Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit het leven der dieren (1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit het leven der dieren
Afbeelding van Uit het leven der dierenToon afbeelding van titelpagina van Uit het leven der dieren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.57 MB)

Scans (7.91 MB)

ebook (7.42 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit het leven der dieren

(1909)–Caesar Gezelle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina IV]
[p. IV]

Verantwoording.

Een ‘Intermezzo’ noeme ik elkeen van de hierachter volgende kiekjes uit ‘den levene der dieren,’ uit Gods heerlijke dierenwarande.

Immers hoevelen en zijn er niet, die uit eigen lust en tot jolijt van hunne levensgenoten, af en toe het lastig dagwerk laten staan, en gaan dichten een deuntje op de toetsen van hun klavier?

En wat wensche ik, tenzij dat de ‘Intermezzi’ wezen mogen voor hen die ze lezen, 't geen ze waren voor mij die ze maakte, een genoegelijk verbei en een spel ter ontspanning tusschen twee ernstige bedrijven van ons leven, dat, bij al zijne bonte verscheidenheid, zijne dagen heeft waarop het toch te derf is en eentoonig.

De levensbane is lang en de man wordt moe; dan laat hij hem neêr op den gerskant en rust daar; zijne oogen, binstdien, en zijn herte geeft hij hun heerlijk vermeien, met te schouwen, aan weêrzijden van den weg, op het rijk dat hij verbeurde, op het schoone gebied van zonne en mane en lucht en sterren, op het rijk van alderhande kruidgewas en dieren, daar eertijds hij gebieder over was en daar hij nu zijne erve hier op de aarde moet meê deelen.

[pagina V]
[p. V]

‘Als afgevallen koningen en eermalige gebieders over alle schepselen, zoo gaan wij heden eenen uitstap doen in het rijk dat ons eertijds onderdanig was en aldus beschouwen 't gene dat zou de glorie gemaakt hebben van het menschdom, ware 't menschdom getrouw gebleven aan zijnen Almachtigen Gebieder.’

Zoo 't de glorie niet meer en maakt van 't afgevallen menschdom, nog maakt het en zal 't immer maken zoolang als 't staat, de glorie en de grootheid van Hem die 't heeft geschapen, zoo wonderbaar en zoo heerlijk, met éénen wenk van Zijnen aanbiddelijken wil.

‘Der Naturen Bloeme,’ zoo ze vader Maerlant hiet, bloeit in 't aanzijn Gods haar eigen schoonheid uit die de koninklijke harpzanger heeft vertolkt met te zeggen: ‘Alle des Heeren werken loven den Heer,’ en 't is al veel als iemand bij 't aanschouwen van een Zijnder werken, den Schepper looft en zucht in hertelijken dank: ‘God is groot!’

 
‘Nu hoort van elken diere
 
Sine sonderlinghe maniere.’

Caes. GEZELLE.

 

Kortrijk, H. Sakramentsandag 1907.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken