Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Metamorphosis naturalis (1660)

Informatie terzijde

Titelpagina van Metamorphosis naturalis
Afbeelding van Metamorphosis naturalisToon afbeelding van titelpagina van Metamorphosis naturalis

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.35 MB)

ebook (8.61 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Metamorphosis naturalis

(1660)–J. Goedaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Ofte historische beschryvinghe vanden oirspronk, aerd, eygenschappen ende vreemde veranderinghen der wormen, rupsen, maeden, vliegen, witjens, byen, motten ende dierghelijcke dierkens meer


Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

XXXIX. Bevindinge.

ICk hebbe gemerckt dat dese Rupse groot vermaeck ende smaeck hadde in het eten van het loof der roode Jenevers ofte Aelbesyen, doch heeft sich seer haest tot veranderinghe gestelt na dat hy gesuyvert was, namelick op den 12 Julii, ende is inde veranderinge gebleven tot op den 15 Augusti, ende doen is daer uyt-gekomen een Ga naar voetnootm Vlieghe die feer graeuw

[pagina 75]
[p. 75]

ende snel in het vliegen was, doch en bleef maer 4 dagen in het leven. Ick noemde dese Rupse Vroegh-op, om dat hy gewoon was te eten smorghens

[pagina 76]
[p. 76]

seer vroegh, in het aenvangen des dageraedts.

voetnootm
Men leest 2 Reg. 1.2. dat inde stadt Ekron eenen Af-god geweest is, die genaempt was Baal-zebub, dat is, een Heer ofte Meester der Vliegen, om dat dien Af-godt geeert wiert, ten eynde hy haer te hulpe soude komen tegen de menichte der Vliegen, die in Palestina de menschen veel ongemack ende schade aen-brachten. Want dit gevoelen over de reden der ghemelde benaeminge, denckt ons veel waerschijnelicker, dan dat den Af-godt de gedaente van een Vliege soude gehadt hebben: gelijck eenige meenen. Ofte dat hy dus genaempt geweest soude zijn, om dat in sijnen Tempel altijdt vele Vliegen waren, sittende op de Offerhanden der Beesten, die hem ter eeren, in groote menichte geoffert wierden: daer in tegendeel de Joden seggen (hoewelse misschien hier in, gelijck in menige andere dingen, weynigh geloofs verdienen) dat inden Tempel te Jerusalem, noch ontrent de offerhanden die daer gheslachtet wierden, noyt geen vlieghen en quamen. So dat den Afgod desen naem als tot een schimp soude gekregen hebben, om dat hy de offerhanden die tot sijner eere gedaen wierden, niet en konde vande Vlieghen verlossen. Want hoe is het eenichsints waerschijnelijck te achten, dat Ahasia zijnde swaerlick gequest, ende versoeckende uyt den gemelden Afgodt te weten of hy van sijn kranckheydt genesen soude, dat hy op dien tijt dien Afgodt een naem tot sijn schande ende bespottinge soude gegeven hebben? doet tot bevestinge van het eerste gevoelen, dat oock Plinius lib. 10. cap. 28. gewach maeckt van Volckeren die den Afgodt Myagron aengeroepen hebben, als met de menichte der Vliegen de Pest veroirsaeckt wiert; ende datse alle stierven, so haest men dien Afgodt offerhande ghedaen hadde. Ende Aelianus verhaelt in sijn elfde boeck vande dieren cap. 8. dat eertijts inden Tempel van Apollo Actius een Osse geslacht wiert voor de Vliegen eermen het Feest hielt ter eeren van dien Afgodt, om datse vertrecken souden, ende datse met het bloedt des gedooden Osse versadicht zijnde, alle wech gingen tegen dat het Feest aenginck. Doch inde selfde plaets schrijft hy van vromer Vliegen, die niet door loon als het ware uytgekocht, maer van selfs door eerbiedicheyt tot de Afgoden vertrocken, alsmen haere Feesten houden moest. Desen naem van Baal-zebub hebben de Joden den Oversten der Duyvelen gegeven Matth. 12.24. Marc. 3.22. so uyt haet ende verfoeyinge des Afgodts, als tot verkleeninge ende versmadinge van de macht des Duyvels. Siet Seldenum de dis Syris lib. 2. Cap. 6.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken