Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtwerken (deel 1 en 2) (1949-1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)
Afbeelding van Dichtwerken (deel 1 en 2)Toon afbeelding van titelpagina van Dichtwerken (deel 1 en 2)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.64 MB)

XML (2.53 MB)

tekstbestand






Editeur

Frank Baur



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtwerken (deel 1 en 2)

(1949-1950)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 310]
[p. 310]

[Mijne oogen zien bij dage]

II Cor., V, 7
 
Mijne oogen zien bij dage,
 
de nacht ontzegt mij 't licht,
 
't en zij ik hulpe vrage,
 
aan oor- en handbericht.
 
 
 
Doch hand en oore en oogen,
 
of hielpen ze al te gaâr
 
ter wetenschap, ze'n toogen
 
mij half de waarheid maar.
 
 
 
Gelooven moet ik mede
 
wat woord- en schriftverstand
 
mij vatbaar weten dede;
 
van verre en bij der hand.
 
 
 
Gij Roomen, gij Athenen,
 
gij Nijl, gij Tibervliet,
 
waart heel en al verdwenen
 
voor mij, 'n geloofde ik niet.
 
 
 
Van Alexanders vechten,
 
van Caesars wreede dood,
 
van wetten en van rechten,
 
van dichters kleen en groot;
 
 
 
van wijde en wilde streken,
 
van wilde en woeste zee'n,
 
wie wist er mij te spreken,
 
geloofde niet elkeen?
 
 
 
Twee sperkende oogen spoken,
 
twee lipkes lachen smal;
 
maar 't herte zit gedoken:
 
't geloove 'et zoeken zal.
[pagina 311]
[p. 311]
 
Ge'n hadt, o wereldjager,
 
uw land nooit aangeroerd,
 
en hadde, Christusdrager,
 
't geloove uw schip gevoerd.
 
 
 
Mijn ooge ziet een sterre,
 
ze ziet erin 't getal
 
tien duizend, heinde en verre:
 
't geloove alleen ziet ze al.
 
 
 
't Geloove weet dat ze allen,
 
geene enkele min of meer
 
uit Uwer hand gevallen,
 
U loven, God den Heer!
 
 
 
En 't gene ik, ondoorkerfbaar
 
van wille en wezen, ben;
 
onsterflijk, onbederfbaar,
 
alzoo 'k mij zelven ken:
 
 
 
één' ziele, een enkel wezen,
 
wie heeft haar ooit geraakt?
 
wie zag er ooit den Dezen
 
die alles heeft gemaakt?
 
 
 
Uw' lijdenschap onnaambaar,
 
Uw' liefde en Uw verdriet,
 
en waren mij verstaanbaar,
 
geloofde, o Heere, ik niet.
 
 
 
't Moet al geloovend komen
 
tot kennisse en bescheid,
 
de wijsheid uitgenomen
 
van Uwe alwetendheid.
[pagina 312]
[p. 312]
 
't Moet al geloovend raken,
 
geloovend tot der dood,
 
uit 's afgronds wijde kaken,
 
in Uwen vaderschoot!
 
 
 
Verleent mij, vol betrouwen,
 
geloovende, in den schijn
 
des werelds U te aanschouwen,
 
en dankbaar U te zijn.
 
 
 
En 't ende mijns beramens
 
zij deze Apostelstem:
 
Per fidem ambulamus,
 
et non per speciem!
 
1892-93(?).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken