Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjes (1874)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjes
Afbeelding van Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjesToon afbeelding van titelpagina van Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.82 MB)

Scans (58.36 MB)

ebook (10.69 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

sprookje(s)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjes

(1874)–J.J.A. Goeverneur–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 62]
[p. 62]

Het avontuur in het bosch.

Het regende, alsof het water met emmers uit den hemel werd gegoten. De denneboomen schudden het hoofd en zeiden tot elkaar: ‘Wie had van morgen gedacht, dat het zoo'n weertje zou worden!’ Het druppelde van de boomen op de struiken, van de struiken op het varenkruid en liep in ontelbare kleine beken tusschen het mos en de steenen. Met den middag was de regen begonnen, en nu werd het al donker, en de boomvorsch, die voor het slapengaan nog eventjes naar de lucht keek, zei tegen zijn nabuur: ‘Voor morgen vroeg houdt het niet op.’

Van diezelfde gedachte was ook eene mier, die bij dit weer het bosch door ging kuieren. Zij was dien voormiddag met eieren naar Dennenberg op de markt geweest en droeg nu 't geld, dat zij daarvoor gekregen had, in een klein blauw linnen zakje naar huis. Bij elken stap zuchtte en kreunde zij: ‘Mijn japon is weg,’ zei ze, ‘en mijn hoedje ook glad bedorven. Had ik mijn paraplu maar niet laten staan of althans mijn overschoenen aangetrokken! Maar met stoffen schoentjes is er in zulk weer haast geen doorkomen aan!’

Terwijl zij zoo sprak, zag zij recht voor haar uit in de schemering een grooten paddenstoel staan. Vroolijk ging zij daarop toe. ‘Dat komt net van pas,’ riep zij; ‘beter schutdak kon ik haast met geen mogelijkheid wenschen. Hier blijft ik, tot de regen ophoudt. Naar 't me toelijkt, woont hier niemand - des te beter. Ik kan me dan dadelijk naar mijn zin inrichten.’ Dat deed ze dan ook. Ze was juist bezig, het water uit hare schoenen te gieten, toen zij bemerkte, dat buiten een kleine krekel stond, die zijn viooltje op den rug droeg. ‘Zeg eens, miertje,’ sprak de krekel haar aan, ‘is 't met verlof, dat ik hier een ommezientje schuil?’ - ‘Kom maar gerust binnen,’ zei de mier; ‘ik ben blij, dat ik gezelschap krijg.’ - ‘Ik heb van daag in de heidekroeg tot den dans opgespeeld,’ zei de krekel. ‘'t Is een beetje laat geworden, en nu ben ik maar blij, dat ik hier van nacht blijven kan, want het weer is ellendig en alle andere herbergen zullen wel al gesloten zijn.’

Dus trad dan krekeltje binnen, hing zijn viooltje op en kwam bij de mier zitten. Ze zaten evenwel nog niet lang, toen ze in de verte een lichtje zagen schemeren. Toen dat nader kwam, bleek het een lantarentje te zijn, dat een Sint Janswormpje in de hand droeg. ‘Ik bid je,’ zei 't glimwormpje, beleefd groetend, ‘mag ik hier van nacht bij je blijven? Ik moest eigenlijk naar mijn neef aan de Mosbeek, maar ben in 't bosch aan het dwalen geraakt en weet nu den weg niet weer te vinden.’ - ‘Kom maar gerust binnen,’ zeide de beiden; ‘'t is heel goed voor ons, dat we nu ook verlichting krijgen.’ 't Sint

[pagina 63]
[p. 63]
Janswormpje nam de uitnoodiging met pleizier aan en zette zijn lantarentje op tafel. De schijn van dat lichtje lokte nu spoedig nog een wandelaar aan, die vrij onbeholpen over bladen en mos kwam aanstrompelen. Het was een kever van de grootste soort. Zonder eens fatsoenlijk goenavond te zeggen trad hij binnen. ‘Zie zoo,’ riep hij, ‘dus ben ik dan toch niet verkeerd en is hier de gezellenherberg.’ Met deze woorden ging hij zitten, haalde zijn knapzak voor den dag en begon zijn avondmaal te houden. ‘Ja, ja,’ zei hij, ‘als men den heelen dag hout geboord heeft, dan lust men 's avonds wel

illustratie
Dat was eene onverwachte stoornis.


wat.’ - Toen hij met eten gedaan had, stopte hij zijn pijpje, liet zich door 't glimwormpje wat vuur geven en begon heel smakelijk te dampen. Onderwijl was het buiten heelemaal donker geworden en 't weer nog erger dan te voren, toen tot ieders verwondering nog een later gast aankwam. Al een heelen tijd hoorde men uit de verte een wonderlijk geschuifel, dat langzaam nader en nader kwam, tot eindelijk onder den paddenstoel eene slak verscheen, die heel buiten adem was. ‘Dat noem ik loopen!’ riep zij; ‘nog van me leven heb ik me niet zoo gehaast. Je moet weten, dat ik naar 't naaste dorp een brief heb te bezorgen, waar haast mee is. Maar niemand
[pagina 64]
[p. 64]

kan boven zijne krachten gaan, vooral niet als hij zijn eigen huis heeft te dragen. Als de vrinden het toelaten, wil ik hier een paar uurtjes rusten; dan kan ik later weer des te vlugger over weg.’ Niemand had er wat tegen, dat de slak een gemakkelijk plaatsje opzocht. Daar zette zij zich voor haar eigen huisdeur neer, haalde haar breigoed voor den dag en begon te breien. Zoo waren ze dan nu met hun vijven, toen de mier het woord opnam en zei: ‘Waarom zitten we dan hier toch zoo zeurig en vervelen ons, daar we ons toch heel pleizierig den tijd konden korten? Ik heb er eerst aan gedacht, dat we mekaar wat historietjes moesten vertellen, en 'k zou graag zelf de eerste wezen, als ik maar een recht mooi historietje wist. Maar nu is me daar nog wat veel beters te binnen geschoten. Ik zie, dat vrind krekel zijn viool bij zich heeft. Als hij niet al te moe is, zou ik hem wel vriendelijk verzoeken, eens een lustig deuntje op te spelen, waarbij wij dansen kunnen.’ - Dit voorstel van de mier werd door iedereen goed gevonden. De krekel liet zich dan ook niet lang bidden, maar ging dadelijk met zijn viooltje in het midden staan en streek wakker op, terwijl de overigen om hem in 't rond dansten. Alleen de slak danste niet mee. ‘Ik ben dat vlugge ronddraaien niet gewend en word gauw duizelig,’ zei ze. ‘Danst gij echter maar gerust, want ik zit er hier met groot pleizier naar te kijken.’ - De anderen lieten zich dan ook in 't minst niet storen, maar maakten een rumoer, dat men het wel drie stappen ver hooren kon. Maar och, door welk vreeselijk, onverwacht ding werd dat prettig feestje daar op eens gestoord! De paddenstoel, waaronder het vroolijk gezelschap danste, kwam ongelukkig aan eene oude pad toe. Op mooie dagen zat die boven op het dak, zooals de padden doorgaans doen; maar bij slecht weer kroop zij daaronder en lachte er dan wat om, al regende 't ook van Pinkster tot Kerstmis toe.

Deze pad was nu dien namiddag naar 't naaste moeras bij haar nicht op visite geweest en had zich bij die onder de koffie zoo verlaat, dat het zoetjes aan donker geworden was. Nu met den avond kwam zij stilletjes naar huis gekropen; ze had haar breizak over den arm hangen en eene roode paraplu met geelkoperen knop in de hand. Toen ze in haar huis al dat leven hoorde, kroop zij nog zachter en zoo kwam het, dat het jolig volkje daar binnen haar niet eer merkte, voordat zij midden onder hen stond.

Dat was eene onverwachte stoornis. De kever viel van schrik op zijn rug en het duurde vijf minuten, eer hij weer op de been kon komen. Het Sint Janswormpje bedacht te laat, dat het zijn lantaartje had kunnen uitdoen, om in de donkerheid te ontsnappen. De krekel liet midden onder 't spel zijne viool vallen; de mier viel van de eene flauwte in de andere, en zelfs de slak, die anders nog al bedaard is, kreeg erge hartklopping. Ze wist evenwel al spoedig raad: ze

[pagina 65]
[p. 65]

kroop in haar huisje, grendelde de deur achter zich toe en dacht bij zichzelf: ‘Laat nu komen wie wil! Ik heb voor iedereen belet.’

Nu hadt ge echter eens moeten hooren, hoe de pad tegen de arme schepsels uitvoer! ‘Kijk me daar zoo'n leventje 'reis!’ snauwde ze en zwaaide met hare paraplu. ‘Heb je ooit zoo'n troep liederlijk volk bij mekaar gezien? Is 't hier een herberg voor landloopers en muzikanten? Ik zeg maar: men kan geen voet buiten huis zetten, of daar is 't lieve leventje gaande! Pakt nu terstond je boeltje op en maakt dat je wegkomt, of 'k zal je wel anders spreken.’ - Wat zouden ze doen? De arme luidjes dorsten niet eens tegenpruttelen, maar pakten hunne spullen stilletjes bij mekaar, riepen de slak door haar sleutelgat toe, dat ze meekomen moest, en toen ook deze zich klaar gemaakt had, gingen allen samen op het pad. Dat was een treurige uittocht! Voorop 't Sint Janswormpje, om op weg voor te lichten; dan de kever, dan de mier, dan de krekel en heel achteraan de slak. De kever, die eene goede long had, riep van tijd tot tijd: ‘Hei holla, ho, is hier niet ergens eene herberg?’ Maar alle roepen was vergeefs. Toen zij een eind ver waren, merkten zij, dat de slak niet meer bij hen was. Nu riepen allen gezamenlijk het bosch in: ‘Kom, slakje, slakje, haast je wat!’ maar ze kregen geen antwoord. De slak moest wel heel ver achteruit zijn gebleven, dat ze dat roepen niet meer hooren kon. De anderen trokken bedroefd verder en vonden na lang omdwalen onder een boomwortel een tamelijk droog plekje. Daar brachten zij den nacht door in groote onrust en zonder haast een oog toe te doen. Schoon ze er ook al het leven afgebracht hadden, bleef het toch altijd een leelijk avontuur, en allen, die er bij waren, zullen er zeker heel hun leven lang aan denken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken