Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nachtschade (1958)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nachtschade
Afbeelding van NachtschadeToon afbeelding van titelpagina van Nachtschade

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.38 MB)

Scans (8.34 MB)

ebook (3.08 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Editeur

G.W. Huygens



Genre

proza

Subgenre

aforismen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nachtschade

(1958)–Jan Greshoff–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 155]
[p. 155]

24.
Bezitten, geven en nemen

Ik ben ervan overtuigd, dat het bezit heilig is, want het stelt de mens in staat tot zijn enige edele handeling: geven.

 

Er bestaat slechts één middel ter verrijking: geven. Wie spaart wordt altijd arm.

 

Weigeren te ontvangen is een even zeker bewijs van schraalte des gemoeds als weigeren te geven.

 

Men moet heel arm of heel gierig zijn, als men niets beters weet te geven dan zichzelf.

 

Men moet weten te geven en te nemen, ook al weet men van te voren dat men meer verstrekt dan ontvangt.

 

Iedere weldaad schept een ijdeltuit, de gever - en een gekwetste, de ontvanger.

 

Het doet er niet toe wat en aan wie wij geven. Wij krijgen toch alles onmiddellijk, tegen dagkoers, in zelfverheerlijking terug.

 

Dank heft de gave op en maakt er ruil van.

 

Geven is een arglistige vorm van nemen.

 

Het is dom zich te beklagen als men vergeefs zoekt naar iets wat niet bestaat: onbaatzuchtigheid bijvoorbeeld.

 

Een arm man die plotseling rijk wordt, verliest meer dan een rijk man, die zijn rijkdom verbeurt.

 

Men kan met waardigheid arm, niet met waardigheid rijk worden.

[pagina 156]
[p. 156]

Om rijkdom aannemelijk te maken, zijn meer deugden nodig dan waarover de gemiddelde man beschikt.

 

Het verschil tussen geestelijk en stoffelijk bezit is niet zo groot als de lekeprekers het doen voorkomen. Op het bezit komt het aan, niet op wàt men bezit.

 

Men is mens naarmate men bezitter is.

 

Wie niets bezit dan aards bezit, bezit toch iets.

 

Wie armoede aanprijst en bevordert, werkt ten bate van 's-mensens degradatie.

 

Allen die zich tegen het bezit verklaren, hebben de bedoeling het langs deze weg te verwerven.

 

Ik heb geen achting voor hen die onverantwoordelijk met hun geld omspringen. Doch als men er iets van weg geeft, mag men niet omkijken om na te gaan wat hij die ontving ermede doet.

 

Geld is geen bezit. Slechts een middel om het te verwerven.

 

Er zijn meer arme dan rijke miljonairs.

 

Rijkdom geeft geen verstand, doch vervangt het op bevredigende wijze.

 

Het geld is van nature rein en schuldeloos. Het voedsel is toch ook niet verantwoordelijk voor de maagkwaal van wie zich stelselmatig overeet.

 

Het ruilmiddel dat men machteloos maakt door het bezit, houdt op ruilmiddel en dus ook belangrijk te zijn.

 

De rijkaard adelt of bezoedelt de Rijkdom.

 

Wie volhoudt dat geld niet gelukkig maakt, heeft geen geld of is, door innerlijke verwording, niet tot geluk in staat.

[pagina 157]
[p. 157]

Ons geld krijgt pas waarde voor ons als wij het uitgegeven hebben.

 

Ontvangen is zalig voorzover het de mogelijkheid tot uitgeven betekent.

 

Het is niet voldoende het geld te laten rollen. Men moet in staat zijn de richting waarin het rolt te bepalen.

 

Zeg mij wat ge koopt en ik zal U zeggen wie ge zijt.

 

De bittere ellende van de herverdeling der rijkdommen schuilt niet in het feit dat deze afgenomen werden van wie er van oudsher mede vertrouwd zijn, maar dat zij achteloos en zonder oordeel des onderscheids in de schoot geworpen worden van wie niet beschaafd genoeg zijn er een redelijk gebruik van te maken.

 

De herverdeling der rijkdommen, ideaal van alle naijverige ontevredenen, maakt dat niemand meer iets heeft, waar voorheen enkele veel, andere minder bezaten. In werkelijkheid betekent het de vernietiging van de rijkdom en daardoor de vernietiging van 's mensen beste mogelijkheden.

 

De betekenis en de waarde van het Bezit kan men afmeten naar het feit dat het de énige menselijke verworvenheid is welke glorieus uitstijgt boven grenzen, overtuigingen, beginselen, vooroordelen, boven kerk en staat, boven overlevering en zedenleer.

 

Rijk zijn is een rustige, edele en zeer zeker aangename staat, rijk wórden gaat met te veel bedrijvigheid en dikwerf onjuiste toestanden gepaard.

 

Spilzucht is als alle onzedelijkheden het bewijs van een geringe ontwikkeling.

 

Als men vraagt: wat is hij waard, denkt men niet aan geest, karakter, ervaring. Uitsluitend aan 's mans buidel. Waaruit blijkt dat wij het goede gebruik van onze woordenschat ontwend zijn.

[pagina 158]
[p. 158]

Er zijn duidelijk te onderscheiden twee soorten mensen. Zij die van geld houden en farizeeërs.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken