Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit het wonderland (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit het wonderland
Afbeelding van Uit het wonderlandToon afbeelding van titelpagina van Uit het wonderland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.70 MB)

Scans (10.24 MB)

ebook (6.69 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Illustrator

G. Wildschut



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit het wonderland

(1916)–J.J.A. Goeverneur–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 25]
[p. 25]

De verloren halsband.

Daar was 'reis een meisje, dat Anna heette, en zij kreeg van haar bruigom een halsband van roode koralen present, waar zij recht blij mee was, daar hare ouders maar eenvoudige burgerlui in een klein stadje waren.

O, wat die halsband haar mooi stond! maar zij had hem ook wel negen-en-negentigmaal voor de bruiloft omgedaan, want zij was een knap, mooi meisje, maar ook geducht ijdel, wat een heel leelijk gebrek is. Toen ze nu weer eens - net precies voor de honderdste maal - den halsband had omgehangen en voor den spiegel stond, om haar eigen schoonheid te bewonderen, was het kostelijke stuk op eens verdwenen.

Ze keek eerst op den grond, ze keek overal rond en zocht in hare zakken en in de plooien van haar kleed; maar 't was weg en bleef weg. Wie kon 't haar nu echter zoo heimelijk en ongemerkt ontstolen hebben, daar toch anders geen levende ziel in de kamer was geweest? Dat kon onmogelijk iemand anders gedaan hebben dan de een of andere booze fee, die jaloersch op Anna was en haar verdriet aandoen wou.

Toen haar dit overkomen was, werd zij neerslachtig en bedroefd, en ofschoon haar bruigom haar bad en smeekte, dat zij hem de oorzaak van hare treurigheid

[pagina 26]
[p. 26]
meedeelen zou, wou ze dat toch niet doen, zoo geducht schaamde zij zich, dat ze zoo dom was geweest, dat mooie geschenk van hem te verliezen. En toen hij haar drong, toch eindelijk zijn hoogsten wensch te vervullen

illustratie

en zich met hem te laten trouwen, zocht zij allerlei uitvluchten en schoof dat gedurig op de lange baan. Zelfs trok zij zich haar verlies zoo sterk aan, dat ze half en half aan het malen raakte en soms wel eens halve dagen eenzaam op het veld omdwalen kon.
[pagina 27]
[p. 27]

Eens, dat ze weer in diepe gedachten onder een boom in het bosch zat, riep zij op klagende toon uit:

- Och, och, wie zegt mij toch, waar ik mijn mooien halsband weerom vinden kan!

En daar kwam een ekster dicht bij haar op een tak zitten en riep haar toe:

- Anna, dat wil ik je verklappen. Je vindt hem in 't land, waar 't warm is, als 't vriest, waar 't in den zomer koud is, waar de huizen geen vensters hebben en waar de grendels buiten de deur zijn. Luister nu goed toe, Anna. Zes huizen liggen links en zeven liggen rechts. Als gij aan 't eind zijt, stamp dan met den voet, en waar de grond hol klinkt, daar zul je den halsband vinden.

Na 't hooren van deze vreemde woorden besloot Anna, het haar zoo beschreven land op te zoeken, zelfs als 't heel aan 't ander eindje van de wereld lag. Zonder hare moeder en haren bruigom, die haar zeker zouden hebben willen tegenhouden, er een enkel woordje van te zeggen, trok zij den volgenden morgen haar beste kleedje en hare stevigste schoenen aan en ging, zoodra de zon zich maar aan den hemel vertoonde, getroost op weg.

Daar ze toch niet wist, of ze 't merkwaardige land, waar 't warm is, als het vriest, en waar 't in den zomer koud is, in 't zuiden of 't noorden, in 't oosten of 't westen had te zoeken, kon ze niet anders doen, dan maar op goed geluk haar eigen neus volgen. Zoo stapte zij dan over dag al maar door en bleef 's nachts in de hutten van de boeren of de herders, die haar gul en vriendelijk opnamen, omdat ze zoo aardig en zoo bedroefd was, zoodat allen medelijden met haar kregen.

[pagina 28]
[p. 28]

Anna verzuimde nooit, de menschen, die haar herbergden, te vragen, waar 't land lag, dat de ekster in het bosch haar beschreven had; maar zij vond niemand, die haar daar ook maar 't geringste van wist te zeggen. 't Lag haar ook wel als een steen op het hart, hoe hare moeder en haar bruigom zich over haar verdwijnen erg ongerust zouden maken; maar dat weerhield haar toch niet, hare reis voort te zetten, daar ze onmogelijk besluiten kon, zonder den halsband tot hare vrienden terug te keeren.

En iedereen kan zich ook gemakkelijk voorstellen, dat ze op hare reis van allerlei vreemde avonturen en dingen beleefde.

Zoo kwam ze onder anderen eens niet ver van een dorp een man tegen, die een lederen schootsvel droeg; hij had een ijzeren hamer in de hand en op zijn rug had hij een zware vracht hoepels hangen.

- Waar gaat de reis naar toe, juffertje? vroeg hij op vroolijken toon. Ei, dat treft goed! mijn moeke wil volstrekt, dat ik trouwen zal, en gij zijt net een schatje, dat me bevallen zou. Kom mee naar mijn oude moeke en laat ons daar alles in orde brengen, dat we gauw bruiloft kunnen houden.

- Ik zou liever willen, dat ge mij in vrede mijn weg liet gaan, antwoordde Anna, die van zulke malle praat niet weten wou.

- Dat kan niet gebeuren, kind; en wil je mij niet in goedheid volgen, dan sluit ik je voor je leven lang in een huis, dat geen venster heeft, op.

- Een huis zonder vensters? riep Anna en beefde over haar gansche lichaam. Kent ge dan zoo'n huis?

- Of ik er een ken! Ik maak alle dag van die hui-

[pagina 29]
[p. 29]

zen en heb er nu weer twaalf klaar en te koop staan.

- Hoe heet het land, waar men van die huizen heeft? vroeg Anna haastig; want zij droomde maar alleen van het land, dat haar de ekster had beschreven.

- In wat land men huizen zonder vensters

illustratie

heeft? Wel, in een heel mooi land, waar 't warm is, als het buiten vriest: en waar men 't in den zomer frisch en koel heeft; tien tot twaalf voet onder den grond; een heerlijk, kostelijk land, waar overvloed van wijn is en heel weinig water.

- Nu weet ik 't! riep Anna en klapte van blijdschap in de handen. Dat is een kelder en de vaten zijn de huizen.

- Dat heb je knap geraden, mijn kind, en 'k zeg je, dat het je geluk zal aanbrengen, als je de vrouw van een flinken kuiper wilt worden.

Anna was verstandig genoeg, om te zwijgen en hare gedachten te verbergen; maar daar het avond begon te worden, had ze er toch niet tegen, met den vroolijken kuiper mee te gaan en bij zijne moeder, die

[pagina 30]
[p. 30]

een goede brave vrouw was, dien nacht te blijven.

Zoodra het echter den volgenden morgen licht werd, kroop Anna stilletjes door het raam en zei bij zichzelf:

- Ik ben hier niet in een huis zonder vensters opgesloten, en daar maak ik gebruik van. Ik wil naar moeder terug; want nu ik eens goed nagedacht heb, is mij alles zoo klaar als de dag. Zeven huizen rechts en zes links, heeft de ekster mij gezeid. In onzen kelder liggen dertien vaten, en wel, als men er in komt, zeven aan de rechter en zes aan de linkerhand, elk vat met zijn klein deurtje, 't spongat, en den grendel, de spon, buiten. 't Is mij net gegaan, als 't wel veel menschen gaat: ik wou in de wijde verte zoeken, wat mij vlak voor de voeten lag.

Anna nam den kortsten weg; maar toch had ze wel twee maanden noodig, om weer thuis te komen, waaruit men opmaken kan, wat verre reis 't arme kind gedaan had. Zij vroeg geen mensch weer om raad of uitkomst; want ze had genoeg gehoord, om te weten, wat ze verder doen moest.

Eindelijk kwam zij voor moeders deur aan.

- Daar is ze! riep de oude vrouw en schreide tranen van blijdschap.

- Daar is de ontrouwe Anna! riep haar bruigom, die de moeder juist een woord van troost was komen toespreken, heel verschrikt en ontsteld.

- Ja, ja, ik ben 't; maar ontrouw ben ik niet, antwoordde 't arme kind en stak haar bruigom de hand toe. Ik bid je, moeder, steek de lamp aan en kom met me in 't land, waar 't warm is, als 't vriest, waar men het in den zomer koud heeft, waar de huizen geen vensters hebben en de grendels buiten zijn.

[pagina 31]
[p. 31]


illustratie

[pagina 32]
[p. 32]

- Lieve tijd! riep de moeder, die niet wist, wat ze hoorde; is 't je dan in de hersens geslagen?

En daar zij 't hoofd bleef schudden en niet doen wou, wat hare dochter haar vroeg, nam 't meisje zelf de lamp en daalde in den kelder neer, waarop moeder en bruidegom haar volgden in de vaste overtuiging, dat zij niet goed bij haar verstand was. En daarin werden ze nog meer versterkt, toen ze zagen hoe Anna met haar voet op den grand stampte op een plaats, waar 't heel hol en dof klonk, en toen zei:

- Hier is 't!

Vervolgens nam ze een schop, die in den kelder in een hoek stond, en begon de aarde op te graven.

En de ekster had haar niet bedrogen! Ze vond haar halsband terug, en de koralen waren nog even glad en helder rood als op den eersten dag.

Nu vertelde zij alles, wat gebeurd was en wat zij op reis beleefd had, terwijl ze ook geen uitvluchten meer zocht, om haar huwelijk uit te stellen; maar ze paste wel op, dat zij vóor de bruiloft niet meer met haar halsband pronkte, daar ze nu van hare ijdeltuiterij volkomen genezen was; - en dat moeten alle kleine meisjes en juffertjes tot een voorbeeld nemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken