Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit het leven der dieren (1909)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit het leven der dieren
Afbeelding van Uit het leven der dierenToon afbeelding van titelpagina van Uit het leven der dieren

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.57 MB)

Scans (7.91 MB)

ebook (7.42 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

schetsen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit het leven der dieren

(1909)–Caesar Gezelle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 35]
[p. 35]


illustratie
UIT HET LEVEN DER DIEREN.
'S LEVENS MORGEN.


[pagina 37]
[p. 37]

IV.
's Levens morgen.

't EN was maar even voor een verbei, een spanne rustens in het onuitputtelijk genieten van al het overheerlijke dat het nieuwe leven bood; een verademen in den overvloed van hun wonnig welzijn, onbegrensd en wijd lijk de wereld wijd en onbegrensd is.

Ze waren immers van 't edel ras der zwaluwen, en zulke en beeten nooit op takken, nooit of toch zelden, de lucht is hun eigen gebied.

Maar jong zijn, is nog in 't ongerief zijn van de volle kracht; er dient gerust nu en dan.

En daar zaten ze nu, neêrgefokt en gehurkt op hun korte pootjes die, onzichtbaar in hun pluimen, haakten en grepe hielden om een wiegende wilgentakske, een voet boven den ongerepten waterspiegel. Vijf zwaluwvogeltjes, bevallige jonkheden van eenen eersten broed met eene voornaamheid van verkepte heerenkindjes, van

[pagina 38]
[p. 38]

verwende rijkemanskroost, te midden 't gemeen gefladder van de tjilpende musschen.

't Een hier en 't ander daar, zaten ze, geschrankt, en telkens de wind over 't water voer, en al de bladjes wikkelen deed, wiegden ze gevijven op en neêr, en wiegen onder hen deed hun evenvuldig wederbeeld in 't water. Vijf bollekens wit te midden 't eenverwig zomergroen, met al hun pluimtjes opgestreuveld in genoegelijk zitten en nietsdoen. Elk had zijn eigen zwart blauwendig glimmende manteltjen om de schouders met een lapken op de borst, en dat al achter uitliep op een paar gekruiste spichtige vlerkspitsen, puntig en fijn en langer nog dan hun wordende steert.



illustratie

Roeren niet, maar rusten deden ze; bij wijlen trokken ze hunne oogleden toe over hunne zwarte oogballen, maar 't en was geen slapen dat; evengauw waren ze weêr open en ze wendden in hunne holten bij 't draaien van het platte kopke, daar ze iets vervolgden op de lucht. Ze geeuwden rekwijd open hunne beksplete, dat 't al hemel en bek was, zoo wijd, en gevoerd met blekkend warme

[pagina 39]
[p. 39]

oranjekleur. En dan weêr zaten ze stil en staren, doelloos, en deden alsof ze aan 't peizen waren, lijk vijf kleine vernoegde paterkens.

't Leven! 't heerlijke luchtige, zonnige, vrije leven! dat was iets!



illustratie

Amper een paar dagen geleên, lagen ze nog alle vijve, nevens malkaâr, geklast in den warmen nestpolk, te eten, te slapen en hun weeke pennen te laten bedijgen. Van den dag en kregen ze el niets te zien als een schuchter striepke licht dat binnenviel door 't nestgat; af en toe kwamen daar de moêrkes, al tieren eens binnenloeren of 't al in den haak was, ofwel, stille genoeg, brengen den buitgemaakten kost, met, om hen zwevend, het bekoorlijk raadsel van al 't onbekende dat daarbuiten ommeging en te zien was.

Ze werd hun hoe langer hoe min dragelijk, die tintelende gierigheid om nieuws van de buitenlucht; ze hoorden 't - en snakten op - hoe de gieronde bende voorbijsnorde, en der waren er al van de oudste die met snavel en pooten, met stuiken en horten boven gerochten en zaten een kijkje te nemen aan 't nesthol, stondenlang; ze werden er gespezen, en vielen dan stommeling weêr beneên. Het nest werd hun te ontgroeien en te klein; ze

[pagina 40]
[p. 40]

kregen hoe langer hoe degelijker pluimen en de gading ging in hen op, hoe langer hoe sterker, om met eigen vrije veren op de lucht te gaan zwieren.

En 't was gebeurd, eindelijk! 't Een na 't ander waren ze over boord uit 't nest gevallen in 't opene ruim en de diepte. Vanzelfs warèn hunne wiekskes opengezet en hadden grepe gevat op de lucht, wijd open al slaan, eens overhand en dan te gare, voort in zwierige kringen, door 't blendend zonnelicht en de geurige zoelte. Eens op en eens neêre en dan weg en dan weêre, zonder vallen, en met een poze rusten bijtijds, alles onder de wakende oogen van de angstig rondschijverende moêrtjes.

Ja! 't ging genoeg, 't ging alsof ze 't nooit en hadden dienen te leeren, en van den eersten keer wisten ze hun wegen in 't opene luchtveld.

Voort zoo schoeren ze, in bende, en al swietswatelen en tieren langs muren en gevels en daken, voort door strate en over veld: met zwierigen zwaai in korten keer, of rechte schietlijne den wind voorbij, om dan met een boogden ruk de lucht in te stieren hooger dan de hoogste boomtoppen.

Daar, in 't eeuwig blauw, hingen ze, lustig kringen te schrijven, slierend op de lucht, om en achter malkander, met uitgestrekter pennen, te wenden en te keeren, dragend overal de vrijheid met hen, boven het diepliggende bontkleurde landschap. Zoo kwamen ze dan medeen beneêngeschoten tot rakelings bij 't water, sneden door de lucht en zoefden langs het stille watervlak alles voorbij, de wilgetronken voorbij en de bloeiende kwei en de stoorende vliendertrossen, het hangende haar

[pagina 41]
[p. 41]
van den treurenden essche, en het rankende klimop; de rilde teêrgeluwe lischbloem voorbij en de stille wompelblâren, de waterleliën en al 't droomerige waterwied, tot ze tenden kwamen; dan was 't herdoens, met sierlijken hef remden ze hunne vlucht om de haag te mijden, en

illustratie

kwamen weêr uit de lucht beneên gedreven, tot in 't water nu, en telkens dat ze dopten, rimpelde 't kringwijze uit, tot in den diepgemolmden oeverberm.

En dat was zoo lijfsgena maar vliegen, al tateren van den deun die 't deed, totdat weêr hun vlerken vermoeid om ruste vroegen, en zoo waren ze hier komen zitten, op 't zelfde taksken, alle vijve, een voet boven water.

Hier vonden ze de moêrkes ook en kwamen ze azen, schielijk uit de lucht, van God weet waar, met 't gevangene vliegske dat ze vallen lieten in een van de vijf gapende gulzige kelen. Bij beurten kregen ze elk hun deel, en 't werd effenaan naar binnen gedrongen met herhaaldelijk zwelgen, - om, er al dadelijk weêr uit, geteerd en verworden, in 't water te pletsen en plaatse te maken voor nieuw.

Evengauw waren ze 't geware wanneer moeder of

[pagina 42]
[p. 42]

vader in aantocht was; ze schokten recht, vol nooitvoldaan verlangen, reikten hunnen hals uit, roerend hun vlerken in trillenden daver, en z'en waren maar gerust als 't moêrke, voorbijgeschoten, een stonde was blijven hangen op zijn pennen, om hun 't een of 't andere in den bek te leggen. Dan rustten ze weêr en rokken hun wiekskes en hun steert op hun poot open tot waaierkes en geeuwden van vernoegdheid.

Ineens zat 't moêrke erbij, kennelijk aan zijnen langen vorksteert, bezorgd en welgezind moêrtje, en 't swatelde en 't zwoer zijn zwaluwliedje tenden keer op keer, wijl hoog in een populierentop de merel te melden zat al zijne levenservaring, hoe 't regenen moest als hij riep, en een vinke sloeg haar frissche slaan, en de toortels roekeloerden en reigers vaarden hoog in 't laatste zonnevier.

't Deemsteren doffelde alles weg in schemerige onduidelijkheid, de puiden kwakten al; elk wikkelde zijn kopke in zijn veeren en sliep.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken