Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 3 (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 3
Afbeelding van Werken. Deel 3Toon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (7.43 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

verzameld werk
epos
dierenverhaal/-epos


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 3

(1907)–Julius de Geyter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Reinaart-de-Vos in Nieuwnederlandsch


Vorige
[pagina 177]
[p. 177]

Tweede boek

 
Nu is 't feest aan 's Konings hof,
 
En 't strekt hem ja tot eer en lof.
 
Bruin, Hersinde en Isengrijn
 
Herstellen spoedig van de pijn,
 
Want geene zalve werkt zoo zoet
 
Als wat nu ieder voor hen doet.
 
Ter tafel zaten in 's Konings hallen
 
Dieren en vogels bij honderdtallen.
 
Isengrim met blijden zin
 
Zat aan de zij der Koningin;
 
Hersinde pronkte naast den Koning;
 
Bruin zat links en slokte honing,
 
En na den disch, bij 't nagerecht,
 
Stond de Koning statig recht.
 
Hij hief den beker hoog en dronk,
 
Met eene stem die helder klonk,
 
Op den vrede en op het feest,
 
Dat deugd mocht doen, naar lijf en geest,
 
Hun vooral die hij thans zoo minde:
 
Isengrim, Bruin en vrouw Hersinde!
[pagina 178]
[p. 178]
 
Luid gejuich en glazenklank
 
Galmden lang als aller dank,
 
En versmolten in éénen schreeuw:
 
‘Heil den Koning! Heil den Leeuw!’
 
Het hofmuziek doet van buiten
 
Het volkslied klateren door de ruiten,
 
En de gasten stroomen thans
 
Eene zijzaal binnen, gelokt ten dans.
 
De Koningin met Isengrijn
 
Wilde 't eerst aan 't walsen zijn,
 
De Koning danste met Hersinde,
 
Fluisterend dat hij ze waarlijk minde,
 
En de kroonprins voerde trotsch en blij
 
Zijn oudste zusters aan Bruines zij.
 
Gansch den nacht draaiden de reien
 
Op 't klinken van trompen en schalmeien,
 
En wie wat moede of duizelig was
 
Lag in de rustzaal of op 't gras.
 
Schenkers droegen in tal van schalen
 
Wijn en honing door de zalen.
 
Eerst als de dag rees aan de kim
 
Groetten Hersinde en Isengrim,
 
En de andere dieren, één voor één,
 
Groetten ook en gingen heen
 
Om te slapen zonder zorgen.....
 
Zelfs geen haan kraaide dien morgen!
 
 
 
De zon stond hoog aan den hemel toen
 
Het hofmuziek hen riep in 't groen.
 
Na een frisch uchtendmalen
 
Begon het dichten en 't verhalen.
 
Sproken, stampijen en gezang,
 
Overvloed van spijs en drank
[pagina 179]
[p. 179]
 
Waren beurtlings aan den gang,
 
En dat duurde acht dagen lang.
 
Juist had de ongetrouwe Hersinde
 
Nobel bekend dat zij hem minde,
 
Als Isengrim hem bad en wou
 
Dat hij als Rechter zetelen zou.
 
De Koning klom ten rechterstoel
 
Met een angstig voorgevoel.
 
Allen schaarden zich in 't rond;
 
En nu klonk uit des wolven mond:
 
‘Vorst, die in Vlaanderen heerscht en gebiedt,
 
Vergeet den misdadiger Reinaart niet!
 
Na immer met ons te hebben gespot,
 
Spot hij thans met Koning en God.
 
Na moord op moord te hebben bedreven,
 
Bracht hij Cuwaart nog om 't leven.
 
Bruin en ik wat vermogen wij
 
Tegen een lustigaard als hij?
 
Door de macht van gansch het land
 
Moet hij worden aangerand.
 
Sla het beleg, o Vorst, met heel
 
Uw leger vóór zijn vervloekt kasteel.
 
Rammen, stieren, mollen, konijnen,
 
Gaat aan 't beuken, gaat aan 't mijnen!
 
Bestormen wij de zwarte poort!
 
Slingeren ze elk aan een kempen koord,
 
Hij, de boef, zijn kroost en vrouw,
 
Uit een der torens van 't gebouw!
 
Hij heeft, - Vorst! hij zij verdoemd! -
 
Mijn kroost stiefkindertjes genoemd.....
 
Hij heeft mijn wijf, - o! 't is te veel;
 
't Woord stikt in mijn schorre keel..... -
 
Ten krijge, ten krijge, naar Malpertuis:
 
Leggen we er alles in bloed en gruis.’
[pagina 180]
[p. 180]
 
Hij kon niet meer en zeeg ten grond.
 
O! 't schuim stond hem op den mond.
 
Ja! alles in bloed en gruis!
 
Naar Malpertuis, naar Malpertuis!
 
Kreet ook Hersinde, bromde Bruin;
 
En 't zelfde klonk uit gansch den tuin.
 
De vorst zat stom en ingetogen
 
Met zulk een schouwspel voor zijn oogen.
 
Dan rees hij op en sprak met klem:
 
‘Oorlog dan! Wraak over hem!
 
Heeren, brengt mij uw krijgsvolk aan;
 
En, met God, vroom op de baan!’
 
Firapeel wou spreken, maar
 
Werd overscheeuwd door heel de schaar.
 
Men toog uiteen, links en rechts,
 
Elk om een heir van wapenknechts.
 
 
 
Kort nadien, uit al de kasteelen,
 
Kwamen zij aan, maar zoo gevelen
 
Dat de Koning wijselijk dacht:
 
‘In drieën verdeel ik zulke macht.’
 
Wie hoornen had, 't zij groot of klein,
 
Kreeg Isengrijn tot kapitein.
 
Wie vleesch aten, bloed dronken,
 
Over die werd den Kroonprins 't bevel geschonken.
 
En al de rest, van kameel tot konijn,
 
Moest Bruin onderdanig zijn.
 
Nobel zou in 't midden gaan
 
Onder de oude Leeuwenvaan.
 
De vogelen zouden elk bevel
 
Overdragen vliegende snel.
 
‘God wil het!’ zou men spelen,
 
En 't herhalen uit alle kelen; -
[pagina 181]
[p. 181]
 
En zoo zou gansch 't onzaggelijk heir
 
Optrekken met orde en eer.
 
 
 
‘Breng voor Belijn!’ sprak Isengrijn.
 
Men bracht den benauwden Belijn.
 
De veldheer sprak grof en gram:
 
‘Ge zijt ter dood veroordeeld, ram!
 
Echter, zoo gij forsch rammeit,
 
Wordt u genade toegezeid.
 
Ja, zoo uw kop te Malpertuis
 
Ras den walmuur beukt tot gruis,
 
Leef! - zoo niet hang ik u op!’
 
Belijn boog den gehoornden kop.
 
‘Helden, slaapt nog dezen nacht!’
 
Gansch het leger lei zich neer,
 
En men hoorde niets meer.....
 
 
 
Op slag van twee, kraaiden de hanen
 
Dageraad, en waaiden de vanen.
 
Elk sprong op, zoodat terstond
 
Gansch het leger marschvaardig stond.
 
's Konings stem dreunde luid,
 
En het leger toog vooruit.
 
Met muziek en wapengedruisch,
 
Kwam het 's avonds voor Malpertuis.
 
Reinaart trok de valbrug op,
 
En heesch ten hoogsten torentop
 
Zijn groot zwart oorlogsvlag.
 
Nobel verbleekte toen hij 't zag.
 
Bruin lachte, en Isengrim
 
Snoefde: ‘Vos, wees nu maar slim!
 
Bij het zwaard, dat blinkt in mijn hand,
 
Morgen rolt uw hoofd in 't zand!’
[pagina 182]
[p. 182]
 
Buiten 't bereik van keien en schichten,
 
Hoog liet Nobel zijn tent oprichten,
 
En daarboven de Leeuwenvaan.
 
Met zijne veldheeren hield hij raad
 
In die tent tot 's avonds laat.
 
Ieder, Kroonprins, wolf en beer,
 
Had zijn plan en legde 't neer.
 
Wou de eene mijnen, de andere wou
 
Dat men zwemmen en klouteren zou.
 
Isengrim was voor 't rammeien,
 
Dan Bruin voor een regen van keien.
 
De Koning volgde, zwijgend, fier,
 
Wat zij wezen op 't papier,
 
Tot in eens een schelle kreet
 
Alle vier opspringen deed:
 
't Ging daarbuiten alsof een ramp
 
Neergestort was over 't kamp.
 
Hoor wel wat ik zeg:
 
Langs eenen onderaardschen weg,
 
Terwijl die groote heeren praatten,
 
Had Reinaart zijn kasteel verlaten.
 
Met een tiental magen liep
 
Hij ter plaats waar 't leger sliep.
 
Ieder zocht wat hem beviel;
 
En op een teeken van den fiel
 
Stoven allen met hunne vracht
 
Schaterend weg in den donkeren nacht.
 
Canteclaar liet toen den schreeuw,
 
Die zoo sneed in 't oor van den Leeuw:
 
Hij had noch wijf noch kinderen meer.....
 
Dan kwam Nobel. De Opperheer
 
Vroeg waarom men in het veld
 
Niemand op schildwacht had gesteld?
[pagina 183]
[p. 183]
 
Hij duidde er tien tot schildwacht aan,
 
En tot den voorsten juist den haan.
 
Ga, hij zei hem: ‘'t Geldt uw hoofd,
 
Wordt er nu nog iets geroofd!’
 
Arme Canteclaar! hij vond
 
Geen woord te zeggen op dien stond.
 
Hij ging. - Ach! en bij 't morgenrood
 
Zag men hem staan op éénen poot.


illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken