Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken (deel 1 en 2) (1949-1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)
Afbeelding van Dichtwerken (deel 1 en 2)Toon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.64 MB)

XML (2.53 MB)

tekstbestand






Editeur

Frank Baur



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken (deel 1 en 2)

(1949-1950)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[De navond komt zoo stil, zoo stil]

 
De navond komt zoo stil, zoo stil,
 
zoo traagzaam aangetreden,
 
dat geen en weet, wanneer de dag
 
of waar hij is geleden.
 
't Is avond, stille ... en, mij omtrent,
 
is iets, of iemand, onbekend,
 
die, zachtjes mij beroerend, zegt:
 
‘'t Is avond en 't is rustens recht.’
 
 
 
De boomen dragen gansch de locht
 
vol groen, nog onbestoven;
 
en 'k zie, zoo dicht hun' blaren staan,
 
nog nauwlijks deur de hoven;
 
'k en hoore niets, al om end om,
 
van 't zoetgekeelde vogelendom,
 
't en zij, het donker loof beneên,
 
den nachtegaal zijne avondbeên.
 
 
 
Hij zingt! Ach, wist hij zelf hoe schoon
 
hij zingt! Het is onwetend,
 
dat zingend hij mijne ooren boeit,
 
en aan zijn' kele ketent.
 
Ach, wist hij 't gene ik wetend ben:
 
dat dankbaar ik toch wete en ken
 
wie hem zijn' tale, en mij daaraf
 
't genoegen en 't genieten, gaf!
[pagina 152]
[p. 152]
 
Hoe lieflijk zingt hij! Maar, wat hoor
 
eensgangs ik ginder gekken?
 
Wat is 't, dat her end weder her
 
verergerend gerrebekken?
 
Och, vorschenvolk, in 't waterwied,
 
houdt op! En stoort de stilte niet:
 
laat hooren mij dat leutig slaan ...
 
en, kwelgediert, houdt op voortaan!
 
 
 
Hebt daar! ... Het speit, den steen rondom,
 
en, uitgestrekter schenen,
 
zijn al de vorschen, diepe in 't goor,
 
in 't zwijgend goor verdwenen! ...
 
Eilaas, de nacht en 't donker zijn
 
bezitten nu den zanger mijn:
 
noch nachtegaal, noch ruit noch muit,
 
en hoore ik meer ... 't is uit, 't is uit!
 
 
 
Juni 1882


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken