Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars secunda (1667)

Informatie terzijde

Titelpagina van Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars secunda
Afbeelding van Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars secundaToon afbeelding van titelpagina van Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars secunda

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.84 MB)

ebook (6.51 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Metamorphosis et historia naturalis insectorum. Pars secunda

(1667)–J. Goedaert–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 247]
[p. 247]

45. Ondervindinge.

DIt Worm-dier, dat de xlv. Plaat u voor oogen stelt, ont-houwt hem op de Vlier-boom. Eerst draagt het een schoon witagtig geel koleur op 't lijf; dat daar na swartagtig word. 't Leeft van die swarte beestjes, die men aan de tippen van den Vlier-boom vind, en deze zyn kinderen der Mieren, geteelt uit zeker zaad ende vogtigheid, die de Mieren op die tipjes zetten, en door de warmte der Zonne uit-gebroed. De Mieren zijn ook geduirig by deze beestjes, om haar tegen dezen Worm te beschermen; zy strijkken ook dikwils de zelve met hare voorste pootjes over 't lijf; zoo haar spraak gegeven was, zy zouwden zeggen, dat zy schijnen

[pagina 248]
[p. 248]

te zeggen, zijt gerust, wy dragen zorge voor u, en wy zullen u bewaren; dit geven zy deze beestjes met haar te streelen te kennen; zy loopen ook gestadig dezen boom op en af, om dezen Worm te verjagen; zy vervangen ook malkanderen, in wagt te houwden. Gelijk dan de Luyaards, na de lesze van den wijzen man, Spr. vi. 6 tot de Mieren moeten gaan, om neerstigheid van haar te leeren. Zoo mogen wy ook d' on-barmhertige Ouwders tot haar zenden; op dat zy van haar leeren goede wagt te houwden, nauwe zorge te dragen voor hare kinderen, in d' op-voedinge; en om haar te beschutten ende te bewaren voor alle on-heil. Want dit doen de Mieren ook aan deze beestjes, die uit haar geteelt zijn,

[pagina 249]
[p. 249]

haar bewarende van dezen Worm, haren vyand.

Zyt gy nu begeerig na de kennisze van den oorspronk van dezen worm? zoo weet, dat hy voort-komt van zoo-danigen vliege, als gy onder op de Plaat' u ziet uit-geteikkent. Deze zet haar zaad op de Vlier-boom-bladeren; wetende dat' er de voor-beschrevene beestjes op zijn, die haar af-zetzels tot spyze dienen zullen, gelijk voor henen getoont is in de xi. Ondervindinge, op de 12. blad-zijde. En dit haar zaad daar op gezet, broed de warmte van de Zonne uit, dat'er dit worm-dier uit-komt.

Als ik dit nu xiii. dagen onderhouwden, en van voedzel verzorgt hadde, hield het op van eten, als willende zyn hervorminge aan-vangen;

[pagina 250]
[p. 250]

maar twee dagen daer na, kreeg het deze schoone koleuren, die gy hier na 't leven hebt af-gezet, en het schoot zyn huid uit; doe toog het wêêr op een nieuw aan 't eten, van die swarte beestjes, en op den xxvii. van Braak-maand stelde het hem ter veranderinge, en bleef in de zelve tot den xiii. van den volgenden Hoi-maand, als wanneer het eene vliege te voorschijn bragt, die die vliege, waar van ik inde 51. Ondervindinge van het Eerste Deel gehandelt hebbe, zeer gelijk, dog grooter, en geel aan het voor-lijf was. Deze leefde tot den xvii. der zelfde maand, zonder eten, en gaf het op by gebrek van voedzel.

Dit worm-dier, alzoo 't gestadig ligt en luimt, en loert op de Mieren-kinderen, moogt gy onder-scheids-

[pagina *73]
[p. *73]


illustratie

[pagina 251]
[p. 251]

halven den Grooten Luimaard noemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken