Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Chroniek der stad Weert van 1784 tot 1802 (1889)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.40 MB)

Scans (1.50 MB)

ebook (2.73 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Editeur

Jos. Habets



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Chroniek der stad Weert van 1784 tot 1802

(1889)–Lambertus Goofers–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1786.

Nederlandsche vaeder ons tegen den keyser en konink Josephus den tweede, by gelegenheid der suppressie der kloosters in Nederland.

 
‘Josephus gy waert onsen heer, maer het scheynt gy en zyt niet meer
 
onsen vaeder’;
 
maekt dat gy den heere vreest, heylig schepper heylig geest,
 
‘Die in den hemel zyt’.
[pagina 368]
[p. 368]
 
Dat Cristendom-verbondt dat gy hebt uytgesproken door uwen mond ‘Geheyligd sy’.
 
Onderhoudt het cragtelyk, soo maekt gy onsterffelyk ‘uwen naam’;
 
Toont ons uw bermhertigheyd, en uw geregtigheyd ‘ons toekomen’,
 
want wy bidden vroeg en laet, op dat niet ten ondergaet ‘uwe ryke’.
 
Isser dan geen gratie meer, dat als nu voor desen keer, ‘uwen willen geschiede’.
 
De onderdaenen, groot en kleyn, moeten u gehoorsaem zyn, ‘op der aerden’.
 
Maer het gaet op der aerden niet geleyk een jder een wel ziet ‘als in den hemel’.
 
Het geen dat wy hebben gespaert en sorgvuldelyk bewaert, ‘geeft ons heden’.
 
Door uw toedoen van alles ontbloodt, vraegen wy in desen noodt, ‘ons daegelyks Broodt’.
 
Hebben wy ergens in misdaen wilt ons in genaeden ontfaen, ‘vergeeft ons schuldt’.
 
Door den geheelen keyserstaet wordt niemandt zoo versmaedt, ‘gelyk wy’.
 
Hier door zyn wy gans verstroyt en vreezen den heer zal hun oyt ‘vergeven’.
 
Selden hebben wy ons broodt gelaeten in den noodt ‘onse schuldenaeren’.
 
Daerom in slaverney nog in Satans heerschappy ‘en leyt ons niet’.
 
Want de wereld altydt malt waerdoor men geduerig valt ‘in bekoringen’.
 
Van het cruis en verdriet waer in gy ons heeden siet ‘verlost ons’.
 
Schoon den philosooph u vleydt, siet dat gy niet en wort verleyt ‘van den quaeden’.
 
Opdat gy door u duegt
 
het hemelryk genieten muegt.
 
‘Amen’.

Den keyser komt te verbieden de kermissen en hy komt de kermis te stellen op den tweeden sondag nae paesschen en de oude kermis stelt hy af en de kerkweydingen die moesten ook gehouden

[pagina 369]
[p. 369]

worden op dien dag. En dit verbiedt hy gans Nederland door; dit moest in alle steden en dorpen gehouden worden op den tweeden sondag naer paesschen. Men noemt dien dag de keysersekermis en men heeft die ook gehouden op den selven dag het eerste jaer, maar het tweede jaer krygt tegenspoet in, en men komt allenskens (het gebod) weder te vergeten en de oude kermis komt weder op.

De keyser maekt een nieuw werelds Regt in een boek en dat wort afgelesen en dat konde men koopen, dan en hoefde men de Advocaten zoo lange niet naer te gaen, en hy komt de schepenen aftestellen en nu kwam een Commissaris van syn Maeyesteyt die dat komt te doen; en daer souden alhier twee Advocaten komen, die souden alles uytwysen, maer dit heeft geen plaets gegrepen en de schepenen syn weder in haer bediening gekomen.

Nu komt hy een plaecaet af te stueren, dat is: dat alle de plaecaten die hy voortaan af komt te stueren en die eertyds op het stadhuys afgelesen werden van den secretaris, dat die nu van den pastoor in de kerk afgelesen moeten worden en op de kerkdeur nedergeplekt worden, en dry hondert Gulden amenden die dat af kwamt te trekken. Dat is (geschiedt) om de Lieden dit te beter in te prenten als het nu van hunnen pastoor komt.

Nu komt hy te verbieden alle de prosescien, behalven de dry kruysdagen, en dat daerbuyten maer twee prosescien moesten gehouden worden; de één stelde hy op H. Sacrament en de ander konde den bisschop stellen van de plaets. En sy is te Weert gestelt op onse Lieven Vrouwe Geborten en dit moeste promptelijk onderhouden worden; maer een jaer of wat daarna kwamen sy weeder op, maer in den eersten en mogten sy nog niet op de straet komen.

En hy verbiedt alle de broederschappen; een jdereen was bevreest, maer den pastoor komt de kinders nog in te schryven eer het af gelesen was; en doen het af gelesen was en mogten zy het niet meer doen, maer elk droeg syn flamboy met naer syn huys, maer veele menschen waeren droevig over de niewe wetten die den keyser kwam te stellen. Men segde ware toch den keyser doodt, om de wetten die hy kwam te stellen en men docht het rooms geloof te verliesen om dat hy het aen kwam te randen. Maer naer desen kan nog eenen erger komen; maer men segt dat die in het jaer 1790 gekroont zal worden die en zal geen dry jaeren regeren, maer den derden zal eenen goeden keyser zyn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

plaatsen

  • over Weert


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Een kort verhael of beschryvinge ten tyde van Keyser Joseph den tweede en van de Brabanse Patriotten


datums

  • 1786