Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kent uw dichters! (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kent uw dichters!
Afbeelding van Kent uw dichters!Toon afbeelding van titelpagina van Kent uw dichters!

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.67 MB)

Scans (6.97 MB)

ebook (2.99 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kent uw dichters!

(1932)–Jan Greshoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 185]
[p. 185]

Bibliographie
Door G.H. 's-Gravesande

ALLEEN VERZENBUNDELS ZIJN IN DEZE LIJST VERMELD.

[pagina 187]
[p. 187]
G. ACHTERBERG.
Afvaart (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1931.
JACQUES BENOIT.
De gesloten poort (Boosten en Stols, Maastricht) 1933.
ALBERT BESNARD.
Sonnetten (J. van Krimpen, den Haag) 1917; De bloei en enkele andere gedichten (Palladium, Arnhem) 1923; Opstand en Wroeging (Boosten en Stols, Maastricht) 1925.
WILLEM TEN BERGE.
De reiziger (De Gemeenschap, Utrecht) 1928; De zoon van het Hemelsche rijk (A.A.M. Stols, Brussel en Maastricht) 1930.
HERMAN VAN DEN BERGH.
De boog (J. Ploegsma, Zeist) 1917; De spiegel (S.L. van Looy, Amsterdam) 1925.
MARTIEN BEVERSLUIS.
Zwerversweelde (De Waelburgh, Blaricum) 1920; Verzen (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1922; De ballade van de vleermuis (De Schakel, Eemnes) 1925; De beiaardier en andere verzen (Ch. Nijpels, Maastricht) 1925; Canzonen (Van Loghem Slaterus' Uitg. Mij., Arnhem) 1926; Mariken van Nimwegen (Uitg. Mij. Kosmos, Amsterdam) 1928; Liederen van den arbeid (N.V. de Arbeiderspers, Amsterdam) 1929; Aanklacht (Johan Mulders Uitg. Mij., Gouda) 1930; De bellenblazer (H. ten Brink, Arnhem) 1931; De dolende soldaat (Servire, den Haag) 1932.
DOP BLES.
Parijsche verzen (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1923.
J.C. BLOEM.
Het verlangen (P.N. van Kampen, Amsterdam) 1921; Media Vita (Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem) 1931.
LOUIS DE BOURBON.
Reisverhalen (Het Venster, Nijmegen) 1931; Zwerving (A.A.M. Stols, Maastricht) 1932.
LEO VAN BREEN.
Wat de zee aanspoelt.... (G.W. den Boer, Middelburg) 1929; De ballade van de Reading Gaol, bewerkt naar Oscar Wilde (Uitg. Mij. Holland, Amsterdam) 1930; Kinderliedjes in Zeeland, met L. de Bree (B.H. Linooy, Terneuzen) 1930; Zeeuwsch liederalbum (Joh. de Heer, Rotterdam) 1930; Ontwapend, hoorspel (Schermers uitg., Bolsward) 1931; Lyriese portretten (A.A.M. Stols, Maastricht) 1932.
[pagina 188]
[p. 188]
H. DE BRUIN.
Het ingekimde land (Uitg. Mij. Holland, Amsterdam) 1932.
HENRI BRUNING.
De Sirkel (Nijmegen, in eigen beheer) 1924; De tocht (idem) 1925; Het verbond (Het Sinjaal, Groesbeek) 1931.
GASTON BURSSENS.
Verzen (Mechelen, zonder uitgever) 1918; De Yadefluit, bewerkingen van Chinese verzen (De Ned. Boekhandel, Antwerpen) 1919; Liederen uit de stad en de sel (idem) 1920; Piano (H. Holemans, Mechelen) 1924; Enzovoort (De Driehoek, Antwerpen) 1926; Klemmen voor zangvogels (Avontuur, Wilrijk-Antwerpen) 1930.
ALEX CAMPAERT.
Klank en beeld (Het Venster, Asten) 1932.
JAN R.TH. CAMPERT.
Refereinen, in samenwerking met H. Scholte (P.N. van Kampen, Amsterdam) 1922; Verzen (Ch. Nijpels, Maastricht) 1925; De bron (A.A.M. Stols, Maastricht) 1927; Het verliefde lied en andere verzen (idem) 1928.
CHARIVARIUS.
Ruize-rijmen (Van Holkema en Warendorf, Amsterdam) 1914; tweede druk 1e bundel (H.D. Tjeenk Willink en Zoon, Haarlem) 1916; 2e bundel (idem) 1916; 3e bundel (idem) 1916; 4e bundel (idem) 1917; 5e bundel (idem) 1918; De roemruchtige bedrijven van ridder Don Quixote de la Mancha (idem) 1925; Herscheppingen vrij naar Ovidius (idem) 1926; Het scheepsjournaal van de ark door Noach met hieroglyphen door Cham. Opgegraven door J.L. Gordon en A.J. Fruen, losbandig bewerkt (P.N. van Kampen, Amsterdam) 1926; De Geschiedenis des vaderlands (H.D. Tjeenk Willink, Haarlem) I 1927, II 1929; Godengesprekken, naar Lucianus (idem) 1932.
Eigen naam: dr. G. Nolst Trenité.
L. ALI COHEN.
Reflexen (Em. Querido, Amsterdam) 1925; Suggesties (idem) 1930.
J.G. DANSER.
Ontmoetingen (J. van Krimpen, den Haag) 1917; Gedichten (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1922.
ANTHONIE DONKER.
Acheron (Hyman, Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem) 1926; Grenzen (idem) 1928; Kruistochten (De Gemeenschap, Utrecht) 1929; De draad van Ariadne (Hyman, Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem) 1930; De ballade van den oud-matroos, vertaald naar S.T. Coleridge (A.A.M. Stols, Maastricht en Brussel) 1931; Goethe's Faust (van Loghum Slaterus' Uitg. Mij., Arnhem) 1931; De ratten-
[pagina 189]
[p. 189]
vanger van Hameln, vertaald naar Browning (G.B. van Goor Zonen, den Haag) 1931.
Eigen naam: dr. N.A. Donkersloot.
A. DEN DOOLAARD.
De verliefde betonwerker (A.A.M. Stols, Maastricht) 1926; De dwaas en de dood, vertaald naar Hugo von Hofmannsthal (idem) 1927; De wilde vaart (De Gemeenschap, Utrecht) 1928; Ballade du jeune marin, een afzonderlijk gedicht (idem) z.j.; Vier balladen (A.A.M. Stols, Maastricht) 1928.
Eigen naam: Bob Spoelstra.
ANTON VAN DUINKERKEN.
Onder Gods ogen (A.A.M. Stols, Maastricht) 1927; Lyrisch labyrinth (De Gemeenschap, Utrecht) 1930; Het wereldorgel (idem) 1931. Eigen naam: Willem Asselbergs.
JAN H. EEKHOUT.
Louteringen (G.W. den Boer, Middelburg) 1927; Doodendansen (A.J. Bronswijk, Oostburg) 1929; Jaspis en Jade (idem) 1929; Wijn (W.L. en J. Brusse, Rotterdam) 1930; In aedibus amoris, in samenwerking met Elisabeth Reitsma (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1930; Branding, kwatrijnen (Uitg. Mij. Holland, Amsterdam) 1931; Doolagiën (A.A.M. Stols, Maastricht) 1932.
H. VAN ELRO.
Hesperiden (Em. Querido, Amsterdam) 1925; Madonna in tenebris (Palladium, Arnhem) 1925; Christus' ommegang in het Westen (Em. Querido, Amsterdam) 1926; Zes kleine elegieën (A.A.M. Stols, Bussum) 1926; Strophen en andere gedichten (W.L. en J. Brusse, Rotterdam) 1930; Voetstappen (idem) 1931.
Eigen naam: mr. Roel Houwink.
W. ELSSCHOT.
Bijdragen in het maandschrift Forum.
Eigen naam: Alfons de Ridder.
JAN ENGELMAN.
Het roosvenster (Hyman, Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem) 1927; Sine nomine (De Gemeenschap, Utrecht) 1930; Tuin van Eros Charles Nypels, Maastricht) 1932.
P.N. VAN EYCK.
De getooide doodhof (M. Boogaerdt Jr., Zeist) 1909; Worstelingen (De Zilverdistel, den Haag) 1910; Getijden (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1910; De Sterren (idem) 1911; Uitzichten (idem) 1912; Bevrijding (De Zilverdistel, den Haag) 1913; Gedichten, Het ronde perk, Lichtende golven (Mij. voor Goede en Goedkoope lectuur,
[pagina 190]
[p. 190]
Amsterdam) 1917; Inkeer (Palladium, Arnhem) 1922; Voorbereiding (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1926.
MARNIX VAN GAVERE.
Gedichten (Uitgeverij Steenlandt, Kortrijk) 1930.
Eigen naam: Fernand Pauwels.
JAAP VAN GELDEREN.
Verspreide bijdragen in tijdschriften.
FRANK GERICKE.
Conservatieve gedichten (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1927.
Eigen naam: dr. D. Hoek.
J.J. VAN GEUNS.
Het uur der sterren (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1928; Gedichten uit drie rijken (idem) 1930.
GEERTEN GOSSAERT.
Experimenten (De Zilverdistel, den Haag) 1911; vermeerderde herdruk van dit boek (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1916.
Eigen naam: dr. F.C. Gerretson.
CHR. DE GRAAFF.
Alleenspraak (De Gemeenschap, Utrecht) 1931.
G.H. 's-GRAVESANDE.
Uit mijn leven (eigen uitgave) 1911; Verzen (Uitg. Mij. Haga, den Haag) 1923; Enkele verzen (niet in den handel) 1926.
J. GRESHOFF.
Aan den verlaten vijver (M. Boogaerdt Jr., Zeist) 1909; Door mijn open venster (H.D. Tjeenk Willink en Zoon, Haarlem) 1910; Schaduw (A.A.M. Stols, den Haag) 1924; De ceder (Palladium, Arnhem) 1924; Sparsa (A.A.M. Stols, Maastricht) 1925; Vonken van het vuur (Hyman, Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem) 1925; Oud zeer (Hollandia drukkerij, Baarn) 1926; Zeven gedichten (Hyman, Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem) 1926; Aardsch en hemelsch (A.A.M. Stols, Maastricht) 1926; Keurdicht bloemlezing uit Greshoffs poëzie door prof. dr. Jan de Vries. (Boosten en Stols, Maastricht) 1926; Anch'io (idem) 1926; Confetti (A.A.M. Stols, Brussel) 1928; Bij feestelijke gelegenheden (idem) 1928; Ketelmuziek, bloemlezing uit Greshoffs poëzie van 1908-1928 door E. du Perron (niet in den handel, Gistoux) 1929; Mirliton (Joh. Enschede en Zonen, Haarlem) 1932; Janus Bifrons (A.A.M. Stols, Maastricht) 1932; Pro Domo (De Waelburgh, Blaricum) 1933.
[pagina 191]
[p. 191]
JAN H. DE GROOT.
Lentezon (niet in den handel, Uitg. Mij. Holland, Amsterdam) 1927; Sprongen (idem) 1928; Zomerzon, versjes voor kleuters (P. Noordhoff, Groningen) 1930; Rond de wereld (N.V. Uitg. Mij. De Tijdstroom, Lochem) 1931; Vaart (Uitg. Mij Holland, Amsterdam) 1931; Verloren liedjes (Neerbosch' Boekh. en Uitg.) 1932.
MARNIX GIJSEN.
Lof-litanie van den H. Franciscus van Assisië (De Sikkel, Antwerpen) 1919; Het huis, waarin is opgenomen de derde druk van De Lof-litanie van Sint-Franciscus van Assisi (De Gemeenschap, Utrecht) 1925.
Eigen naam: dr. J.A. Goris.
JACOB ISRAEL DE HAAN.
Libertijnsche liederen (P.N. van Kampen, Amsterdam) 1914; Het Joodsche lied (W. Versluys, Amsterdam) 1915; Liederen (P.N. van Kampen, Amsterdam) 1917; Een nieuw Carthago (J. van Krimpen, den Haag) 1919; Het Joodsche lied, 2e deel (Mij. voor Goede en Goedkoope lectuur, Amsterdam) 1921; Kwatrijnen (P.N. van Kampen, Amsterdam) 1924.
R. HERREMAN.
Eros, in samenwerking met M. Roelants (Plantin, Gent) 1914; De dichters van 't Fonteintje (Boosten en Stols, Maastricht) 1924; De roos van Jericho (A.A.M. Stols, Brussel en Maastricht) 1931.
W. HESSELS.
Bevrijdingen (Uitg. Mij. Holland, Amsterdam) 1931.
Eigen naam: H.A. Mulder.
HAN HOEKSTRA.
Verspreide bijdragen in tijdschriften.
WILLEM VAN IEPENDAEL.
Liederen van den zelfkant (Em. Querido, Amsterdam) 1932.
DAVID DE JONG Jr.
Eenzame opstandigheid (Ontwikkeling, Amsterdam) 1925; Melancolische monologen (idem) 1927.
G. KAMPHUIS.
Het duistere licht (Uitg. Mij. Holland, Amsterdam) 1930.
C.J. KELK.
De zonde van Pierrot, geschreven onder pseudoniem Thomas Beker (Van Munster, Amsterdam) 1920; Lampions in den wind, in samenwerking met Fred. Chasalle (idem) 1921; Spelevaart (A.A.M. Stols, Maastricht) 1932.
MATHIAS KEMP.
Het wijnroode uur (Maastr. Boek- en Handelsdrukkerij, Maastricht) 1916; Naar den uchtend (Fr. Schmitz, Maastricht) 1917; De vreemde
[pagina 192]
[p. 192]
vogel en andere gedichten (idem) 1919; De zeven broeders (Leiter Nypels, Maastricht) 1921; Ravijnen, herziene herdruk van Het wijnroode uur, Naar den uchtend en De vreemde vogel (Van Munsters U.M. Amsterdam) 1922; Stroomversnellingen (Leiter Nypels, Maastricht) 1924; Sterren, musschen en ratels (Uitg. Mij. Het Veldeke, Maastricht) 1929.
H.W.J.M. KEULS.
In den stroom (J. van Krimpen, den Haag) 1920; Kain, vertaald naar Anton Wildgans (Drukkerij en Uitgeversbedrijf Calff en Meischke, Amsterdam) 1923; Om de stilte (Boosten en Stols, Maastricht) 1924.
G.A. VAN KLINKENBERG.
De cactus, (Hyman, Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem) 1932.
HALBO C. KOOL.
De tooverformule (Hyman, Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem) 1930; Scherven (De Spieghel, Amsterdam) 1932; Het Pierement (zonder uitgever en z.j.) door Community Singing (Kool, Noordstar, Pareau en Poort).
ALBERT KUYLE.
Seinen (Dekker en van de Vegt en J.W. van Leeuwen, Utrecht/Nijmegen) 1925; Songs of Kalua (Leiter Nypels, Maastricht) 1927. Eigen naam: Louis Kuitenbrouwer.
JO LANDHEER.
Golven (A.A.M. Stols, 's-Gravenhage) 1925; Golven (idem) 1930.
JEF LAST.
Bakboordslichten (Ontwikkeling, Amsterdam) 1927; Kameraden (W.L. en J. Brusse, Rotterdam) 1930; Branding (Van Loghum Slaterus, Arnhem) 1930; Verleden tijd (W.L. en J. Brusse, Rotterdam) 1932; Twee werelden (idem) 1933.
AART VAN DER LEEUW.
Liederen en balladen (W. Versluys, Amsterdam) 1911; Herscheppingen (idem) 1916; Opvluchten (C.A. Mees, Santpoort) 1922; Het aardsche paradijs (idem) 1927.
FREEK VAN LEEUWEN.
Uitverkoop (Links-Richten, den Haag) 1932.
MARTIN LEOPOLD.
Hunkering (Uitg. Mij. Holland, Amsterdam) 1930.
AIME DE MAREST.
De Wassenaar (N.V. De Standaard, Brussel) 1929; Het brandglas (A.A.M. Stols, Brussel) 1931.
[pagina 193]
[p. 193]
H. MARSMAN.
Brieven (10 ex. in handschrift); Verzen (J. Ploegsma, Zeist) 1923; Penthesileia (Palladium, Arnhem) 1925; Paradise regained (De Gemeenschap, Utrecht) 1927; Witte vrouwen (idem) 1930. Voorpost, oude gedichten (A.A.M. Stols, Brussel en Maastricht) 1931.
W. DE MERODE.
Gestalten en stemmingen (P. Noordhoff, Groningen) 1916; De overgave (E.J. Bosch, Baarn) 1919; Het kostbare bloed (Van Loghum Slaterus, Arnhem) 1922; Kwattrijnen (De Gulden Ster, Amsterdam) 1923; Het heilig licht (E.J. Bosch, Baarn) 1923; Ganymedes (De Gulden Ster, Amsterdam) 1924; De rozenhof, kwatrijnen (idem) 1925; De donkere bloei (Mij. Holland, Amsterdam) 1926; De verloren zoon (idem) 1928; De lichtstreep (idem) 1929; De steile tocht (idem) 1930; Laudate Dominum (De Pauw, Culemborg) 1931; Omar Khayyam, kwatrijnen, vertaald (idem) 1931; Langs den heirweg (J.H. Kok, Kampen) 1932.
Eigen naam: W.E. Keuning.
ERNST MICHEL.
't Mes (Uitg. Oisterwijk, Oisterwijk) 1928; Zwarte verzen (De Christophore, Amsterdam) 1929; Ex Paradiso (idem) 1931; Marianapolis (idem, Malden) 1931.
RICHARD MINNE.
De dichters van 't Fonteintje (Boosten en Stols, Maastricht) 1924; In den zoeten inval (R. Herreman en M. Roelants, Brussel) 1927.
WIES MOENS.
De boodschap (De Sikkel, Antwerpen) 1920; De tocht (idem) 1920; Verzen, 3e uitgave van De boodschap en 2e van De tocht, (idem) 1921; Opgangen (idem) 1922; Landing (idem) 1923; Poëzie (C.A. Mees, Santpoort) 1930.
A.J. MUSSCHE.
De twee vaderlanden (Van Loghum Slaterus, Arnhem) 1927.
M. NIJHOFF.
De wandelaar (Per le nozze uitgaaf) 1916; De wandelaar (W. Versluys, Amsterdam) 1916; Pierrot aan de lantaarn (J. van Krimpen, den Haag) 1919; Vormen (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1924; De twee duiven, vertaald naar Lafontaine, opgenomen in De pen op papier (Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem) 1927; De vliegende Hollander, een waterfeestspel (S.C. van Doesburgh, Leiden) 1930; De geschiedenis van den soldaat vertaald naar C.F. Ramuz (A.A.M. Stols, Brussel en Maastricht) 1930; Storm, vertaald naar Shakespeare (idem) 1930.
[pagina 194]
[p. 194]
JAN VAN NIJLEN.
Verzen (Ned. Boekhandel, Antwerpen) 1906; Het licht (C.A.J. van Dishoeck, Bussum), 1909; Naar 't geluk (De Zilverdistel, den Haag) 1911; Negen verzen (Apeldoorn) 1914; Het aangezicht der aarde (Palladium, Arnhem) 1932; De lokstem en andere gedichten (A.A.M. Stols, den Haag) 1924; Zeven gedichten (Boosten en Stols, Maastricht) 1924; De lokstem en andere gedichten, waarin opgenomen de Zeven gedichten (A.A.M. Stols, Maastricht) 1925; De vogel Phoenix (idem) 1928; ‘Heimwee naar het Zuiden’, bloemlezing door E. du Perron. (Eigen uitgave, Gistoux) 1929.
J.C. NOORDSTAR.
De zwanen en andere gedichten (Ebenhaëzer, Groningen) 1930. (Zie ook Kool.)
KAREL VAN DEN OEVER.
In schemergloed der morgenverte (Gilliams, Antwerpen) 1901; Van stille dingen (Delille, Maldeghem) 1904; Het drievuldig beeld (M. Boogaerdt Jr., Krimpen) 1907; Godvruchtige maen-rijmen (Neerlandia, Antwerpen) 1911; De zilveren flambouw (Mercurius, Leiden/Antwerpen) 1918; Verzen uit oorlogstijd, 1914-1919 (Teulings' Uitg. Mij., den Bosch) 1919; Lof van Antwerpen (Mercurius, Leiden en Schalekamp, v.d. Grampel en Bakker, Amsterdam) 1920; De betooverde heide (Mercurius, Antwerpen) 1921; Het open luik (De Sikkel, Antwerpen) 1922; Schaduw der vleugelen (Centrale boekhandel Neerlandia, Antwerpen) 1923; De heilige berg (Romen en Zn., Roermond) 1925; Keur uit de verzen van K. v.d. Oever (De Pelgrim, Averbode) 1926; Paviljoen (Leeslust, Antwerpen) 1927.
A.J.D. VAN OOSTEN.
His Masters Voice (C.A. Mees, Santpoort) 1929; Vuurwerk (De Gemeenschap, Utrecht) 1930; De intocht (Uitg. Mij. Holland, Amsterdam) 1930; De wonderlijke weg (Hyman, Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem) 1932.
PAUL VAN OSTAYEN.
Music-Hall (Gust. Janssens, Antwerpen) 1916; Het sienjaal (Het Sienjaal, Antwerpen) 1918; De bezette stad (idem) 1921; Gedichten (De Sikkel, Antwerpen) z.j. 1928.
FRANÇOIS PAUWELS.
Het heksenlied vertaald naar Von Wildenbruch (J.M. Meulenhoff en Co., Amsterdam) 1907?; Verzen (M. Boogaerdt Jr., Krimpen a.d. Lek) 1908; Het kristallen masker (P. den Boer, Utrecht) 1911; Enkele verzen (Ned. Bibliotheek, Amsterdam) 1916; Fantomen (J.M. Meulenhoff, Amsterdam) 1919; Tziganen (idem) 1924; Verzamelde
[pagina 195]
[p. 195]
gedichten (Scheltens en Giltay, Amsterdam) 1928; Morgen, sonnettencyclus (Em. Querido, Amsterdam) 1931.
E. DU PERRON.
De behouden prullemand, verzen van 1915-1922 (Eigen uitgave); Kwartier per dag, reisjournaal van Duco Perkens (De Driehoek, Antwerpen) 1924; Filter, 49 kwatrijnen van Duco Perkens (R. Simonson, Brussel) 1924; Bij gebrek aan ernst, zijnde de verzamelde werken van Duco Perkens, uitgegeven door E. du Perron (W.N. Dinger, Bussum) 1925; Het bozige boekje (A.A.M. Stols, Maastricht) 1926; Poging tot afstand (W.N. Dinger, Bussum) 1927; Alle de rozen, 6 sonnetten ingelijst door proza (Breuer, Brussel) 1927; Parlando (A.A.M. Stols, Maastricht en Brussel) 1930; Mikrochaos, verzamelde gedichten (idem) 1932.
JAN PRINS.
Tochten (W. Versluys, Amsterdam) 1911; Getijden (idem) 1917; Verschijningen (idem) 1924; Indische gedichten, bijeengebracht naar aanleiding van de tentoonstelling Ned.-Indië in de letterkunde, gehouden te 's-Gravenhage in den zomer van 1932 (Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem) 1932.
Eigen naam: C.L. Schepp.
MIEN PROOST.
Het middelbaar onderwijs (De Gemeenschap, Utrecht) 1929.
Eigen naam de heer H. Klomp (opgave der R.K. Openbare Leeszaal en Bibliotheek in den Haag).
ELISABETH REITSMA.
Lichtende verten (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1925; Van levens droom (idem) 1922; In aedibus amoris, in samenwerking met Jan H. Eekhout (idem) 1930; Zingende golven (idem) 1930.
MAURICE ROELANTS.
Eros, in samenwerking met R. Herreman (Plantin, Gent) 1914; De kom der loutering (De Nieuwe Boekhandel, Brussel) 1918; De dichters van 't Fonteintje (Boosten en Stols, Maastricht) 1924; Het verzaken (A.A.M. Stols, Brussel en Maastricht) 1930.
PAUL ROGGHE.
Uit 's levens koorts (Uitgeverij Steenlandt, Kortrijk) 1931.
A. ROLAND HOLST.
Verzen (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1911; De belijdenis van de stilte (idem) 1913; Koning Lear, vertaald naar Shakespeare (Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur, Amsterdam) 1913; Voorbij de wegen (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1920; De wilde kim (idem) 1925; Ex Tenebris Mundi (Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem) 1926; Het
[pagina 196]
[p. 196]
Elysisch verlangen, gevolgd door een Iersche sage in verzen: De zeetocht van Bran, zoon van Febal (A.A.M. Stols, Brussel) 1928; Richard III, vertaald naar Shakespeare (idem) 1929; Disjecta membra (Gistoux) 1929; De Vagebond (Ver. tot bevordering der Grafische Kunst) 1930.
H.W. SANDBERG.
Schaduw (Em. Querido, Amsterdam) 1931.
NINE VAN DER SCHAAF.
Poëzie (C.A. Mees, Voorschoten) 1919; Naar het onzichtbare (C.A. Mees, Santpoort) 1929.
J.C. VAN SCHAGEN.
Narrenwijsheid (Palladium, Arnhem) 1925; Litanie (De Gemeenschap, Utrecht) 1928.
H. SCHOLTE.
Refereinen, in samenwerking met Jan R.Th. Campert (P.N. van Kampen, Amsterdam) 1922; Chrysantheem (J. Clausen, Amsterdam) 1923; Intermezzo (A.A.M. Stols, Maastricht) 1927.
JAC. SCHREURS.
Voorjaar (Drukkerij Dante Alighieri, Castricum) 1922; Voor u alleen (idem) 1922; De bloeiende wijnstok (idem) 1924; Omnis terra (De Gemeenschap, Utrecht) 1932.
AGATHA SEGER.
Verzen (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1927; Verzen, tweede bundel (idem) 1927.
J. SLAUERHOFF.
Archipel (P.N. van Kampen, Amsterdam) 1923; Clair Obscur (Palladium, Arnhem) 1927; Eldorado (C.A.J. van Dishoeck, Bussum) 1928; Oost-Azië, onder het pseudoniem John Ravenswood (De Gemeenschap, Utrecht) 1928; Fleurs de Marécage (A.A.M. Stols, Brussel) 1929; Serenade (idem) 1930; Saturnus (Hyman, Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem) 1930; Yoeng Poe Tsjoeng (A.A.M. Stols, Maastricht en Brussel) 1930.
GABRIEL SMIT.
Voorspel (A.A.M. Stols, Brussel en Maastricht) 1931; Weerklank (Leiter Nijpels, Maastricht) 1932; Requiem in memoriam matris (A.A.M. Stols, Maastricht) 1932.
W.A.P. SMIT.
Feesten van 't jaar (Uitg. Mij. Holland) 1927.
[pagina 197]
[p. 197]
J.H. SPEENHOFF.
Liedjes, wijzen en prentjes (W.L. en J. Brusse, Rotterdam) 1903 e.v. jaren, 10 bundels; Soldatenliedjes (idem) 1916; Honderdtien krekelzangen (Van Holkema en Warendorf, Amsterdam) 1918.
J.J. DE STOPPELAAR.
De parelduiker (C.M.B. Dixon en Co., Apeldoorn) 1912; Het groote avontuur (idem) 1919; Het verlost verlangen (C.A. Mees, Santpoort) 1930.
GARMT STUIVELING.
Elementen (N.V. Arbeiderspers, Amsterdam) 1931.
MAURITS UYLDERT.
Naar het leven (W. Versluys, Amsterdam) 1906; De tuinen van liefde en dood (idem) 1913; Het lied der zeven hemelen (C.A. Mees, Santpoort) 1923; De glazen bol (idem) 1926.
BERNARD VERHOEVEN.
Van schijn en schemer (N.V. van Mastrigt en Verhoeven, Arnhem) 1917; De voorhof (Het Ned. Boekhuis, Tilburg) 1921; Verzen (Drukkerij Dante Alighieri, Castricum) 1922; De pelgrim (Boosten en Stols, Maastricht) 1924.
S. VESTDIJK.
Verzen (De Spieghel, Amsterdam) 1932. Berijmd palet (De Waalburgh, Blaricum) 1933.
PAUL VLEMMINX.
Den hof der jonkheid (Het Venster, Nijmegen) 1931.
URBAIN VAN DE VOORDE.
De haard der ziel (Excelsior, Brugge) 1921; Diepere krachten (idem) 1924; Het donker vuur (De Sikkel, Antwerpen en C.A. Mees, Santpoort) 1929; Per umbram vitae (idem) 1929.
IS. P. DE VOOYS.
Van de armen (W. Versluys, Amsterdam) 1903; Achter de taak (C.A. Mees, Santpoort) 1928.
MARGOT VOS.
De nieuwe lent' (Em. Querido, Amsterdam) 1923; De dienende maagd (idem) 1924; Intermezzo (De Waelburgh, Blaricum) 1925; Meiregen een bundel kinderverzen met prenten van Raoul Hynckes (Em. Querido, Amsterdam) 1925; Vlammende verten (idem) 1926; De lichte uren (idem) 1928; De windharp (De Waelburgh, Blaricum) 1932.
MARIE VOS.
Opgang (Em. Querido, Amsterdam) 1925; Bloei (idem) 1927; Roode
[pagina 198]
[p. 198]
geranium (idem) 1928; Met heel ons hart (Arbeiders Jeugd Centrale, Amsterdam) 1929.
HENDRIK DE VRIES.
Het gat in Mars en het Milagrat (niet in den handel); De nacht (Dixon en Co., Apeldoorn) 1920; Vlamrood (Van Munsters Uitg. Mij., Amsterdam) 1921; Lofzangen (De Gulden Ster, Amsterdam) 1923; Silenen (Hyman, Stenfert Kroese en v.d. Zande, Arnhem) 1928; Spaansche volksliederen (idem) 1931; Stormfakkels, (De Spieghel, Amsterdam) 1932.
THEUN DE VRIES.
Terugkeer (A.A.M. Stols, Maastricht) 1927; De vervreemding (De Waelburgh, Blaricum) 1928; Westersche nachten (De Gemeenschap, Utrecht) 1930; Sheherezade (Leiter Nypels, Maastricht) 1932; Sneeuw op de Fudsji, Japansche motieven (Marnix-Pers, Amsterdam) 1932.
VICTOR E. VAN VRIESLAND.
Voorwaardelijk uitzicht (Em. Querido, Amsterdam) 1929.
KAREL WASCH.
Gedichten (C.A. Mees, Santpoort) 1929.
J.W.F. WERUMEUS BUNING.
In memoriam (Palladium, Arnhem) 1921; Enkele gedichten (idem) 1924; Voorbarig berijmde ruzie (A.A.M. Stols, 's-Gravenhage) 1925; Dood en leven (Em. Querido, Amsterdam) 1926; Hemel en aarde (idem) 1927; Gedichten (Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem) 1929; Maria Lecina, een lied in honderd verzen (Em. Querido, Amsterdam) 1932.
GERARD WIJDEVELD.
Het vaderland (De Gemeenschap, Utrecht) 1930.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken