat niet.
  Va vaer. Van verre.

Ook voor de hedendaagse lezer is de weergave in het Hollandse dialect van Huygens onmisbaar!

Dan volgt nu het genoemde tekstfragment (editie Hermkens, p. 20). Het betreft een dialoog tussen de Antwerpse Marie, aangeduid als M., en de Waterlandse Trijn, de T.:

(13) M. Moôr Sjaeses, wat is dit!
  Moôr, Nichtje, zaijde gaijt? Heer, wat e suet resconter!
  T. Dit dingh spreeckt as te paep: me docht half ick verstont'er,
  En ick verstaese niet: hoe zeij je dat in 'tlest?
  M. Moôr zaijdet?
  T. Wie sou'ck zijn? wie'ck ben dat weet ick best.
  M. Wie dachge zaijt, me lief, en sou'ck ick da niet wete?
  Da mochte sotten en ondanckbaer lie vergete,
  Moôr maijns gelaijcke niet.
  T. Wat schortje?

[pagina 17]
[p. 17]

M. Niemendal.
  E ratteken as ghaij, da scheûrtmen in men vall.
  Kom, siem'ieens ôn te deegh: en hedde niet onthouwe
  Hoe dat ieens, over lang en menigh joôr, twee vrouwe,
  Hoe dat ieens vriendekens va vaer in Wôterland
T. Iae, 'kweun in Waeterland.
M. hoe dat ick en Ma Tant
  Au Mompeer en Mameer eens hebbe gaen besuecke?
T. IJe stinckt na Moskeljaet; ick magh dat goet niet ruecke.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken