Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bij Saartje (ca. 1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bij Saartje
Afbeelding van Bij SaartjeToon afbeelding van titelpagina van Bij Saartje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.80 MB)

Scans (19.47 MB)

ebook (6.80 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Illustrator

G. Wildschut



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bij Saartje

(ca. 1910)–J.J.A. Goeverneur–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De jonge haan.

Op eene boerenhoeve was eens een jonge haan. Die begon al braaf op te schieten en kon al een beetje kraaien, maar toch lang nog niet zoo goed als mijnheer zijn papa. Hij zelf echter meende, dat hij het al veel beter kon, verbeeldde zich al, een heele sinjeur te wezen, en werd zoo onbeschaamd, dat hij zich van zijn vader geen woord meer wou laten zeggen. Hij ging, waarheen hij lust had, en kwam zelfs wel soms in de keuken,

[pagina 3]
[p. 3]

stak dan zijn kop in de hoogte en maakte met zijn kraaien een spectakel, alsof hij alle menschen in huis bangmaken wou. De meid joeg hem dan vaak met de tang naar buiten, en dan bleef de onbeschaamde rekel voor de keukendeur staan, en schreeuwde en maakte een geweld, alsof men hem het grootste onrecht van de wereld had aangedaan.

Nu wilde hij ook niet meer op den hoenderhof blijven, maar vloog over de schutting en liep het veld of op het weiland om, en waar hij maar verkoos. ‘De wereld is immers groot genoeg voor mij,’ zeide hij; ‘ik vind overal wat te eten en wil mij niet langer op den kop laten zitten.’ Maar hij kwam ook bij andere menschen in de tuinen, krabde het pas gezaaide zaad op en pikte af, wat hij dacht, dat goed smaakte. Daar maakten de menschen zich erg boos over en ze joegen hem met stokken en steenworpen weg.

‘Dat lompe volk!’ zei hij dan; ‘meenen ze misschien, dat ik daar iets om geef?’

Tegen den tijd, dat het pluimgedierte gevoerd werd, kwam hij echter altijd weer over de schutting vliegen, en kraaide al zijn best Ku-ke-le-ku! alsof hij zeggen wou: ‘Daar ben ik weer, en ik wil ook mijn part en deel hebben.’ De hoenders waren evenwel niemendal blij, als hij daar weer was; want hij pikte allen de beste hapjes voor den neus weg, en joeg nu deze, dan die hen van den voederbak weg, en als zich eene over den lomperd beklaagde, dan werd hij eerst recht ondeugend, dreef haar tot den hoek van den hof en liet niet toe, dat zij er weer bijkwam.

Dat had de meid al meer dan eens gezien, en dan had zij den onbeschaamden gast gedreigd, dat hij in

[pagina 4]
[p. 4]
het vervolg geen korreltje meer krijgen zou. Hij schudde den kop, lachte de meid uit en zei: ‘Ik kan doen en laten, wat ik wil.’ Nu werd de meid erg boos; zij pakte den rekel bij zijne vlerken, schudde hem eens ter

illustratie

deeg, stopte hem in een grooten hoenderkorf, flapte gauw het deksel toe en riep: ‘Zie zoo, deugniet; doe dan nu, wat gij wilt! Niemand in de wereld mag doen, wat hij wil, maar ieder dient te doen, wat hij moet!’

Daar zat de sinjeur, die geen goed wou doen en het kwaad niet wou laten, dan nu in de gevangenis, terwijl al 't ander gevogelte vroolijk en vergenoegd op den hof rondkuierde. En als de meid weer niet den voerbak kwam, dan kreeg hij maar een klein beetje in zijn korf gestrooid, en als hij zich dan boos en knorrig toonde, dan kreeg hij de volgende reis heelendal niets.

[pagina 5]
[p. 5]

Misschien zit hij nog in den korf, en als hij zich niet betert, dan komt hij er nooit weer uit, al leeft hij ook honderd jaar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken