Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Intenties. Deel 1. Kritieken en over kritiek (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van Intenties. Deel 1. Kritieken en over kritiek
Afbeelding van Intenties. Deel 1. Kritieken en over kritiekToon afbeelding van titelpagina van Intenties. Deel 1. Kritieken en over kritiek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.88 MB)

Scans (10.63 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Intenties. Deel 1. Kritieken en over kritiek

(1981)–H.A. Gomperts–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 106]
[p. 106]

Edmund Wilson The shores of light

Schrijvers rebelleren op twee manieren tegen de wereld: óf zij 'engageren' zich om mee te werken aan haar verbetering óf zij keren zich met weerzin en wanhoop van haar af. Gewoonlijk ziet men een wisselwerking tussen deze twee houdingen. De schrijver leeft op de spanning tussen de twee mogelijkheden nu eens strijdend, pamfletterend, betogend, alsof de bereikbaarheid van maatschappelijke idealen voor hem vaststaat, dan weer in een hooghartige retraite gebogen over de eigen ziel om zijn geloof te demonstreren aan de futiliteit van alle wereldse ondernemingen.

Edmund Wilson is naar aard en inzicht een 'geëngageerd' schrijver. Hartstochtelijk minnaar van de literatuur, is hij steeds geïnteresseerd in haar samenhang met andere maatschappelijke verschijnselen. Deelgenoot van het vaak naïeve, maar toch vooral vitale Amerikaanse optimisme, gelooft hij aan een toekomst waarin grootse, nog onbekende mogelijkheden van menselijk denken en kunnen werkelijkheid zullen worden. Maar tegelijkertijd is hij gefascineerd door de tegengestelde 'Europese' houding van pessimisme, nihilisme en kunstenaarshoogmoed.

Zijn Axel's castle (study in the imaginative literature of 1870-1930) houdt zich bezig met de geestelijke erfgenamen van het symbolisme (Yeats, Valéry, Eliot, Proust, Joyce en Gertrude Stein), die zich, evenals hun 19de-eeuwse voorgangers, terugtrokken binnen een isolement dat geen actie of maatschappelijke belangstelling meer toeliet. Het prototype van de symbolistische held ziet Wilson in Villiers de l'Isle Adam's Axël, die liever met zijn beminde zelfmoord pleegt dan door een daadwerkelijke liefde zijn droom te bezoedelen. Was de romantische schrijver door zijn voorkeur voor reizen en avontuur nog op vele manieren bij de maatschappelijke werkelijkheid betrokken - waardoor hij ook menigmaal in politieke zin partij koos - de symbolist keerde geheel in tot zichzelf; zijn avontuur was uitsluitend het avontuur

[pagina 107]
[p. 107]

van de ziel. Het beginsel van het l'art pour l'art komt in een figuur als Axël tot zijn absurdste consequentie.

Wilson's uitvoerige analyse van de 20ste-eeuwse volgelingen van die kluizenaarsmentaliteit is, ondanks al zijn bewondering voor hen als kunstenaars, opgezet als een veroordeling. Deze excentrieke geïsoleerden werden na de eerste wereldoorlog beschouwd als de meesters van de 20ste eeuw omdat de vele ontgoochelden, die hun maatschappelijke illusies in rook zagen opgaan, een ogenblik geneigd waren die poëtische afkeer van de maatschappij als een superieure houding toe te juichen.

Daarom veronderstelde Wilson in 1931 toen dat boek verscheen dat het einde van een tijdperk nabij was. De persoonlijke verbeelding, in afzondering van de samenleving, kan nauwelijks verder worden geëxploiteerd en geëxploreerd dan schrijvers als Valéry en Proust hadden gedaan. Terwijl wij voortgaan hen als meesters te bewonderen, kunnen zij voor ons niet langer gelden als gidsen, is zijn conclusie. Met een verwijzing naar Rusland, waar, naar hij toen nog meende, een sociaal-politiek idealisme zowel de kunstenaar als de technicus inspireerde, vroeg hij zich af, of het niet mogelijk zou zijn een praktisch succes te maken van de maatschappij. Hij twijfelde eraan, als wij daarin ook verder zouden falen, of enkele meesterwerken, hoe diep en edel ook, het leven levenswaard zouden kunnen maken, zelfs voor de weinige mensen die in de gelegenheid zouden zijn ervan te genieten.

Axel's castle is dus eigenlijk een verheerlijkende necrologie van het anti-sociale, moeilijk toegankelijke kunstwerk. Tegelijkertijd (1931) lanceert Wilson in de New Republic 'An appeal to progressives' (herdrukt in The shores of light), waarin hij aan de vaststelling van het bankroet van het Amerikaanse liberalisme de wenselijkheid van een wending in communistische richting vastknoopt.

Wilson is van deze opinie later teruggekomen, maar dat wil niet zeggen dat zijn standpunt t.a.v. het maatschappelijk engagement is gewijzigd. Hij heeft bovendien altijd ingezien dat een boek er niet beter door wordt als men toevallig met het politieke standpunt van de schrijver sympathiseert. In 1925 verwierp hij Upton Sinclair's Mammon art, waarin literatuur wordt beoor-

[pagina 108]
[p. 108]

deeld van een klassenstrijdstandpunt. En in zijn artikel over 'Communist criticism' ontwikkelde hij onafwijsbare bezwaren tegen een literaire kritiek die zich baseert op partij-principes.

The shores of light eindigt met een bijzonder fraai, met warmte en ontroering geschreven portret van de dichteres Edna St. Vincent Millay, die in 1950 overleed en op wie Wilson dertig jaar lang verliefd is geweest. Ondanks zijn bewondering voor haar persoon en haar poëzie is hij niet blind voor het lage niveau van juist de 'geëngageerde' verzen die zij in de oorlog schreef, toen zij, getrouwd immers met de Nederlander Eugène Boissevain, diep geschokt was door de bezetting van ons land. Met emotionele, maar banale poëzie probeerde zij toen, vergeefs trouwens, het Amerikaanse geweten wakker te schudden. Dit voorbeeld is een van de vele evidenties die een intelligent criticus als Wilson weerhouden om het begrip 'maatschappelijk engagement' ooit als literaire maatstaf te gaan hanteren.

Toch kan men ondanks Wilson's intelligentie en onbevooroordeelde smaak in zijn sociaal idealisme de oorzaak zien van zekere beperkingen, zoals in zijn negatief oordeel over Kafka tot uiting komen. In Classics and commercials vindt men zijn uit 1947 daterend artikel 'A dissenting opinion on Kafka', waarin hij geprikkeld door de Kafka-mode die toen in New York (zoals ook in Parijs) was gaan heersen, onder woorden bracht waarom hij Kafka niet als een eersterangsschrijver kon beschouwen. Met erkenning van zijn kwaliteiten vond hij dat Kafka ons in laatste instantie in de steek laat ('in the end he can only let us down'). De Tsjechische schrijver is volgens Wilson niet 'tonic', niet opwekkend. Hij heeft geen moed, geen weerstand, geen morele kracht. Wilson heeft speciaal bezwaar tegen Kafka's veel geciteerd aforisme 'man darf niemanden betrügen, auch nicht die Welt um ihren Sieg'. Dat is precies wat schrijvers als taak hebben, zegt hij: de wereld bedrieglijk haar triomf afhandig maken.

Wat in Wilson zeer rechtmatig (ofschoon m.i. niet terecht) tegen Kafka's doffe wanhoop protesteerde, dat is het optimisme dat bij het Amerikaanse levensgevoel schijnt te horen. Wat hij in Proust, Valéry en Joyce nog kon waarderen, het van de wereld afgewende defaitisme, accepteerde hij plotseling bij Kafka niet meer, terwijl het zich daar juist in zijn zuiverste vorm voordoet.

[pagina 109]
[p. 109]

Axël mocht nog zelfmoord plegen, maar Kafka wordt zijn pessimisme niet gegund. Toch is de Tsjech minstens honderd maal groter dan de Amerikaanse Gertrude Stein, die Wilson in zijn galerij van grote symbolisten opnam. De oorzaak van deze inconsequentie is, lijkt mij, dat hij Kafka in 1931 niet kende en dat hij hem later, na zijn politieke teleurstelling, niet meer verwerken kon. Zijn bewondering voor de symbolisten kon hij blijkbaar alleen opbrengen, toen zijn hoop op iets anders nog onaangetast bestond.

Men kan zich afvragen of de literatuur de taak van de godsdienst moet overnemen om de mensen te geven wat Wilson blijkbaar van haar verwacht. Zover gaat haar 'engagement' alleen voor wie, zoals deze Amerikaanse essayist, even volledig in de letteren gelooft zoals hij eens in de politiek geloofde. Maar men kan ook van mening zijn dat alle literatuur ons in de steek laat (in the end), niet slechts de gruwelijke tragedies, niet slechts de levensverzaking van Kafka of van de Oedipus Coloneus, maar ook de vrolijke en dappere. Gelukkig zijn er altijd nog mensen voor wie iedere schoonheid, afgezien van haar engagement voor of tegen de wereld, 'tot het leven verleidt'.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken