Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Uit het kinderleven (ca. 1891)

Informatie terzijde

Titelpagina van Uit het kinderleven
Afbeelding van Uit het kinderlevenToon afbeelding van titelpagina van Uit het kinderleven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.85 MB)

Scans (13.00 MB)

ebook (5.67 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Uit het kinderleven

(ca. 1891)–J.J.A. Goeverneur–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 44]
[p. 44]

De kettinghond.

Jakob en David waren twee booze, ondeugende jongens. Den halven dag liepen zij op straat om en voerden kattekwaad uit, in plaats van hun schoolwerk te doen. Hun grootste plezier was, arme, onschuldige dieren te kwellen en te martelen. Den mooien, bonten vlinders trokken zij de pooten uit, om ze dan weer te laten vliegen. De arme schepsels fladderden rond, leden gruwelijke pijn, en moesten zoolang vliegen, tot zij dood neervielen; want omdat zij geene pootjes meer hadden, konden zij niet op eene bloem gaan zitten en uitrusten. De booze jongens sneden de kevers de vleugels af, vogels haalden zij de veeren uit het lijf, en zoo kwelden zij alle dieren, die zij krijgen konden, op allerwreedste manier. Iedereen had daarom ook afkeer van hen, en geen kind bijna wou met hen spelen.

Eens kwamen zij een boerenheem voorbij, waar een groote hond aan een ketting lag en blafte. ‘Wacht,’ zeiden ze, ‘dat blaffen zullen we je wel eens afleeren.’ - Ze dachten niet, dat de hond hun geen kwaad wou doen en alleen uit waakzaamheid blafte. Ze stopten zich nu de zakken vol met puntige steenen en begonnen daar den armen hond, die niet van zijn ketting los

[pagina 46]
[p. 46]


illustratie

[pagina 47]
[p. 47]

kon, met alle geweld mee te gooien. Het brave dier blafte en huilde van pijn, liet de tanden kijken, en trok aan den ketting, om zich los te scheuren. Omdat hem dat echter niet gelukte, werden Jakob en David al driester, namen hunne stokken en sloegen in den blinde op den hond los. Het getergde dier spande nu evenwel al zijn krachten in, nam een geduchten sprong en de ketting brak.

Toen was het met het plagen gedaan en de jongens gingen op den loop. Maar jawel, de hond liep nog harder, haalde eerst David en toen Jakob in, wierp hen op den grond, en beet hun in gezicht, armen en beenen, dat het bloed er bij neerliep.

Niemand beklaagde hen en iedereen zei: ‘Ze hebben hun verdiende loon; waarom plagen zij de arme dieren ook altijd zoo?’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken