Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bric à brac (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bric à brac
Afbeelding van Bric à bracToon afbeelding van titelpagina van Bric à brac

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.64 MB)

Scans (5.88 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

column(s) / cursiefjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bric à brac

(1957)–Jan Greshoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

De krant van morgen

Toen Geerten Gossaert en ik nog bitterjong waren, vertoefden wij eens samen te Antwerpen. Bij die gelegenheid deelde hij mij mede dat hij er sterk toe overhelde een gedicht te schrijven tot lof van de oude dag ‘Laus senilitatis’ zou het heten. Ik heb dit gesprek nimmer vergeten, omdat Gossaert mij met stomme verbazing vervulde: hoe was het mogelijk, dat iemand, slechts enkele jaren vóór mij geboren, iets fraais of aantrekkelijks kon ontdekken in wat mij de verschrikking der verschrikkingen toescheen: aftakeling. Of Geerten Gossaert zijn Lof des Ouderdoms ooit schreef, is mij niet bekend. Evenmin of hij, een oud man zijnde, nog iets lofwaardigs in die staat kan ontdekken. Wat mij betreft: ik ben er tegen. En dat in weerwil van de ervaring, dat er bij duchtig onderzoek nog wel enige aangename kanten aan gevonden kunnen worden.

Een daarvan is, dat men bij het stijgen der jaren steeds inniger overtuigd wordt van het belang van het onbelangrijke. Mij werd het langzamerhand duidelijk dat alle belangrijke dingen náár zijn. Omwentelingen bijvoorbeeld worden algemeen en niet zonder reden belangrijk geacht. Ze zijn ook, voor ieder redelijk en gezond mens, allerafschuwelijkst. Het verwerven van nieuwe afzetgebieden vertegenwoordigt, mag men de kooplieden geloven, een levensbelang. Maar het geeft immer aanleiding tot hinderlijke en niet zelden bloedige bisbieljes. Het onderwijs wordt, door veel weldenkende lieden hoogst ernstig genomen, doch de ondervinding leerde mij dat het maar in weinige gevallen tot iets werkelijk goeds leidt. Zodra natuurverschijnselen belangrijk worden, beschouwt men hen terecht als rampen, aardbevingen, vulkanische uitbarstingen, overstromingen, sprinkhanenplagen. Belangrijke landen zijn gevaarlijke landen. Niemand zou zich bittere zorgen behoeven te maken over een Sovjet-Andorra. Belangrijke posten zijn machtsposities en tasten dus hen, die er mede bekleed zijn in hun wezen aan. Belangrijke kunstwerken zijn museumstukken en maar zelden beminnelijk. Gesprekken over gewichtige onderwerpen lopen steevast op kra-

[pagina 110]
[p. 110]

keel uit. Wie tot onpartijdig oordelen in staat en bereid is, komt tot de slotsom, dat het de belangrijke dingen zijn, die het bestaan grondig en op alle manieren vergallen, de onbelangrijke die het leven liefelijk, boeiend, ontroerend, kortom: levenswaard, maken. Nachtegalen en vergeet-mij-nietjes mogen dan al ouderwets en al te romantisch zijn, ze hebben nooit ruzie gestookt, ongeluk veroorzaakt, leed berokkend.

Al van mijn jonge jaren af heb ik het ideaal gekoesterd van een orgaan voor argelozen en goedwillenden. Het hoofdartikel zou, bijvoorbeeld, gewijd zijn aan vriendelijke gebaren, liefdedaden, offervaardigheden. Behalve aan alle kunsten, zou ernstige aandacht besteed worden aan die onvolprezen lekkerbekkerij. Er zou geen kleinigheid te klein mogen zijn voor mijn redacteuren, zodra hij, hoe bescheiden ook, kon bijdragen tot onze waardering van het leven. Ik zou correspondenten aanstellen niet in Nieuw York en London, maar in Luxemburg, Liechtenstein, Andorra, San Marino, Monaco en ik zou een krachtige beweging willen wekken tot het herstel van de onafhankelijkheid van Moresnet, dat nu zucht onder de Belgische overheersershiel.

Op één punt heerst er verschil van mening tussen mij en enkele toekomstige medewerkers. Ik geloof, dat op de laatste bladzijde, uiterst beknopt, de vuiligheid van krijgsgeweld, verdragsbedrog en misdaad behoort te worden samengevat. Uitsluitend om door die zwarte achtergrond al het blanke des te stralender te doen uitkomen. Anderen zijn van mening, dat men de verschrikking der belangrijke zaken strikt moet ontkennen, er met geen woord melding van maken, doen alsof zij niet bestaat. Voor wij tot de oprichting van ons blad overgaan, zal op dit punt klaarheid verkregen moeten worden. Hetgeen ongetwijfeld aanleiding zal geven tot hooglopende twistgesprekken en tenslotte tot enige levenslange veten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken