Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dochter van den kozak. Een historisch verhaal voor meisjes (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dochter van den kozak. Een historisch verhaal voor meisjes
Afbeelding van De dochter van den kozak. Een historisch verhaal voor meisjesToon afbeelding van titelpagina van De dochter van den kozak. Een historisch verhaal voor meisjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.81 MB)

Scans (10.45 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Illustrator

G.J. Bos



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dochter van den kozak. Een historisch verhaal voor meisjes

(1878)–Reinoudina de Goeje–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Eene dwergenbruiloft.

De keizerin en hare vriendin hadden zich niet bedrogen wat Romanowna betrof; want wel zag de jeugdige prinses vreemd op, toen zij door een ander meisje geholpen werd, maar deze zeide haar terloops, dat Milna eenigen tijd afwezig zou blijven, en zij de prinses in dien tusschentijd moest bedienen. Zij wist toen dadelijk zoo'n vroolijk verhaal te vertellen en voor hare eigene levensgeschiedenis te laten doorgaan, dat Romanowna bijna geene gelegenheid had om Milna te missen. Had de prinses goed over de geheele zaak nagedacht, dan zou zij zeker verbaasd hebben gestaan over dit vreemde vertrek van Milna, waarvan zij vroeger nooit iets had gehoord; maar Romanowna had nog niet geleerd om over anderen na te denken. Aan een weelderig hof opgevoed, was zij gewend dat ieder, die haar omringde, steeds haar genoegen zocht; en naarmate zij ouder werd en hare zeldzame schoonheid zich meer ontwikkelde,

[pagina 25]
[p. 25]

werd zij hoe langer hoe meer door vleiers overtuigd, dat haar genoegen hoofdzaak was, waaraan boven alles gedacht moest worden.

Zij was toch niet zoo onhartelijk, dat zij Milna in het geheel niet gemist zou hebben, ala er niet opzettelijk alles gedaan was om haar onophoudelijk te verstrooien. In de eerste plaats werd er al zeer spoedig bekend gemaakt, dat er een huwelijk zou voltrokken worden tusschen Tschoewa, den lievelingsdwerg en hofnar van de keizerin, en Iwanowna, eene Finlandsche dwergin.

In het voorbijgaan zij hier gezegd, dat in dien tijd, en reeds veel vroeger, de gewoonte om narrcn te hebben zoo algemeen was in Rusland, dat bijna ieder voornaam heer zoo'n wezen in eigendom had. De leelijkste en afzichtelijkste schepsels werden daarvoor uitgekozen, en zoo was deze Tschoewa dan ook het afschuwelijkste wezen dat men zich kan voorstellen. Zijne dunne beentjes droegen niet dan met veel moeite een dik hoofd, dat zich meestal in eene schommelende beweging op het kleine lichaam bewoog. Als om zijne leelijkheid nog meer te doen uitkomen, was hij veelal gekleed als een Laplandsche boer. Hij droeg dan een korte roode broek en roode kousen, groote grijze schoenen met punten en een blauwen met geel omzoomden kiel. Om het geheel te volmaken, bedekte een roode muts in den vorm van een suikerbrood, met een gelen kwast er aan, zijn rossige, borstelige haren.

Dit aldus zonderling toegetakeld wezen was zoo brutaal als een bedorven kind kan zijn, en durfde zich tegen ieder, zelfs tegen de keizerin, allerlei vrijheden veroorloven; niemand durfde ooit den begunstigden hofnar iets ten kwade duiden, maar integendeel werd er steeds hartelijk gelachen, zelfs om zijne hatelijkste en kwaadaardigste aanmerkingen.

De hof bedienden, die waarschijnlijk niets liever dan de verwijdering of misschien den dood van dit wezen wenschten, moesten nu op bevel der keizerin toebereidselen maken voor het dwaze huwelijk, dat zeer plechtstatig zou worden voltrokken. Aan alle eigenaren van dwergen werden uitnoodigingskaarten gezonden, om met hunne narren bij het huwelijk tegenwoordig te zijn; en daar ieder veel behagen in de aardigheid vond, kwamen er meer dan honderdvijftig zulke ongelukkige wezens bij elkander, die te zamen een schouwspel vormden, zoo schoon in de oogen der Russen, dat zij elkander bijna verdrongen om den stoet te zien.

De bruid was kreupel en zag scheel, en daarenboven was haar

[pagina 26]
[p. 26]

eene schouder bijna zoo hoog als haar hoofd. Evenals de bruidegom was zij in zeer bonte kleederen gedoscht en versierd met goud en edelgesteenten. Voor het jonge paar uit liep een dwerg in plechtgewaad, met een maarschalksstaf in de hand, en op hem volgden al de gasten, twee aan twee gearmd. Onder begeleiding van Russische muziek, die toen grootendeels bestond uit cithers, die zij balaleiga's noemen, jachthorens, keteltrommen en zakpijpen, gingen die zestig of zeventig paren naar de kerk, waar het huwelijk voltrokken zou worden. Sommigen hinkten, anderen sjokten op een sukkeldrafje voort; velen hadden pret en genoten van harte, maar ook velen waren in hun hart woedend op hunne meesters, omdat zij, die reeds zoo diep te beklagen waren, daar tot spot van de geheele stad ten toon werden gesteld.

De trouwplechtigheid was spoedig afgeloopen. De keizerin zette zelve het onbevallige bruidje den bruidskrans op het hoofd, en gaf aan het jonge paar, nadat de ringen gewisseld waren, vele geschenken, waarna het gezelschap weder in het paleis vergaderde, waar kleine tafels waren aangerecht. De jeugdige echtgenooten werden onder een verbemelte op fluweelen kussens geplaatst, en aan hen werd alles het eerst aangeboden door de dienstdoende dwergen. Het geheele hof was op de galerijen tegenwoordig om zich met den aanblik van dit feest te vermaken. Na afloop van het bruidsmaal werden de tafels weggeruimd en begon het bal, dat tot den volgenden morgen duurde. Niemand van de toeschouwers dacht er aan hoe aandoenlijk dit schouwspel eigenlijk was, maar allen beweerden dat het allergeestigst was en lachten hartelijk om de dwaze sprongen der kleine gasten.

Christine, het nieuwe kamermeisje van Romanowna, die op de dienstbodengalerij had mogen kijken, wist zoo aardig alle dwergen na te doen, dat de prinses zich soms tranen in de oogen lachte, als hare kamenier haar herinnerde aan de scheeve beenen, de hooge ruggen, de schele oogen, de lange armen en de bijzonder dikke of kleine hoofden van de bruiloftsgasten.

Als Romanowna eens over Milna begon te spreken, werd Christine altijd treurig en vroeg herhaaldelijk wat de prinses dan toch op haar had aan te merken.

‘Wel, niets,’ antwoordde Romanowna, ‘ik ben zeer voldaan over uwe diensten, maar ik denk wel eens hoe vreemd het toch is, dat Milna zoo plotseling verdwenen is.’ Maar zoodra Romanowna

[pagina 27]
[p. 27]

zoo iets gezegd had, begon Christine bijna te weenen en, zich beklagende, zeide zij, dat de prinses zeker niet om Milna zou denken, als zij over haar tevreden was, en dat het haar speet, dat zij nog zoo weinig de goedkeuring van hare meesteres verdiende.

Romanowna kon haar nooit aan het verstand brengen, hoe het zeer wel mogelijk was, dat zij over haar even voldaan was als over Milna, en toch deze niet geheel kon vergeten. Op dat punt bleef Christine altijd even onbegrijpelijk, hoe goed zij anders haar verstand ook had. Blijkbaar had zij in last Romanowna's gedachten van Milna af te leiden en vond zij deze wijze de beste; maar hare meesteres begreep dit niet en vermeed langzamerhand om Milna's naam te noemen.

Zoodra de dwergenbruiloft was afgeloopen, begon men alweder te spreken over andere feesten, en werden er onder anderen eenige wedloopen en riddergevechten gehouden. Aan Romanowna droeg de keizerin daarbij de eer op, om in tegenwoordigheid van het hof de prijzen uit te deelen. Hoe schitterden de oogen van het jonge meisje dan van genoegen, als zij aan het boveneinde van de prachtig versierde zaal, op haar eergestoelte gezeten en omringd door den geheelen hofstoet, de helden uit het strijdperk zag komen, die haar verzekerden, dat een blik uit hare oogen grooter belooning voor hen was, dan de gouden ketens of de met juweelen omzette degens, die zij aan de overwinnaars uitreikte.

Te midden van al die genoegens werden de toebereidselen tot het groote feest in stilte voortgezet, en daarvoor was ieders verwachting zeer hoog gespannen, omdat het een geheim bleef hoe die partij zou zijn. Alleen was er maar bekend, dat dit feest alles in pracht en luister zou overtreffen, wat er tot nog toe in Rusland was geweest, en alle hovelingen, en Romanowna niet het minst, verlangden recht naar dien dag.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken