Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De dochter van den kozak. Een historisch verhaal voor meisjes (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van De dochter van den kozak. Een historisch verhaal voor meisjes
Afbeelding van De dochter van den kozak. Een historisch verhaal voor meisjesToon afbeelding van titelpagina van De dochter van den kozak. Een historisch verhaal voor meisjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.81 MB)

Scans (10.45 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.47 MB)

tekstbestand






Illustrator

G.J. Bos



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

historische roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De dochter van den kozak. Een historisch verhaal voor meisjes

(1878)–Reinoudina de Goeje–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 35]
[p. 35]

In de hermitage.

Zoodra de geheimzinnige man Romanowna verlaten had, ging hij naar een donker gangetje, dat naast het verlichte voorportaal was, en zeide halfluide: ‘Kom mede, mijne dochter, de prinses zal spoedig bij u komen; doe uw masker weder voor, en volg mij.’

Milna, want zij was het, kwam uit haar schuilhoek te voorschijn en volgde stilzwijgend haar geleider, die haar voorging naar de hermitage. Het meisje was wel meer te Zarsko-Celo geweest en wist ook zeer goed, dat een gedeelte van dat paleis ‘de hermitage’ genaamd werd, maar zij wist tevens dat niemand dan de keizerin en de prinses den toegang hadden tot dat verblijf, waarin zelfs nooit een bediende mocht komen. Het verwonderde haar dus niet weinig toen haar geleider, alsof het eene doodeenvoudige zaak was, de deur van het verboden vertrek opendeed en weder achter zich sloot, nadat hij haar had binnengelaten. Op een wenk van hem, of liever na een zacht op den grond stampen, werden er, als door een tooverslag, lampen aangestoken, die aan Milna's verbaasde blikken lieten zien waar zij zich bevond. Zij was nu in de voorgalerij, die aan weerszijden geheel bedekt was met kostbare schilderijen. De vreemde vertoefde hier evenwel niet lang, maar begaf zich onmiddellijk naar de groote eetzaal, waar hij zich op eene der gemakkelijke rustbanken neer liet vallen en Milna een wenk gaf tegenover hem plaats te nemen; daar stampte hij met den voet op een voor hem liggend plaatje en riep toen dat hij eenige spijzen, die hij opnoemde, verlangde. In een oogwenk stond er een gedekte en met spijzen beladen tafel tusschen hen beiden in. Zoodra het maal, waar de vreemdeling meer eer aan deed dan Milna, geëindigd was, zeide hij, opstaande: ‘Komaan, mijne dochter, nu zullen we ons dessert gaan plukken.’

Op hetzelfde sein werd de tafel weder weggehaald, zonder dat Milna kon zien hoe dit gebeurde, maar zij had even weinig gelegenheid daarover na te denken als om nog rond te kijken, want haar geleider was zoo haastig dat hij daartoe geen tijd liet. Het speet haar wel, want wat zij hier zag was veel prachtiger dan dat zij ooit in het paleis te Petersburg had aanschouwd: kleeden, spiegels, meubels, ornamenten, kronen, in één woord, alles

[pagina 36]
[p. 36]

scheen wel van glanzend metaal vervaardigd of er mede opgelegd te zijn, zoo blonk het haar toe. De heerlijke warmte koesterde het meisje, dat zoo lang in dat koude gangetje had gewacht, en dus lachte haar het denkbeeld om naar buiten te gaan volstrekt niet toe. Zij begreep wel niet wat haar geleider bedoelde met ‘het plukken van het dessert’ in het midden van den winter, maar zij zag aan het openen van een glazen deur, dat het hem degelijk ernst was om naar buiten te gaan. Half onwillig volgde zij hem dus. Maar wie schetst hare verbazing, toen zij buiten komende een aangenamen geur van rozen en hyacinten gewaar werd en bespeurde dat het daar geheel zomer was? Perziken en druiven hingen rijp aan de boomen, en overal waren perken met de kostbaarste en zeldzaamste bloemen. Smaakvol gesnedene banken stonden hier en daar in het groen en noodigden tot zitten uit. Milna kon van verbazing geen woord uitbrengen; het was haar als zag zij zich in eene tooverwereld verplaatst, en zij vreesde bijna dat de betoovering zou wijken als zij zich bewoog. Romanowna had haar vroeger wel eens verteld van de wonderen der hermitage, het geliefkoosde verblijf van de keizerin, maar de werkelijkheid overtrof nog zeer ver de voorstelling, die zij er zich van had gemaakt.

‘O, hoe heerlijk! hoe prachtig!’ riep zij meermalen uit. De vreemdeling scheen evenwel niet in hare verrukking te deelen, ten minste hij gaf geen antwoord op hare herhaalde aanmerkingen en bleef in gedachten verdiept.

‘Zij is veel schooner dan hare moeder,’ zeide hij eindelijk.

‘Wie?’ waagde Milna op zachten toon te vragen.

‘Wel, Romanowna,’ antwoordde de man, maar ging dadelijk daarop eenige vruchten plukken, die hij gedeeltelijk aan Milna gaf en gedeeltelijk zelf opat.

‘Milna!’ begon hij toen vertrouwelijk, ‘aanstonds zult ge de prinses hier zien.’

‘Hier?’ vroeg Milna. ‘Maar ik mag hier niet zijn,’ voegde zij er bij, ‘de toegang tot de hermitage was mij steeds verboden.’

‘Wees gerust. Tot nog toe heb ik u, dunkt mij, geene reden gegeven om mij te wantrouwen, maar heb zooveel ik kon u geholpen.’

‘Gij hebt gelijk, mijn vader,’ hernam Milna, ‘ik heb het aan u te danken dat ik niet in ballingschap ben en dat ik uit mijne vreeselijke gevangenis....’

‘Welnu,’ zeide hij, haar in de rede vallende, ‘ik heb dus eenig

[pagina 37]
[p. 37]

recht op uwe dankbaarheid, en daarom vraag ik uwe hulp. Romanowna zal aanstonds hier zijn.’

Hij zweeg even en vervolgde toen langzaam terwijl hij Milna stijf aanzag, als om de uitwerking van zijne woorden na te gaan: ‘Zij moet in mijne macht komen, maar ik voorzie dat ik tegenstand van haar zal ontmoeten; help mij dus haar te overreden.’

‘Waartoe?’ vroeg Milna.

‘Ik zal u mijn plan in korte woorden mededeelen: ik moet Romanowna wantrouwen inboezemen tegen de keizerin; en als gij mij daarin wilt helpen en slaagt, zal de zegen des hemels dubbel over uw hoofd komen. Ik vraag u dit, omdat gij de prinses meer kent dan ik, en dus beter zult weten op welke wijze dat plan kan worden uitgevoerd.’

‘Maar de minste begeerte der prinses wordt dadelijk door de keizerin ingewilligd, en ieder vliegt steeds op hare wenken,’ begon Milna, ‘dus het zal....’

‘Misschien heb ik uwe hulp niet eens noodig; wacht mij hier, dan ga ik de prinses halen.’ Bij deze woorden kortaf gesproken, ging hij, nadat hij zijn afgelegd masker weder voorgedaan had, naar binnen en liet Milna alleen in den beroemden wintertuin van Zarsko-Celo.

De gemaskerde ging in de zaal, brak met een zeer fijn werktuigje een ebbenhouten met goud ingelegd kastje open, nam daaruit verscheidene goudstukken, die hij in een zakje onder zijn kleed verborg, en begaf zich toen, nadat hij het kastje weder op dezelfde wijze gesloten had, naar de galerij waar de schilderijen hingen. Daar gekomen nam hij eene waskaars van de kroon in de hand en zag zorgvuldig alle portretten een voor een na. Blijkbaar vond hij niet wat hij zocht; want, nadat hij de zaal aan beide kanten had rondgezien, begon hij zijn onderzoek van nieuws af aan, doch weder met hetzelfde ongelukkige gevolg.

‘Hoe nu,’ mompelde hij, ‘zou ik verkeerd zijn ingelicht door dien ellendeling? Tot nog toe heeft hij mij niet bedrogen, en heb ik alles juist zoo gevonden als hij het mij gezegd had, doch het portret vind ik niet; en toch, daar moest het hangen, daar aan de rechterzij tegenover dien zeeslag. Neen, het hangt er niet! Maar wacht, daar is eene ledige piek, daar zal het gehangen hebben. Het is er niet meer! Hel en duivel!’ vervolgde hij woest, ‘wie kan mij die poets gespeeld hebben juist op dit oogenblik?’ en eenige

[pagina 38]
[p. 38]

verwenschingen uitbrakende, die wij niet zullen herhalen en die al zeer weinig pasten bij het deftige geestelijk gewaad, dat hij aan had, en bij de prachtige zaal waarin hij zich bevond, maakte hij zich juist gereed de galerij te verlaten, toen zijn blik als toevallig op eene schilderij viel, die in een hoek stond en waarover een zwart gaas gespannen was. Spoedig sneed hij met een mesje het gaas door en gaf een lichten kreet van blijdschap, toen hij zag dat het gezochte voorwerp was gevonden. Haastig nam hij het schilderstuk uit de lijst, deed het gaas er zoo goed mogelijk weder voor, zette de ledige lijst op dezelfde plaats en ging, nadat hij het portret in een doek gewikkeld en onder den arm genomen had, naar Milna terug.

‘Mijne dochter,’ sprak hij op zalvenden toon, toen hij het meisje genaderd was, ‘mijne plannen zijn veranderd, niet hier, maar in het kleine huisje in het bosch zult gij Romanowna ontmoeten.’

‘Het is hier zoo heerlijk,’ zeide Milna, half met weerzin opstaande, want de angst, dien zij een oogenblik had gehad toen zij alleen gelaten werd, dat de keizerin haar eens in dit verboden verblijf kon vinden, was langzamerhand geheel geweken.

‘Als mijne plannen gelukken,’ beloofde de vreemdeling, ‘zult ge een nog heerlijker verblijf het uwe kunnen noemen, reken daarop. Maar komaan, onze lijd dringt.’

Vroolijk volgde Milna nu. Het was haar, als zag zij zich reeds in het bezit van zooveel weelde, en in hare opgewondenheid kostte het haar geene moeite al die pracht achter zich te laten en, door den vreemdeling geleid, weder door het donkere gangetje naar de achterdeur te gaan, waar eene slede haar wachtte. ‘Spoedig zal ik met de prinses bij u komen,’ zeide hij tegen haar. Vervolgens gaf hij bevel, uit naam der keizerin, om bij deze zelfde deur eene slede met vier paarden bespannen gereed te houden, en ging toen weder naar de danszaal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken