Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaamsche volksvertelsels (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaamsche volksvertelsels
Afbeelding van Vlaamsche volksvertelselsToon afbeelding van titelpagina van Vlaamsche volksvertelsels

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.05 MB)

Scans (27.76 MB)

ebook (3.62 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Illustrator

Martha Van Coppenolle



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaamsche volksvertelsels

(1930)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 28]
[p. 28]

Van een tooveringe



illustratie

Het volk, hoe christelijk het ook wezen moge verhaalt geerne hetgene het, bij hooren zeggen van zijne overoude, onchristene voorouders, als wetelijke erfenisse vernomen en onthouden heeft.

Zoo was er te Gent, hoorde ik vertellen, op zekeren avond eene vrouw die wilde koeken bakken: 't was onze lieve Vrouw schudt-de-panne trouwens, en op dien dag, of op den avond van dien dag, en er is, in geheel Vlaanderen,

 
geen wuveke zoo arm,
 
of het maakt ze panneke warm.

Zoo, die vrouwe moeste, na die oude en eerbiedweerdige geplogentheid, koeken bakken.

En ze'n hadde geen blomme.

Zoo, wat doet ze?

En, wat zou ze doen, of t' en zij rechte over heur deure gaan, naar dien grooten winkel daar, om blomme te koopen?

[pagina 29]
[p. 29]

Nu, bindien dat ze te lijve bezig is met deesem te gieten en 't wafelijzer te keeren, komt er daar al met eenen keer een' katte in huis.

Die vrouw en hield geen katte, zoo 't moest een' vreemde katte zijn, en 't was een vreemde katte.

Ge zult gaan hooren:

‘Voort!’ zei de vrouwe tegen die katte, en ze joeg ze buiten.

Ja maar, ze kwam weêre, en ze zette heur te spinnen in den hoek van den heerd, terwijl dat de vrouwe maar alsan voort deesem en goot en koeken bakte.

‘Voort,’ zei ze nog nen keer.

En ze en wilde niet gaan.



illustratie

Ja maar, dat verleedde die vrouwe op een ende; en, als ze den derden keer gezeid hadde ‘Voort!’ en dat de katte van niet en gebaarde, zoo pakt ze mij 't wafelijzer, en ze slaat er die katte zoo dapper en zoo danig meê over

[pagina 30]
[p. 30]

heur lijf, dat ze seffens, al zweren, zoo de katten plegen, uit den huize en buiten vloog.

Zoo dat was wel.

's Anderdaags gaat die vrouwe die koeken gebakken hadde rechtover heur deure, peizende: 'k Ga mijn blomme gaan betalen.

De bazinne en koste niet voorenkomen ‘ze lag in heur bedde,’ zeiden ze.

's Anderdaags, nog ne keer gegaan, en de bazinne lag nog ne keer in heur bedde.

Den derden dag, als de vrouwe hoorde dat heur gebuurnege van rechtover nog altijd voort in heur bedde lag, zegt ze in heur eigen: ‘En 'k zou wel ne keer gaan kijken wat dat er schilt.’

En ze ging naar boven.

En 'k belove 't u! Om een haar, ze lag in heur bedde: geheel en al geschouperd en verbrand, van den hoofde tot de voete. Alla, ze'n geleek geenen mensch meer.

En 't was - God beware ons altemale! - 't was zij zelve. die een tooveringe was, en die, onder de gedaante van die katte, in dat huis gekropen, en die 't koekijzer op heure nekke gekregen hadde!

[pagina 31]
[p. 31]
Daar zat, in 't gers, een blommeken zoo lieflijk gedoken.
(Laatste Verzen).

DEZE vijf lieve vertelseltjes die Guido Gezelle zijn volk heeft afgeluisterd en voor ons heeft opgeteekend lagen verspreid en vergeten in den eersten jaargang van Rond den Heerd en den derden jaargang van Biekorf. In het gezamenlijke werk van Gezelle werden zij nooit opgenomen.

In deze sprookjes zien wij Gezelle, den zanger, den goede, hoe hij horkt naar de zingende volksziel en medezingt haar naïef gezang, primitiefste poëzie, in luim en kinderlijke blijmoedigheid.



illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken