Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het huis (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het huis
Afbeelding van Het huisToon afbeelding van titelpagina van Het huis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.26 MB)

ebook (2.84 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het huis

(1925)–Marnix Gijsen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 18]
[p. 18]

De kraamvrouw in den zondagnoen

‘.... in ipso fervore diei’.
(Gen. XVIII, 1.)
 
De kraamvrouw is zoo stil,
 
zoo wit,
 
nu ze diep in de kussens zit,
 
bij het raam.
 
Haar kindje is een boter-gele wolk van kant,
 
met een vlekje rood.
 
Het is niets
 
dan een gekoesterde meisjesnaam.
 
 
 
De vrede van den zondagnoen:
 
de vrouw en haar luie gebeden.
 
De man, oogluikend.
 
Hij heeft langzaam gestreden
 
tegen den slaap.
 
 
 
Dan plots: het kind
 
dat te kraaien begint,
 
fijn en scherp lijk schervelend kristal.
 
Het neemt weer bezit van het kostbaar bestaan.
 
Hoor! het wil den stap van den tijd versnellen.
 
Het wil met fel getrappel op d'oude baan.
 
Zijn' kleine armen zijn overal.
 
Er is een ernst op zijn rood gelaat.
 
Het is de dronken maat
 
die zijn bizonder geval
 
wil vertellen,
 
op den hoek der straat,
 
en die niet kan.
 
 
[pagina 19]
[p. 19]
 
Nu zijn de vrouw en de man
 
gebogen
 
over het wicht en zijn dwaas verhaal.
 
De drift van een machtige teederheid stijgt,
 
al naar hun hoofd zich nader neigt,
 
uit de spits van hun gothisch ovaal.
 
 
 
Weer is de moeder stil.
 
Haar lijf is de barenzware zee,
 
kalm in den zomernoen
 
en mat van vree.
 
En bij haar aan -
 
zij hebben vloed en eb' gemeen,
 
maatlijk in gesus en geween -
 
rood als van druilend avondlicht
 
en week,
 
als onder zot gestoei van wind,
 
de kleine spiegel van dees blijde kreek
 
: haar kind.
 
 
 
De vader gaat dit rustig paar,
 
met vaste stappen tegemoet.
 
Lijk d'angelus over d'avondpap
 
en de smorige stallen in vree,
 
zoo is zijn aanschijn over deze twee:
 
zéér goed.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken