Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Werken. Deel 6 (1908)

Informatie terzijde

Titelpagina van Werken. Deel 6
Afbeelding van Werken. Deel 6Toon afbeelding van titelpagina van Werken. Deel 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

Scans (7.21 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Werken. Deel 6

(1908)–Julius de Geyter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Onuitgegeven en verspreide gedichten; Mijne levenswarande; Bloemen op een graf II


Vorige Volgende

Een lief kind

Eene Symphonie aan mijne Dochter gewijd
- Onstoffelijk -

I

 
mannen
 
Wij zien ze hand in hand nog vóór het wiegje staan.
 
Ze staarden, blozend zelf, hun blozend kindjen aan.....
 
vrouwen
 
Wij hooren van hun lippen
 
Nog beider harten glippen.....
[pagina 124]
[p. 124]
 
de jonge moeder
 
‘Hadde 't ook vleugeltjes rozig en fijn,
 
't Zou een engel zijn!’
 
de jonge vader
 
‘Droom voor den hemel van anders geen engelen,
 
Dan die op aarde hun moeders omstrengelen.....
 
zij
 
Oh
 
Vlei me niet zoo ....’
 
hij
 
‘Engeltjes worden uit vrouwtjes geboren,
 
Vrouwtjes als gij.
 
Hemel en bogen en vleugels en koren
 
Droomt men daarbij.’
 
kinderen
 
‘Engeltje!’ fluistert de moeder bij 't wiegen.
 
‘Engeltje!’ lispelt het slapende wicht.
 
't Ziet in zijn droomen zijn moedertje vliegen,
 
Vliegen rond hem met een stralend gezicht.
 
het koor
 
Engeltjes worden uit vrouwtjes geboren,
 
Vrouwtjes als gij.
 
Hemel en bogen en vleugels en koren
 
Droomt men er bij.
[pagina 125]
[p. 125]
 
‘Engeltje!’ flluistert de moeder bij 't wiegen.
 
‘Engeltje!’ lispelt het slapende wicht:
 
't Ziet in zijn droomen zijn moedertje vliegen,
 
Vliegen in 't rond met een stralend gezicht.

II

 
vrouwen
 
Wie zou deze aarde niet
 
Een lustwarande noemen,
 
Als hij prieelen ziet
 
Van bloemen, immer bloemen,
 
Die wegewieglen in de zon,
 
En 't fluistren beluistren der kronklende bron?
 
kinderen
 
Hoe frisch! hoe frisch!
 
Een Paradijs, gewis!
 
mannen
 
Hoe frisscher nog zijn meisjeskringen
 
Die juichende zwieren en dansende zingen:
 
‘'t Is in de Mei!’
 
Wier stemmen rein en helder schallen,
 
Als waren 't zilveren en kristallen:
 
‘'t Is in de Mei!’
 
Die achter vlinders en kapellen
 
Door tuin en wei en dreve snellen,
 
Met glinstrend' oogen als gazellen:
 
‘Ei!
 
't Is in de Mei!’
[pagina 126]
[p. 126]
 
zij
 
Hoor hare stem de rijkste klinken.....
 
hij
 
Geen andere oogen die zoo blinken.....
 
zij
 
Op geene schouder danst er haar
 
Gelijk bij haar.....
 
hij
 
O! Late zij in heel haar wezen
 
Altijd zoo gul haar zieltje lezen!
 
zij en hij
 
Altijd,
 
Lief kind,
 
Benijd,
 
Bemind!
 
Altijd!
 
beurtzang van knapen
 
- Wien van ons vliegt z'eenmaal tegen
 
Met heur armen open?
 
- Vrienden, wien?
 
- Gun ze mij dien zegen!
 
- Laat ze mij dat hopen!
 
- Treedt ze mij toe op mijn wegen,
 
'k Zal ze danken op de knien!
[pagina 127]
[p. 127]
 
koor
 
Ja, wien vliegt zij eenmaal tegen
 
Met heur armen open?
 
Knapen, wien?
 
Wien gunt zij dien zegen?
 
Wie mag dat verhopen?
 
Wien zij toetreedt op zijn wegen,
 
o! Die dank haar op de knien!

III

 
koor
 
In jonkvrouwkringen, op feest en bal,
 
Is zij de schoonste, de liefste van al.
 
Nu smeeken haar om blik of groet
 
Een zwerm van jonkers met warm gemoed.
 
De moeder dankt de goedheid Gods:
 
Des vaders harte zwelt van trots.
 
Maar wien, maar wien
 
Mag zij tusschen allen het liefste zien?
 
moeder
 
Ik weet het wel, ik weet het wel!
 
Gaat dan bij u het vergeten zoo snel?
 
't Was op een plein in het midden der stad.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken