Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Middelnederlandse vocaalsystemen (1981)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Middelnederlandse vocaalsystemen

(1981)–J.J. Goossens–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

7. Literatuur

ANKO: Jo Daan en M.J. Francken, Atlas van de Nederlandse klankontwikkeling. Amsterdam 1972 -.
Ausems: Th. W.A. Ausems, Klank- en vormleer van het dialect van Culemborg. Assen 1953.
Baader-Ribbert: Th. Baader - B. Ribbert, Phonologie des Dialektes von Tilligte in Twente. Nijmegen 1933-1939.
v.d. Berg: B. van den Berg, Het dialect van Zandvoort en zijn plaats in de Hollandse dialecten. Amsterdam 1959.
Bezoen: H.L. Bezoen, Klank- en vormleer van het dialect der gemeente Enschede. Leiden 1938.
Boekenoogen: G.J. Boekenoogen, De Zaansche volkstaal. Leiden 1897.
de Bont: A.P. de Bont, Dialekt van Kempenland, meer in het bijzonder d'Oerse taol, deel 1. Assen 1962.
[pagina 80]
[p. 80]
v. Bree: C. van Bree, Leerboek voor de historische grammatica van het Nederlands. Groningen 1977.
Broekhuysen: J. Broekhuysen, Studies over het dialect van Zelhem in de graafschap Zutphen. Groningen 1950.
Bruyel: H. Bruyel, Het dialect van Elten-Bergh. Utrecht 1901.
Buntinx-Gysseling: J. Buntinx en M. Gysseling, Het oudste goederenregister van Oudenbiezen (1280-1344). I. Tekst. Brussel 1965.
v. Coetsem 1965: F. van Coetsem, Enkele beschouwingen over transcriptiemethodes bij vergelijking van dialectoptekeningen in het Zuidoostvlaamse gebied. TT 17 (1965), 63-87.
v. Coetsem 1968: F. van Coetsem, A syntagmatic structure in development. ‘Umlaut’ and ‘consonantal influence’ in Germanic. Lingua 21 (1968), 494-525.
Colinet: Ph. Colinet, Het dialect van Aalst. LB 1 (1896), 1-59, 99-206, 223-308.
Daan: J.C. Daan, Wieringer land en leven in de taal. Amsterdam 1950.
DSA: Deutscher Sprachatlas. Marburg 1927-1956.
Dupont: J. Dupont, Het dialect van Bree. LB 9 (1910-1911), 193-212; 12 (1914-1920), 135-186; 14 (1922), 33-168.
Entjes: H. Entjes, Die Mundart des Dorfes Vriezenveen in der niederländischen Provinz Overijssel. Groningen 1970.
Franck: J. Franck, Mittelniederländische Grammatik. Leipzig 19102. Herdruk Arnhem 1971.
Frings 1913: Th. Frings, Studien zur Dialektgeographie des Niederrheins zwischen Düsseldorf und Aachen. Marburg 1913.
Frings 1944: Th. Frings, Die Stellung der Niederlande in Aufbau des Germanischen. Halle (Saale) 1944.
Frings-Schieb 1947: Th. Frings - G. Schieb, Heinrich von Veldeke. Die Lieder. Beiträge zur Geschichte der deutschen Sprache und Literatur 69 (1947), 1-284.
Frings-Schieb 1956: Die epischen Werke des Henric van Veldeken I. Sente Servas - Sanctus Servatius, kritisch herausgegeben von Th. Frings und G. Schieb. Halle (Saale) 1956.
v. Ginneken 1932: J. van Ginneken, Taalkaart: groen. Onze Taaltuin 1 (1932-1933), 113-114.
v. Ginneken 1954: J. van Ginneken, Drie Waterlandse dialecten, deel 1, bezorgd door A. Weijnen. Alphen aan de Rijn 1954.
Goemans: L. Goemans, Het dialect van Leuven. LB 2 (1897-1898), 1-76, 103-186, 219-324.
[pagina 81]
[p. 81]
Goossens 1959: J. Goossens, Historisch onderzoek van sleeptoon en stoottoon in het dialect van Genk. HCTD 33 (1959), 141-212.
Goossens 1962: J. Goossens, Die gerundeten Palatalvokale im niederländischen Sprachraum. ZMF 29 (1962), 312-328.
Goossens 1963: J. Goossens, Kroonvormige dialectgebieden. Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis 17 (1963), 253-268.
Goossens 1965: J. Goossens, Die niederländische Strukturgeographie und die ‘Reeks Nederlandse Dialectatlassen’. Amsterdam 1965.
Goossens 1970: J. Goossens, Niederländische Mundarten - vom Deutschen aus gesehen. Niederdeutsches Wort 10 (1970), 61-80.
Goossens 1971: J. Goossens, Bakker in het Brabants. TT 23 (1971), 94-97.
Goossens 1974: J. Goossens, Historische en moderne taalgeografie. In: A. van Loey - J. Goossens, Historische dialectologie. Amsterdam 1974.
Goossens 1975a: J. Goossens, Het antwoord op twee structuurgeografische vraagjes. TT 27 (1975), 45-50.
Goossens 1975b: J. Goossens, Konstituierendes in der Herausbildung der niederländischen Sprache. In: Akten des V. Internationalen Germanisten-Kongresses Cambridge 1975, Jahrbuch für Internationale Germanistik, Reihe 1, Band 2, 1, 59-74.
Goossens 1978: J. Goossens, Naar een Nederlandse familienaamgeografie. Naamkunde 10 (1978), 213-233.
Goossens 1979: J. Goossens, De ambtelijke teksten van het Corpus-Gysseling. TNTL 95 (1979), 247-261.
Goossens 1980: J. Goossens, De zuidelijke oorsprong van Nederlandse schrijftaalwoorden. In: Liber Amicorum Weijnen. Assen 1980, 101-108.
Grootaers: L. Grootaers, Het dialect van Tongeren. LB 8 (1908-1909), 101-257, 267-353 en 9 (1910-1911), 1-35, 121-181.
Grootaers-Grauls: L. Grootaers - J. Grauls, Klankleer van het Hasseltsch dialect. Leuven 1930.
Gunnink: J. Gunnink, Het dialect van Kampen en omstreken. Kampen 1908.
Gysseling 1975: M. Gysseling, Hoofdlijnen in de evolutie van het Nederlandse vocalensysteem. HCTD 49 (1975), 25-59.
[pagina 82]
[p. 82]
Gysseling 1977: M. Gysseling, Mnl. geet, steet ‘gaat, staat’. In: Lexicologie, Een bundel opstellen voor F. de Tollenaere. Groningen 1977, 159-161.
v.d. Haar: D. van der Haar, Gaellemuun en het Gaellemunegers. Een studie over Genemuiden en het Genemuider dialect. Nijmegen 1967.
v. Haeringen: C.B. van Haeringen, Opmerkingen bij de apocope van -e. De nieuwe Taalgids 31 (1937), 241-250 en 322-331. Ook in: C.B. van Haeringen, Neerlandica. Den Haag 19622, 167-186.
Hanenberg: A. Hanenberg, Studien zur niederrheinischen Dialektgeographie zwischen Nymegen und Ürdingen. DDG VIII, Marburg 1915, 177-277.
v. Haverbeke: P. van Haverbeke, De 13de-eeuwse Middelnederlandse oorkondentaal van Brugge en omgeving. Gent 1955.
Heeroma 1935: K. Heeroma, Hollandse dialektstudies. Groningen-Batavia 1935.
Heeroma 1939: K. Heeroma, Ingwaeoons. TNTL 58 (1939), 198-239.
Heeroma 1963: K. Heeroma, Structuurgeografie en structuurhistorie. TNTL 79 (1963), 165-182.
v. Helten: W.L. van Helten, Middelnederlandsche spraakkunst. Groningen 1887. Herdruk Walluf 1973.
