Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Mei (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Mei
Afbeelding van MeiToon afbeelding van titelpagina van Mei

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.23 MB)

Scans (7.22 MB)

ebook (3.10 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Editeurs

Enno Endt

Mary G. Kemperink



Genre

poëzie

Subgenre

lyriek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Mei

(2002)–Herman Gorter–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 233]
[p. 233]

Verantwoording van de uitgave

De Mei is overgeleverd in de volgende geautoriseerde bronnen:

 

In handschrift

Ms a: Een compleet handschrift van Gorter, geen netafschrift, (signatuur: g06041 h1)
Ms b: Een (net)handschrift van Gorter van het eerste boek. (signatuur: g06041 h1)
Beide handschriften maken deel uit van de nalatenschap van Gorter en berusten in het Letterkundig Museum.
Ms c: Een netafschrift van het complete werk van de hand van de moeder van Gorter, gemaakt naar Ms a, goedgekeurd en nagezien door Gorter. Dit handschrift maakt deel uit van de nalatenschap van Alphons Diepenbrock en berust in het Letterkundig Museum. (signatuur: g06041 a)
Alle handschriften zijn beschikbaar op microfilm.

In druk

t: 1889, tijdschriftpublicatie van het eerste boek in De Nieuwe Gids jg 4, afl. 3 (febr.), p. 345-383.
d1: boekuitgave 1889, eerste druk (W. Versluys, Amsterdam).
d2: boekuitgave 1893, tweede druk (W. Versluys, Amsterdam).
d3: boekuitgave 1900, derde druk (W. Versluys, Amsterdam).
d4: boekuitgave 1905, vierde druk (W. Versluys, Amsterdam).
d5: boekuitgave 1916, vijfde druk (W. Versluys, Amsterdam).
d6: boekuitgave 1921, zesde druk (W. Versluys, Amsterdam).

Wij hebben ervoor gekozen om de eerste druk uit 1889 als basistekst te nemen en wel om de volgende redenen. De editie van 1889 is de tekst die in de Mei-receptie en -verwerking in de tijd zelf heeft gefunctioneerd. Daar komt bij dat de eerste tot en met de vierde druk geen belangrijke varianten laten zien. Pas in 1916, bij de vijfde druk, is er een klein aantal tekstverschillen aan te wijzen waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat die het resultaat zijn van een bewuste ingreep van de auteur. Grosso modo zou men dus kunnen stellen dat de tekst uit 1889 gedurende zevenentwintig jaar heeft gefunctioneerd en daarmee literair-historisch gesproken de meest interes-

[pagina 234]
[p. 234]

sante is. In concreto is gebruik gemaakt van het exemplaar in de Universiteitsbibliotheek van Groningen: Herman Gorter, Mei. Een gedicht. W. Versluys, Amsterdam 1889. (signatuur: 2a 4498)

Naast de correctie van evidente zetfouten (hieronder verantwoord) zijn om de historiciteit zoveel mogelijk te handhaven, zo min mogelijk veranderingen in de tekst aangebracht. Spellingseigenaardigheden, zoals bijvoorbeeld het archaïsche ‘heuchelijk’ met ‘ch’ zijn onverkort gehandhaafd, evenals eventuele fouten in het taalgebruik, zoals bijvoorbeeld het overspringen van de meervoudsvorm in de enkelvoudsvorm (ii 2208). Verder heeft er een aantal typografische omzettingen plaatsgevonden (hieronder verantwoord) dat zonder betekenisverschuivingen uitgevoerd kon worden.

De annotaties bij de tekst bieden de volgende verklaringen: archaïsche en andere bij de huidige lezer weinig of niet bekende termen; personages uit de Germaanse en klassieke mythologie; bijzondere syntactische constructies. Geattendeerd wordt op beeldspraak, formulering en woordgebruik waar die kenmerkend is voor Gorter. Als een uitgebreide behandeling nodig lijkt, wordt er verwezen naar het nawoord ‘Ter begeleiding’. Technische termen uit de taalkunde en de stijlleer zijn zo veel mogelijk vermeden. Verklaringen die te zeer de kant zouden opgaan van - speculatieve - interpretatie hebben wij achterwege gelaten.

Omdat Gorters taal- en leefwereld voor toekomstige lezers steeds verder verwijderd zal raken, is er iets meer geannoteerd dan voor de huidige enigszins ervaren lezer wellicht nodig is.

In het nawoord ‘Ter begeleiding’ wordt een aantal belangrijke, ook in de secundaire literatuur besproken, kanten van het boek belicht te weten: het ontstaan van Mei; de tekst zelf (opbouw, vertelstandpunt, centrale motieven); een aantal cruciale interpretatieve kwesties; de filosofische inslag van Mei (Schopenhauer, Nietzsche); de relatie tot de cultuurhistorische context (de Germaanse en de klassieke mythologie); de relatie tot de literaire context (de klassieken, Keats, de Tachtigers); de receptie; Gorters taalgebruik.

I. Verantwoording van de verbeterde zetfouten

Uitgangspunt van deze lijst van ingrepen is steeds deze editie, rechts naast het pijltje (<) staat de oorspronkelijke versie.

i 393 lucht < lncht
i 910 lag.' < lag.
ii 177 dreven < dreveu
ii 197 grooter, < grooter.
ii 230 koeien < koeíen
ii 580 kussen.' < kussen.
ii 1115 dieren < diéren

[pagina 235]
[p. 235]

ii 1206 van < vau
ii 1460 Alvaders < Alvader's
ii 1622 Balders < Balder's
ii 1785 bosch < Bosch
iii 172 zucht < zucht.
iii 194 tuin < luin
iii 325 gras < gras,

II. Verantwoording van de typografische omzettingen

Gedachtenstreepjes / koppeltekens

Gedachtenstreepjes zijn in de tekst voor alle duidelijkheid weergegeven d.m.v. [spatie] - [spatie]; koppeltekens d.m.v.: - [zonder spatie].

Beletseltekens

In de eerste druk gebruikt Gorter bij wijze van beletselteken... [drie], maar ook.... [vier] puntjes. In de druk van 1916 is dit geüniformeerd in... [drie]. We hebben op alle plaatsen het beletselteken geüniformeerd tot drie puntjes.

Aanhalingstekens

Conform de aanwijzing van de Delta-editie zijn alle aanhalingstekens weergegeven door ‘(beginteken) en’ (sluitteken).

Gorter zet soms:.’ [punt sluitteken], maar soms ook:’. [sluitteken punt]. Zie bijvoorbeeld i 736 eindelijk’, en i 766 gewacht.’ Er is geen sprake van uniformering in dit opzicht, ook niet in de druk van 1916. Wij hebben daarom ook gemeend dit niet te moeten uniformeren.

Hoofdletters / kleine letters

Soms na: [dubbele punt] grote letter, soms kleine. Daarin kent de Mei geen systematiek. Bijvoorbeeld:

i 916 nieuwe zei: ‘naar 't Noorden
i 772 Die vrouw: ‘Mooi meisj’
ii 593-594 woudlaan: / ‘Kindje, wat denkt ge,
ii 615 zonmiddag: ‘vind
ii 684 ze zei: ‘O wees niet boos

Soms komt ook geen dubbele punt voor ter introductie van de directe rede, bijvoorbeeld:

ii 1007 De eene sprak ‘ziet ge

Gorter heeft in de druk van 1916 dit alles zo laten staan, zonder uniformering aan te brengen. Wij hebben gemeend die dingen dan ook in de basistekst niet te moeten uniformeren.

[pagina 236]
[p. 236]

Circonflexen

Soms schrijft Gorter bij samentrekking een circonflexe, maar soms ook geen, bijvoorbeeld:

ii 114 blaan

ii 166 blaân

Wij hebben Gorters spelling gehandhaafd en deze op dit punt niet geüniformeerd.

Inspringen

In de eerste druk is in de zangen van Balder vanaf pagina 70 (vanaf ii 267) sprake van een onregelmatig inspringen. Vanaf ‘Waar onweerende wind’ (ii 275) springen de strofen als geheel minder in. Daardoor is er een onregelmatige kantlijn ontstaan. Daarna op p. 71 (vanaf ii 285) is alles qua kantlijn weer normaal. Waarschijnlijk is dit te wijten aan een onregelmatigheid bij het zetten: bij het begin van de pagina (ii 267) had de zetter geen vast punt meer, want daar is de regel erg kort. De regel werd langer vanaf ‘Waar onwerende’ (ii 275) en dus moest er iets naar links worden uitgeweken. De latere drukken laten dit niet zien. Wij hebben daarom in de basistekst deze onregelmatigheid eruit gehaald. De rest van de inspringingen hebben wij conform de eerste druk overgenomen.

Witregels

Waar op een bladzijde van de eerste druk het zogeheten staartwit samenvalt met het geïntentioneerde wit, hebben wij in deze Delta-editie voor zover mogelijk een witregel laten aanbrengen. Concreet gaat het om de volgende passages: tussen i 1293 en i 1294; tussen ii 58 en ii 59; tussen ii 284 en ii 285; tussen ii 304 en ii 305; tussen ii 365 en ii 366; tussen ii 496 en ii 497; tussen ii 874 en ii 875; tussen ii 1177 en ii 1178; tussen ii 1384 en ii 1385; tussen ii 1502 en ii 1503; tussen ii 1644 en ii 1645; tussen ii 1824 en ii 1825; tussen ii 1870 en ii 1871; tussen ii 2269 en ii 2270; tussen iii 480 en iii 481; tussen iii 656 en iii 657; tussen iii 694 en iii 695. Daarmee waren wij in acht gevallen getrouwer dan de zetter(s) van de tweede tot en met zesde druk, die slechts in zes (andere) gevallen het staartwit als witregel hebben opgevat.

Op sommige plaatsen in deze editie valt het staartwit van een pagina samen met een geïntentioneerde witregel. In dat geval is de eerste regel van de volgende pagina ingesprongen.

Regelnummering

Ten behoeve van de lezer is er een regelnummering toegevoegd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken