Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 3 (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 3
Afbeelding van Werken. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (7.43 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

verzameld werk
epos
dierenverhaal/-epos


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 3

(1907)–Julius de Geyter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Reinaart-de-Vos in Nieuwnederlandsch


Vorige Volgende

LIV
Ons Besluit

1oIn de middeleeuwen gaf men aan d'epische verzen vier toonslagen.
Men mocht hier en daar een vers verlengen met een voorslag, maar ook verkorten tot op drie toonslagen, mits daardoor de schoonheid te verhoogen.
De voorslag bestond uit een, twee, drie, vier sylben, - uit een zweepslag die het vers op deed steigeren met verjongde kracht.
Dezelfde regel gold voor de didactiek.
Lyrische verzen hadden zich te schikken naar de muziek waarop men ze zong. Waar ze naar geen muziek werden gewrocht, schreef de dicher vrij, niets anders raadplegend dan zijn schoonheidsgevoel.
2oAlle toonslagen die men hoorde in de levende spraak, gebruikte men ook in den versbouw. Toonslagen ontstonden altijd uit klinkers, nooit uit medeklinkers.
3oDe eene toonslag wordt door den anderen niet overklonken. Deze regel werd dikwijls verkracht: halftonige silben deed men vaak overluid klinken als voltonige, zoowel in 't rijm als midden in 't vers.
4oD'epische verzen rijmden twee aan twee; staande wisselden niet beurtelings af met slepende; soms volgden vier, zes, acht van dezelfde soort achtereen.
Evenzoo de didactische.
Ook bijwijlen de lyrische: strofen die den schijn hadden allen gelijk te zijn, verschilden van elkander, zelfs in puikzangen als den Wapene-Martijn, waar nu eens meer staande, dan eens meer slepende in voorkomen.
[pagina 62]
[p. 62]
5oIn verzen van vier toonslagen nam men geene caesuur in acht. Rust en enjambement, zooals kern en zwier, schetsten persoonlijk' eigenschappen, en waren bij elken dichter verschillend.
6oMen trok dikwerf twee, drie, vier lettergrepen tot ééne te zamen; de klankrijkste van allen gaf dan haren toon en waerde aan de saamgetrokkene sylbe.
7oDe lezer had zich met versmelting noch hiaat te bekreunen: wat aaneen of vaneen gelezen moest worden, werd door den dichter aaneen of vaneen geschreven.

LV

Zoo ging het ook met d'oudduitsche rijmverzen; met ouddietsche - men zal er wel gebouwd hebben - kan 't niet anders zijn gegaan.

LVI

Onze prosodia kan en moest nog zoo wezen, met uitzondering van de gebreken die in 3o en 4o zijn aangeduid.

 

Reinaert-de-Vos, Eerste Boek, dat hier volgt, is naar die regels bewerkt.

 

Antwerpen, October 1884. - Nov. 1897.

 

JULIUS DE GEYTER.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Reinaart de Vos in Nieuwnederlandsch met de regels van den middeleeuwschen versbouw in Dietsch en Duitsch en onderzoek naar de quantiteit in Oudduitsch en Gotisch