Hist. Phon.: J. Goossens, Historische Phonologie des Niederländischen. Tübingen 1974.
Hoebeke 1968: M. Hoebeke, De middeleeuwse oorkondentaal te Oudenaarde. Gent 1968.
Hoebeke 1978: M. Hoebeke, Recensie van Hist. Phon. LB 67 (1978), 320-325.
Hoppenbrouwers: C. Hoppenbrouwers, De realisering van Nnl. ui in Zuidoost Noord-Brabant. TT 23 (1971), 15-37.
Houben: J.H.H. Houben, Het dialect der stad Maastricht. Maastricht 1905.
Jacob: W.G.J.A. Jacob, Het dialect van Grave. 's-Hertogenbosch 1937.
Kats: J.C.P. Kats, Het Roermondsche dialect. Roermond-Maaseik 1939.
Kieft: A.P. Kieft, Homonymie en haar invloed op de taalontwikkeling. Groningen 1938.
v. Kienle: R. von Kienle, Historische Laut- und Formenlehre des Deutschen. Tübingen 1960.
Klankleer: zie Van Loey.
Kloeke: G.G. Kloeke, De Hollandsche expansie in de zestiende en zeventiende eeuw en haar weerspiegeling in de hedendaagsche Nederlandsche dialecten. 's-Gravenhage 1927.
[pagina 83]
[p. 83]
Kocks: G.H. Kocks, Die Dialekte von Südostdrente und anliegenden Gebieten. Groningen 1970.
Lafeber: A.P.M. Lafeber, Het dialect van Gouda. Gouda 1967.
Lasch: A. Lasch, Mittelniederdeutsche Grammatik. Halle a.S. 1914.
Van Loey: A. van Loey, Middelnederlandse spraakkunst. II. Klankleer. Groningen 19766.
v. Loey 1937: A. van Loey, Bijdrage tot de kennis van het Zuidwestbrabantsch in de 13de en 14de eeuw. Fonologie. Tongeren 1937.
v. Loey 1961: A. van Loey, Palatalisatie mnl. en Zuidnl. uu, Mechelse a:. HCTD 35 (1961), 131-259.
v. Loey 1967: A. van Loey, Over Westmnl. ê/ei. VMA 1967, 31-81.
v. Loey 1974: A. van Loey, Middelnederlandse taalkunde in België in de jongste dertig jaar. VMA 1974, 248-274.
Mazereel: G. Mazereel, Klank- en vormleer van het Brusselsch dialect met zijn plaatselijke verscheidenheden. Leuven 1931.
Mnl. Wb.: E. Verwijs - J. Verdam, Middelnederlandsch woordenboek. 's-Gravenhage 1885-1952.
Moors: J. Moors, De oorkondentaal in Belgisch-Limburg van circa 1350 tot 1400. Tongeren 1952.
Neuse: H. Neuse, Studien zur niederrheinischen Dialektgeographie in den Kreisen Rees, Dinslaken, Hamborn, Mülheim, Duisburg. DDG VIII, Marburg 1915, 81-176.
Pauwels: J.L. Pauwels, Het dialect van Aarschot en omstreken. Tongeren 1958.
Pauwels-Morren: J.L. Pauwels en L. Morren, De grens tussen het Brabants en het Limburgs in België. ZMF 27 (1960), 88-96.
Pée: W. Pée, Dialectgeographie der Nederlandsche diminutiva. Gent 1936-1938.
RNDA: Reeks Nederlands(ch)e Dialektatlassen. Antwerpen 1930 -.
Robinson: O.W. Robinson, Recensie van v. Bree. Michigan Germanic Studies 4 (1978), 226-235.
Sassen: A. Sassen, Het Drents van Ruinen. Assen 1953.
Schieb: Henric van Veldeken. Eneide. II. Untersuchungen von G. Schieb. Berlin 1965.
Schönfeld-v. Loey: Schönfelds Historische grammatica van het Nederlands, bewerkt door A. van Loey. Zutphen 19708.
v. Schothorst: W. van Schothorst, Het dialect der Noord-West-Veluwe. Utrecht 1904.
Sercu: A. Sercu, Het dialect van Oostduinkerke en omgeving. Gent 1972.
[pagina 84]
[p. 84]
Stevens 1951: A. Stevens, De evolutie van de Haspengouwse streektalen. In: Limburgs Haspengouw. Hasselt 1951, 223-264.
Stevens 1952: A. Stevens, Struktuur en historische ondergrond van het Haspengouws taallandschap. Het Oude Land van Loon 7 (1952), 4-20.
Taeldeman 1971: J. Taeldeman, De ontwikkeling van ogm. ǔ in het westelijke en centrale Zuiden. HCTD 45 (1971), 163-270.
Taeldeman 1978: J. Taeldeman, De vokaalstruktuur van de ‘Oostvlaamse’ dialekten. Amsterdam 1978.
Taeldeman 1979a: J. Taeldeman, Het klankpatroon van de Vlaamse dialekten. In: Woordenboek van de Vlaamse dialekten - Inleiding. Tongeren 1979, 48-120.
Taeldeman 1979b: J. Taeldeman, Op fonologische verkenning in Zeeuws-Vlaanderen. TT 31 (1979), 143-193.
Teepe: P. Teepe, Zur Lautgeographie. In: Niederdeutsch - Sprache und Literatur. Eine Einführung. Band 1, Sprache. Neumünster 1973, 138-157.
Tille: E. Tille, Zur Sprache der Urkunden des Herzogtums Geldern. Bonn-Leipzig 1925.
TNZN: Taalatlas van Noord- en Zuid Nederland. Leiden 1939 -.
Vangassen 1962: H. Vangassen, Aan de grens van Vlaanderen en Brabant. V. Zullen: HCTD 36 (1962), 49-82.
Vangassen 1963: H. Vangassen, Aan de grens van Vlaanderen en Brabant. VI. NL ǒ en ǔ in de Dialekten u (sic). HCTD 37 (1963), 149-179.
Vangassen 1965: H. Vangassen, De Nederlandse ij te Amsterdam. Tongeren 1965.
Vereecken: C. Vereecken, Van *‘slut-ila’ naar ‘sleutel’. HCTD 12 (1938), 33-100.
Verstegen 1938: V. Verstegen, De umlaut van â in het Nederlands. LB 30 (1938), 139-147.
Verstegen 1941: V. Verstegen, De ontrondingsgebieden in Zuid-Nederland. HCTD 15 (1941), 299-304.
Verstegen 1943: V. Verstegen, Enkele gevallen van ontrondïng. HCTD 17 (1943), 299-304.
de Vries: W. de Vries, Het vocalisme van den tongval van Noordhorn. Groningen 1895.
Weijnen 1951: A. Weijnen, Taalgeografie en interne taalkunde. Amsterdam 1951.
[pagina 85]
[p. 85]
Weijnen 1955: A. Weijnen, De oude ǎ. TT 7 (1955), 12-20.
Weijnen 1962: A. Weijnen, Het verspreidingsgebied van de ontronding. TNTL 79 (1962), 81-102.
Weijnen 1966: A. Weijnen, Nederlandse dialectkunde. Assen 19662.
Weijnen 1968: A. Weijnen, Het schema van de klankwetten. Assen 1968.
Weijnen 1974: A. Weijnen, Het Algemeen Beschaafd Nederlands historisch beschouwd. Assen 1974.
Weinhold: K. Weinhold, Mittelhochdeutsche Grammatik. Paderborn 1883. Herdruk 1967.
v. Wijk: N. van Wijk, De umlaut van a in Ripuaries- en Salies-Frankiese dialekten van België en Nederland. TNTL 33 (1914), 203-247.
Willemyns 1971: R. Willemyns, Bijdrage tot de studie van de klankleer van het Brugs op het einde van de middeleeuwen. Tongeren 1971.
Willemyns 1976: R. Willemyns, Historische grammatica en dialectologie. VMA 1976, 45-59.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken