Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken (deel 1 en 2) (1949-1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)
Afbeelding van Dichtwerken (deel 1 en 2)Toon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.64 MB)

XML (2.53 MB)

tekstbestand






Editeur

Frank Baur



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken (deel 1 en 2)

(1949-1950)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 42]
[p. 42]

Het schrijverke

(Gyrinus Natans)
 
O krinklende winklende waterding,
 
met 't zwarte kabotseken aan,
 
wat zien ik toch geren uw kopke flink
 
al schrijven op 't waterke gaan!
 
Gij leeft en gij roert en gij loopt zoo snel,
 
al zie 'k u noch arrem noch been;
 
gij wendt en gij weet uwen weg zoo wel,
 
al zie 'k u geen ooge, geen één.
 
Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?
 
Verklaar het en zeg het mij, toe!
 
Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,
 
dat nimmer van schrijven zijt moe?
 
Gij loopt over 't spegelend water klaar,
 
en 't water niet méér en verroert
 
dan of het een gladdige windtje waar,
 
dat stille over 't waterke voert.
 
o Schrijverkes, schrijverkes, zegt mij dan, -
 
met twintigen zijt gij en meer,
 
en is er geen een die 't mij zeggen kan: -
 
Wat schrijft en wat schrijft gij zoo zeer?
 
Gij schrijft, en 't en staat in het water niet,
 
gij schrijft, en 't is uit en 't is weg;
 
geen Christen en weet er wat dat bediedt:
 
och, schrijverke, zeg het mij, zeg!
 
Zijn 't visselkes daar ge van schrijven moet?
 
Zijn 't kruidekes daar ge van schrijft?
 
Zijn 't keikes of bladtjes of blomkes zoet,
 
of 't water, waarop dat ge drijft?
 
Zijn 't vogelkes, kwietlende klachtgepiep,
 
of is 'et het blauwe gewelf,
 
dat onder en boven u blinkt, zoo diep,
[pagina 43]
[p. 43]
 
of is het u, schrijverken, zelf?
 
En 't krinklende winklende waterding,
 
met 't zwarte kapoteken aan,
 
het stelde en het rechtte zijne oorkes flink,
 
en 't bleef daar een stondeke staan:
 
‘Wij schrijven.’ zoo sprak het, ‘al krinklen af
 
het gene onze Meester, weleer,
 
ons makend en leerend, te schrijven gaf,
 
één lesse, niet min nochte meer;
 
wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
 
niet lezen, en zijt gij zoo bot?
 
Wij schrijven, herschrijven en schrijven nog,
 
den heiligen Name van God!’

1857


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken