Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bric à brac (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bric à brac
Afbeelding van Bric à bracToon afbeelding van titelpagina van Bric à brac

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.64 MB)

Scans (5.88 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bric à brac

(1957)–Jan Greshoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Overschatting van de liefde

Bij de hedendaagse schrijvers stel ik vast een overschatting van de liefde, welke in geen enkel verband staat met de dagelijkse werkelijkheid des levens. In het bijzonder merk ik alom op een sterke belangstelling voor biologische bijzonderheden, welke deze, uit hoofde van hun oeroude overbekendheid, niet waard zijn. Borrel en bedstee zijn schering en inslag, alsof het menselijk bestaan geen andere mogelijkheden bood. De grondige wijzigingen in de bouw van onze samenleving, de veranderde houding tegenover de dood, de wonderlijke vergezichten door wetenschap en techniek geopend, blijken de letterkundigen slechts in geringe mate te boeien. Geen avonturenroman meer, geen schelmenroman, geen romans de cape et d'épée: verouderd! Geen familieromans, geen bedrijfsromans, geen natuurromans, geen sleutelromans, geen romans met een strekking: verouderd! De wereld is tot het formaat van een divan teruggebracht en het leven niet groter meer dan glas. Al wie schoonheid zoekt, is niet meer van zijn tijd, welke gedistilleerd en handtastelijkheden vereist. De oude Dumas was, daar zijn de heren het over eens, een verachtelijke broodschrijver. Maar ik vermoed, vrijblijvend, dat hij oneindig meer in zijn mars had, als mens en als kunstenaar, dan de hedendaagse friemelaars, die zich het moede en lege hoofd afmartelen om theoretisch, een nieuwe friemelarij te ontdekken.

[pagina 18]
[p. 18]

Ik meen opgemerkt te hebben dat vele romanciers het als hun onzedelijke plicht beschouwen, hun helden, binnen de eerste tien bladzijden, met een willekeurig toegevoegd vrouwspersoon, naar de sponde te jagen, ook al draagt die bedrijvigheid niets (hoegenaamd niets) bij tot het verloop der verdere gebeurtenissen. Dit is een modeverschijnsel, zoals eertijds het wenen of, nog vroeger het verheerlijken van de landman. Jean Schlumberger hangt in zijn levensherinneringen een tafereel op, dat ik nimmer vergeten zal. Hij vertelt namelijk hoe hij voor Botticelli staande (het kan ook een andere deerniswekkende grootmeester geweest zijn), juist op hetzelfde ogenblik als zijn reisgenoot Gide, in dikke tranen uitbarstte. Ja, zomaar, van pure schoonheidsontreddering. Dat vindt men nu gek. Ik ook. Maar toch niet gekker en zeker smakelijker dan de jongeling die ik nu in ‘moderne’ verhalen tegenkom en die zodra hij maar in de verte een bezemsteel met rokken ontwaart, midden op de bladzijde, aan zijn gulp begint te frummelen.

Eigenlijk is gek het woord niet. Onwaarachtig zou in beide gevallen beter van pas zijn. Het merkwaardige geval doet zich namelijk voor dat men, op gezag van hedendaagse romanschrijvers, geneigd wordt aan te nemen dat zich een gemeenschappelijke, onwederstaanbare, allesomvattende drang tot de slagersgreep van de mensheid heeft meester gemaakt; terwijl ik in de oude en nieuwe wereld rondreizende, dit verschijnsel niet minder, doch ook niet méér bespeurde dan voorheen.

Welk een verenging, welk een verarming! De wijde wereld verschrompelt tot de bescheiden afmetingen van het ledikant. En dat bevindt zich dan nog veelal in een bedompte kamer, in de nabijheid van een petroleumkachel, terwijl de koolgeur van ontelbare prakkies zich niet meer uit de hoeken en gaten laat verdrijven. Aan honderden boeiende, belangwekkende, zinrijke, vermakelijke verschijnselen en gebeurtenissen gaan de schrijvers achteloos voorbij om met de maniakale hardnekkigheid van de reu steeds weer terug te keren naar de stoep van het huis dat de loopse teef herbergt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken