Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken (deel 1 en 2) (1949-1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)
Afbeelding van Dichtwerken (deel 1 en 2)Toon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.64 MB)

XML (2.53 MB)

tekstbestand






Editeur

Frank Baur



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken (deel 1 en 2)

(1949-1950)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Waar zit die heldere zanger, dien]

 
Waar zit die heldere zanger, dien
 
ik hooren kan en zelden zien,
 
in 't loof geborgen,
 
dees blijden Meidagmorgen?
 
 
 
Hij klinkt alom de vogels dood,
 
bij zijnder kelen wondergroot'
 
en felle slagen,
 
in bosschen en in hagen.
 
 
 
Waar zit hij? Neen, 'k en vind hem niet,
 
maar 'k hoore, 'k hoore, 'k hoore een lied
 
hem lustig weven:
 
het kettert in de dreven.
[pagina 139]
[p. 139]
 
Zoo zit en zingt er menig man,
 
vroegmorgens op 't getouwe, om, van
 
goên drom, te maken
 
langlijdend lijwaadlaken.
 
 
 
De wever zingt, zijn' webbe deunt;
 
de la klabakt, 't getouwe dreunt;
 
en lijzig varen
 
de spoelen heen, in 't garen.
 
 
 
Zoo zit er, in den zomer zoel,
 
een, werpende, op den weverstoel
 
van groene blâren,
 
zijn duizendverwig garen.
 
 
 
Wat is hij: mensche of dier of wat?
 
Vol zoetheid, is 't een wierookvat,
 
daar Engelenhanden,
 
onzichtbaar, reuke in branden.
 
 
 
Wat is hij? 't Is een wekkerspel,
 
vol tanden fijn, vol snaren fel,
 
vol wakkere monden,
 
van sprekend goud, gebonden.
 
 
 
Hij is ... daar ik niet aan en kan,
 
een' sparke viers, een' boodschap van
 
veel hooger' daken
 
als waarder menschen waken.
 
 
 
Horkt! Langzaam, luide en lief getaald,
 
hoe diep' hij lust en leven haalt,
 
als uit de gronden
 
van duizend orgelmonden!
[pagina 140]
[p. 140]
 
Nu piept hij fijn, nu roept hij luid';
 
en 't zijpzapt hem ter kelen uit,
 
lijk waterbellen,
 
die van de daken rellen.
 
 
 
Geteld nu tokt zijn taalgetik,
 
als ware 't op een marbelstik,
 
dat perelkransen,
 
van 't snoer gevallen, dansen.
 
 
 
Geen vogel of hij weet zijn lied,
 
zijn' leise en al zijn stemgebied,
 
bij zijnder talen,
 
nauwkeurig af te malen.
 
 
 
't En deert mij niet, hoe oud gedaagd,
 
dat hij den zangprijs henendraagt,
 
en, vogel schoone,
 
mij rooft de dichterkroone!
 
 
 
Want mensche en heeft u nooit verstaan,
 
noch al uw' rijkdom recht gedaan,
 
o wondere tale
 
van koning Nachtegale!
 
1888-90(?)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken