Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten
Afbeelding van Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunstenToon afbeelding van titelpagina van Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.42 MB)

Scans (39.29 MB)

ebook (13.13 MB)

XML (1.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Afra tot de Zevenslapers. Heiligen in religie en kunsten

(1992)–Louis Goosen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bernadette Soubirous

werd in 1844 te Lourdes in het bisdom Tarbes (Hautes-Pyrenées) als oudste van zes kinderen in het gezin van de arme molenaar François Soubirous en zijn vrouw Louise Castérot geboren. Haar doopnaam was Marie Bernarde. In 1858 had zij bij een grot in het massief van Massabielle langs de oever van de Gave, niet ver van het dorp, van 11 februari tot 16 juli achttien maal visoenen, waarin zij een ‘Dame’ in een nis zou hebben gezien, die zich later presenteerde - naar haar zeggen - als de ‘Onbevlekte Ontvangenis’, de titel van een mariaal dogma dat Pius ix ruim een decennium eerder had uitgeroepen. De ‘Dame’ liet Bernadette in de grond van de grot graven, waarna een bron ontsprong, en gaf haar opdracht ervoor te zorgen dat ter ere van haar te Lourdes een kerk gebouwd werd, dat men daar processies zou houden, gebeden verrichten en boete doen voor de bekering van zondaars. Na een periode waarin Bernadette onder moeilijke omstandigheden - zij werd aanvankelijk gewantrouwd door clerus en burgerlijke overheid en geplaagd door opdringerige publiciteit - haar opdracht zo goed mogelijk realiseerde, vertrok zij in 1866 naar Nevers waar zij, voortaan haar doopnamen voerend, intrad in het klooster van de ‘Soeurs de la Charité’. Bernadette stierf daar in 1879. In 1933 werd zij op 8 december (sinds 1708 feestdag van de Onbevlekte Ontvangenis) door Pius xi gecanoniseerd.

 

In 1862 kwam een door bisschop Laurence van Tarbes in 1858 ingestelde onderzoek-commissie tot de bevinding dat naar haar oordeel de verschijningen aan Bernadette Soubirous alle kenmerken van waarheid bevatten. Vanaf dat moment werden de reeds aangevangen bedevaarten naar Lourdes kerkdijk gesanctioneerd en groeiden ze - voor een niet gering deel gesteund door de kerkelijke restauratiebeweging onder het pontificaat van paus Pius ix (1848-78) en mogelijk gemaakt door de opkomst, sinds het midden van de 19e eeuw, van de spoorwegen - uit tot een immense, mondiale volksdevotie. Deze kreeg in de honderd jaar daarna de ene bevestiging na de andere. Aartsbisschop Guibert van Parijs consacreerde in 1876 de neogotische kerk, die boven de grot gebouwd was en waaronder in 1883-91 een tweede kerk (de Rozenkranskerk) geconstrueerd werd. Leo xiii voerde in 1891 een kerkelijk officie en een te vieren feestdag ter ere van de ‘Verschijning’ in (11 februari; door Pius x voor heel de kerk verplicht gesteld). In 1876 liet Pius ix het nog te vermelden beeld in de grot kronen, waarbij de menigte ‘Vive l'Immaculée Conception! Vive Pie ix! Vive la France catholique!’ scandeerde. Pius xii publiceerde in 1957 de encycliek Le pélerinage de Lourdes ter viering van het eeuwfeest en in 1958 consacreerde Giovanni Roncalli, de latere Johannes xxiii de Goede, een tweede immense,

[pagina 71]
[p. 71]


illustratie
Beeld van Bernadette Soubirous, bij een devotionele Lourdesgrot bij het norbertijnerklooster te Averbode (België), waarschijnlijk ca. 1900.


ovale onderkerk. Per jaar bezochten in de jaren vijftig twee miljoen pelgrims het ‘genade-oord’, in 1958 zelfs zes miljoen. Zieken zoeken te Lourdes bij de grot troost en bij de bron genezing. Van de ruim zesduizend aangemelde ‘wonderen’ zijn er ongeveer zestig kerkelijk erkend door een drietal strenge, ter beoordeling ingestelde medische en canonieke instanties. Talloze vromen begeleiden de zieken nog steeds. Priesters en religieuzen staan hun ter plaatse ten dienste. Intussen - maar in welk pelgrimsoord gebeurde dat niet? - ontwikkelde zich in de stad zelf een uitgebreide pelgrimsindustie, waarin wansmaak hoogtij viert.

Privé-openbaringen - zoals die te Lourdes, eerder te La Salette (1846) en later te Fatima (1917) - verdienen positieve waardering als charismatische impulsen voor de vrome beleving van het christelijke, bijbelse en traditionele erfgoed. Bedenkelijker is het feit, dat in de 19e (en 20e?) eeuw juist onder invloed van centralistisch gezinde pausen, die het belang ervan sterk benadrukten, de privé-openbaringen gebruikt werden voor de intensivering van kerkelijke ‘interiorisatie’ ten koste van engagement naar buiten. Fenomenen zoals Lourdes hebben alleen betekenis als zij - eventueel zelfs in het kleed der naïviteit (als Christus maar gepredikt wordt: Fil. 1,18) - de eenmalige openbaring in Jezus een nieuwe gestalte geven en verder naar haar voltooiing voeren. Zoniet, dan leiden zij tot infantilisering en vertekening van de christelijke boodschap.

Op aanwijzingen van de zieneres maakte Fabisch een Mariabeeld, dat in 1864 in de grot van de ‘Verschijning’ geplaatst werd. Het vertoont alle 19e-eeuwse kenmerken van een op de laat-middeleeuwse en contrareformatorische ‘Immaculata’-afbeeldingen geïnspireerde, uiterst middelmatige kopie. Het beeld van Bernadette zelf werd eerder door een foto dan door ‘kunstwerken’ verspreid (schilderij van Fronius ca. 1935-40).

Boven een vloed van middelmatige, doorgaans stichtende en propagandistische, 19e-

[pagina 72]
[p. 72]

eeuwse Lourdes-literatuur steekt Zola's Les trois villes, Lourdes, Rome, Paris 1894-98, met zijn poging een humaan idealisme te funderen, mijlen ver uit. Beter dan in Les foules de Lourdes 1906 van de (overdreven) katholiek geworden naturalistische auteur Huysmans wordt de kern van de vraag naar de betekenis van Lourdes geraakt door de joodse agnosticist Werfel in zijn ‘historisch epos’, Das Lied von Bernadette 1941. Daarin balanceert hij, de historische gebeurtenissen beschrijvend, tussen de erkenning enerzijds dat de rede voor het waargenomen wonder moet wijken en de ontkenning anderzijds dat het wonder heilszekerheid garandeert. Slechts wie als Bernadette liefheeft vindt de uitweg. Tucholsky wijdde de helft van zijn Ein Pyrenäenbuch 1927 aan een poging om tot klaarheid te komen met dit katholieke religieuze fenomeen. Zich verzettend tegen de waargenomen hysterie en bigotte praktijken, blijft hij vol bewondering voor het feit dat zovelen te Lourdes troost en opbeuring vinden.

Deroo 1956; Hoornaert 1935; Laurentin/Billet/Galland 1959; Lemaître 1934; Lochet 1958; Miest 1958; K. Rahner 1958; Ravier 1961.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken