Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaemsche dichtoefeningen (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaemsche dichtoefeningen
Afbeelding van Vlaemsche dichtoefeningenToon afbeelding van titelpagina van Vlaemsche dichtoefeningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

ebook (2.87 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaemsche dichtoefeningen

(1858)–Guido Gezelle–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 28]
[p. 28]

Benedicite omnes volucres coeli Domino.

 
Hoort, en hebt myn tale in achte,
 
Kinders van het pluimgeslachte,
 
Lief gedierte, groot en kleen,
 
Die daer floddert ondereen;
 
Gy die al de krinkelwegen,
 
Door het hemelryk gelegen,
 
Weet te vinden, op uw vlugt,
 
In de ligt-doorvlogen lucht:
 
Wakkre leeuwerk, hemelwekker,
 
Zevenzanger, bietjestekker,
 
Slaende kwakkel ende vink,
 
Gy daer ook al, koddig ding,
 
Dat, met 't steertjen op gesteken
 
En het koofke regt gestreken,
 
Klemt en klavert langs den stam
 
Van den eeke styf en stram;
[pagina 29]
[p. 29]
 
Blyde blyde nachtegale,
 
Eerlyk en van schooner tale,
 
Die zoo helder ende zacht
 
Hellemt in de stille nacht;
 
Dievig dievig muschgebroedsel,
 
Levend op een anders voedsel,
 
Gy die elk end een verwyt
 
Met het geen je zelve zyt;
 
Vogelkes uit allen lande,
 
Vogelkes van allen stande,
 
Vogels kort en vogels lang,
 
Vogels met of zonder zang:
 
Gy moogt hoog, kort, lang, smal, breed zyn;
 
Gy moogt alles zins gekleed zyn:
 
In 't fluweel, of in 't satyn,
 
Of in 't donzig harmelyn,
 
Zyden kleêren of katoenen,
 
Donkerblauwe of heldergroene,
 
Grimselzwart of hagelblank,
 
Kleur van hoog- of leegen rang:
 
Goud dat onder 't groene kronkelt,
 
Groen waer edel goud op vonkelt,
 
Bruin gebronzeld lyk metael,
 
Rood lyk een robinenstrael;
 
Fyn geringeld en geregeld,
 
En gespikkeld en gespegeld,
 
En verdwynend afgeleid,
 
't Een in 't ander weggevleid
 
En ten nieten uit verbleekend;
 
Kleur zoo stekende afgeteekend,
 
En zoo net vaneen geplekt
 
En zoo lief geschaeljedekt
[pagina 30]
[p. 30]
 
Dat 't geen een van al de menschen
 
Beter zoude doen of wenschen.....
 
Zanggebroeders uit het woud,
 
Met uw talen duizendvoud:
 
Gy, die kwinkt en gy die kwedelt,
 
Gy, die schuifelt en die vedelt,
 
Gy, die neuriet en die tiert,
 
Gy, die piept en tiereliert,
 
Gy, die wistelt en die teutert,
 
Gy, die knotert en die kneutert,
 
Gy, die wispert en die fluit,
 
Gy, die tjiept en tureluit,
 
Gy, die tatert en die kwettert,
 
Gy, die en klapt en lacht en schettert,
 
Vezelt, orgelt, zingt en speelt,
 
Lispelt, ritselt, tjelpt en kweelt,
 
Gy die kwinkt gelyk de vinken,
 
En alom gaet slaen en klinken,
 
Met uw bekken ligt en los,
 
Dat het kettert in den bosch:
 
Fluiters, zangers ende slagers,
 
Kermers, kriepers ofte klagers;
 
Vogels die, op Gods geleê,
 
Hier te lande of over zee
 
Jaegt, dat uwe vleren zoeven,
 
Achter 't gone u kan behoeven,
 
Achter 't gone uw voedsel is:
 
Kooren, vliegen, vleesch of visch;
 
Gy die diepe, in 't loof gedoken,
 
En in 't lommer weg gestoken,
 
Van het dik bewassen woud,
 
Daer uw wonder' nestjes bouwt,
[pagina 31]
[p. 31]
 
En in 't duiken van de blaêren,
 
Pluimkes, mosjes, wollenhairen
 
t' Samen in een wiegske vlecht,
 
En daer al uw hope in legt,
 
Vol van moederlyk verlangen,
 
Vol van blyde vreugdezangen,
 
D'hope van geheel 't geslacht
 
Van de bonte vederdragt:
 
Eikes, schoonste schoon der wereld,
 
Eikes, blinkende en bepereld
 
En gespot rondom de schael
 
Met het bleuzendste korael:
 
Geelwe, groene, blanke, blauwe,
 
Bonte, bruine, gryze, grauwe,
 
Digt gewolkte in 't helder groen,
 
Van geen mensche na te doen;
 
Zwart geplekt en wit gespegeld,
 
Digt gesyperd of getegeld;
 
Eikes, naer den regten zin,
 
Schoon van buiten, goed van bin'-;
 
Vogels, zoet of fel van aerde,
 
Al gy vogels van der aerde,
 
Hoe gewapend, hoe gereed,
 
Vogels, hoe gy ook al heet,
 
Kinders van het pluimgeslachte,
 
Komt, en hebt myn tale in achte,
 
Komt, en zingt en staet me by
 
Met uw Hemelmelody;
 
Looft den Heere, luide en lange en
 
Zingt Hem uwe lofgezangen;
 
Luide en lange, meer en meer,
 
Zingt en lofpryst God den Heer!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken