Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De school der poëzie (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van De school der poëzie
Afbeelding van De school der poëzieToon afbeelding van titelpagina van De school der poëzie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.56 MB)

Scans (3.07 MB)

ebook (2.77 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De school der poëzie

(1897)–Herman Gorter–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 8]
[p. 8]

[Ik zat eens heel alleen te spelen]

 
Ik zat eens heel alleen te spelen
 
op een gedachteharp, de kelen
 
van schemering en duisternis om mij
 
fluisterden liedjes, het leek tooverij.
 
 
 
Mijn vingers en mijn oogen teeder gleeden
 
langs gele snaren, boven en beneden
 
bleven ze langer, want ik wist niet wat
 
ver achter in gedachtenvlakte zat.
 
 
 
Een kinderbeeldje, dat is òpgerezen
 
zwierig in haar gewaad, ze had te lezen
 
gezeten in haar vreemd gedachtenboek,
 
nu stond ze in een gelen rimpeldoek.
 
 
 
Nu kwam ze dichter bij, we zijn gekomen
 
midden ter vlakte onder heel wat boomen,
 
we spraken niet, want boven zei de wind
 
al mijn gedachten en die van het kind.
 
 
[pagina 9]
[p. 9]
 
Maar te dansen zijn we wel gegaan,
 
heen en weer, op en neer, een lange baan
 
van luchtige passen, voeten beurteling
 
omhoog, omlaag, als rozenbuiteling.
 
 
 
Te dansen zooals twee rozen gaan,
 
rozeroode rozen tusschen groene blaan
 
samen gesproten van uit ééne steel,
 
twee windewiegelingen, geen geheel
 
maar altijd twee, hoewel ze ongescheiden
 
het leven doordansen met hun roode beiden.
 
 
 
Zoo dansten wij, mijn vingers scholen in
 
't geelglimmende fluweel, een diepen zin
 
voelden ze daar van 't levende dat edel
 
in 't gele woonde, en de windevedel
 
blies uit een adem van een gele stof
 
zooals een zonneschijn in bloemehof.
 
 
 
Wij zeiden altijd niets maar sprongen om ons om -
 
haar gouden oogen fonkelden, haar lippen bleven stom -
 
de wind zei àl gedachten, en de dansemaat,
 
die fonkelde in diamant op haar gelaat.
 
 
 
Maar eind'lijk zei ze goeien dag en is weer weggegaan,
 
op hare lippen danste lach, haar kleed was als de maan
[pagina 10]
[p. 10]
 
zoo flikkerend om 't dansend lijf, zoo sprong ze heel, heel ver,
 
zooals de gouden maan eerst, toen zooals de gouden ster.
 
 
 
Ik ben zooals een oosterster, zij tintelt in het westen,
 
wij tweeën vogels weten wel de takken onzer nesten,
 
wij komen nog wel weer te saam, is het niet, is het niet,
 
dansende liefste, liefste, liefste, op windelied?
 
 
 
Maar onderwijl zit ik te spelen
 
op een gedachteharp, de kelen
 
van schemering en duisternis om mij
 
fluisteren liedjes, het lijkt tooverij.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken