Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Over René Gysen (1970)

Informatie terzijde

Titelpagina van Over René Gysen
Afbeelding van Over René GysenToon afbeelding van titelpagina van Over René Gysen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (1.80 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (0.29 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie
bibliografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Over René Gysen

(1970)–Hilda van Assche, Pierre H. Dubois, Gust Gils, Harry Konings, Willy Roggeman, Paul de Wispelaere–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

ten geleide

De konsentrasie van gelijksoortig talent kan onwaarschijnlijk hoog zijn in welbepaalde lichtingen van schooljeugd. Uit eigen ondervinding sprekend: een parallelklas uit mijn ateneumtijd die drie universiteitsprofessoren opleverde. En tijdens mijn uitgangsjaar een 2de (wiskundige nog wel) waarin drie leerlingen die later bekendheid zouden verwerven als schrijver: Piet Sterckx; Wim Meeuwis; en René Gysen.

De hele duur van het schooljaar 1942-'43 hadden die klas en de mijne hun vaste plaats vlak naast elkaar, bij het in rang staan vóór de aanvang van elk lesuur, op de grote bakstenen koer van het onlangs zeer onvolledig uitgebrande viktoriaanse gebouw. Zo hebben René Gysen en ik vele honderden malen in het gelid gestaan, op slechts enkele meter van elkaar. Hebben hij en ik dezelfde gore oorlogssoep geslurpt, in dezelfde uithoek van de sombere schoolkelder waarin we ook tijdens elk van de talrijke luchtalarmen werden gepropt... Kortom, hebben wij dagelijks elkaar voor de voeten gelopen, een heel jaar min schoolvakansies lang. Maar - mij René Gysen herinneren uit die periode kan ik niet.

Triviaal feit, waarvan ik een vreemde echo weervind jaren later bij René Gysen, de schrijver: ook hij valt niet op. En doet nooit spesiale moeite om op te vallen, door wat hij schrijft, door zijn ‘literair optreden’, de stellingen die hij inneemt, de meningen die hij verkondigt. Niet dat hij in dit alles zo schroomvallig is. Hij heeft zijn overtuigingen, en de moed van die overtuigingen. Maar één ding heeft Gysen bovenal: hij is niet goedkoop. Waar anderen, geprikkeld door verweer of protest, of zo-

[pagina 8]
[p. 8]

maar uit sensasiezucht, er al eens direkt en fel durven op los gaan, offert hij nooit zijn zin voor nuansering aan de forsige eenzijdigheid van de slogan; kan hij wel scherp worden maar nooit schreeuwerig. Te intelligent voor banaal simplisme, is hij evenmin goedkoop in de aanwending van die intelligensie: hij vervalt niet in pedanterie. Gevolg: René Gysen is, op zijn peil, de meest onbekende schrijver van zijn generasie gebleven. Onbekend niet alleen in de zin van: geen grote oplagen bereikend. Want ook aan wie hem leest, en met belangstelling leest, geeft hij zich niet gemakkelijk. Blijkbaar valt hij onder de noemer van moeilijk schrijver. Wel in de laatste plaats omdat hij eenvoudige dingen met opzet ingewikkeld zou voorstellen. Maar omdat het zijn scherpe blik niet ontgaat dat het schijnbaar eenvoudige talrijke fijne vertakkingen vertoont, die onder de oppervlakte met elkaar verstrengelen tot een netwerk van haast onvoorstelbare kompleksiteit, dat bij het kleinste gebeuren in de direkte, zichtbare, ‘eenvoudige’ werkelijkheid gaat meetrillen. Noodzakelijk gevolg: de inspanning die Gysen later van zijn lezer vergt is recht evenredig met de inspanning die hijzelf moest leveren om tot een adekwate uitdrukking in woorden te komen van wat voor hem het volledige, het waarachtige was. En zo komt het: wat hij schrijft is zo sterk en innerlijk doorleefd dat het pas werkelijke waarde kan krijgen voor de lezer, zodra deze zelf een minimum van doorleving, van vertrouwdheid met, heeft bereikt. Maar daarvoor is uiteraard iets meer vereist dan het geduld en de konsentrasie van de doorsnee sportpaginalezer of teeveekijker...

Deze laatste opmerking blijft voor mijn rekening, men begrijpe niet verkeerd: René Gysen mag niet worden voorgesteld als een ivorentorenbewoner die zich verheven achtte boven wie ook. Hij vertoonde geen spoor van het befaamde sindroom van miskend genie. Een ver van ongekomplikeerde persoonlijkheid, dat was hij wel: stroef en toch zachtaardig, toegankelijk en gesloten tegelijkertijd, kieskeurig en toch bevriend met mensen uit de meest uiteenlopende milieus en van het meest uiteen-

[pagina 9]
[p. 9]

lopende karakter - en, ondanks zijn natuurlijke bescheidenheid, vervuld met een bijna mateloze eerzucht. Eerzucht die hem overigens nooit zou gebracht hebben tot maneuvers, tot het manipuleren van zijn eigen stuk op het literaire schaakbord; die hem alleen aanspoorde tot zijn hardnekkige pogingen om zijn ideeën gedaante te geven naar de maat van het kunnen dat hij in zich aanwezig voelde, en dat zich nooit goedschiks maar pas na verbeten worsteling naar zijn eisen leek te plooien. (Zou het niet billijker zijn hier een term te gebruiken als artistieke overtuiging, of inzet, liever dan de zo naar arrivisme ruikende van eerzucht? Maar Gysen zelf ontzag zich niet, deze laatste aan te wenden waar het hemzelf betrof. Zulke eerzucht, die alleen de eigen persoon en kunde op het spel zet, lijkt me boven verdenking, trouwens.)

Tijdens de korte vijftien jaar van zijn literaire loopbaan is René Gysen, hoe hoog hij ook greep, zeker voor het belangrijkste deel in zijn opzet geslaagd; heeft hij meer bereikt, is aan een sneller tempo geëvolueerd dan wij, zijn generasiegenoten - hij die werd aangespoord door het onverbiddelijke vooruitzicht dat vroeg of laat de ziekte een streep onder en door zijn rekening zou zetten. Nu dit dan gebeurd is - eerder vroeg dan laat helaas - en het literair werk van René Gysen is afgesloten, zij het met een breukvlak, staan we bij het begin van een nieuwe periode. De periode van posthume waardering, tipies voor zovele ‘moeilijke schrijvers’, waarin ze langsom meer verstaanbaar lijken te worden - tot niemand meer begrijpt (zozeer is de optiek geëvolueerd langsheen de door die schrijvers voorvoelde lijnen) hoe iemand ooit iets moeilijks aan hun werk heeft kunnen vinden.

Een eerste bijdrage tot zulk een bredere waardering van René Gysen als schrijver wordt beoogd met de uitgave van dit aan hem gewijde KOMMABOEK; een eerste maar lang niet definitief te noemen bijdrage, want de hierna verzamelde teksten, waarin hij vanuit verschillende hoeken belicht wordt en benaderd, kunnen een zo rijkgeschakeerde schrij-

[pagina 10]
[p. 10]

versfiguur als de zijne, vooral van op zo korte afstand in de tijd, onmogelijk volle recht laten wedervaren. Hiermee wil ik allerminst de verdiensten van de medewerkers kleineren. Wel integendeel. Als gastredakteur van deze (naar mij verteld wordt laatste) aflevering van het Kommaboek, dank ik hen hier voor hun toewijding en belangstelling. Wie hun toegezegd stuk uiteindelijk niet geschreven kregen, dank ik voor de goede bedoelingen.

 

Gust Gils


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken