Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 3. Zwanen pesten (1948)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 3. Zwanen pesten
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 3. Zwanen pestenToon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 3. Zwanen pesten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.12 MB)

Scans (15.66 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

verzameld werk
polemiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 3. Zwanen pesten

(1948)–Jan Greshoff–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 49]
[p. 49]

II Over de zeden der zwanen

Que le coeur de l'homme est creux et plein d'ordure.
pascal
[pagina 51]
[p. 51]

Er verandert niets. Nu steken de apostelen van een onzedige zedeleer het hoofd op. Zij lieten zich ook voor de tweede wereldoorlog duchtig gelden. En zij deden dit voor de éérste! Ik poogde er tegen in te gaan, alleen al omdat de leugenachtigheid van drie kwart dezer gemeenschaps-verheerlijkers mij tegen de borst stuitte.

De heer Borel was een wolf die zich in schapenvacht hulde. Op hem werd dus de eerste jacht gemaakt. Ik beschouwde hem als het meest treffende voorbeeld van een huichelaar.

Alle aantekeningen die hier volgen zijn geschreven wanneer de heren zedemeesters het noodzakelijk maakten. En alleen daarom. Ik geef ze in een zekere tesamenhang en offer daardoor de tijdsorde op.

[pagina 53]
[p. 53]

1

De heer W. Moens heeft in 's-Gravenhage een lezing gehouden over de Vlaamse letterkunde, waarin hij de letterkunde koppelt aan ethische en politieke vraagstukken. Het is weer het oude liedje. De beweging van tachtig heeft de dominé's door de voorpoort uit de letterkunde verjaagd en door de keukendeur zijn de kosters er weer binnengekomen.

De heer W. Moens heeft ongeveer gezegd van zijn jonge tijdgenoten: ‘Zij geloven in de gemeenschap, in de culturele taak der politiek en al wat maar sociaal is.

In haar schild schrijft deze groep: de eenheid van leven en kunst. Voor deze strijd willen deze jongeren wat doen, desnoods in de gevangenis zitten. Zij gaan uit van de romantische stelling: Beter een goed mens zijn, dan goede boeken schrijven! Is er geen tijd tot schrijven, dan schrijven we niet,.... literatuur is niet alles!....

Dus is hun poëzie een poëzie die preekt.’

Die poëzie, welke weer preekt, is al een zonderling verschijnsel; maar de geestesgesteldheid van de man die er prijs op stelt om een goed mens te zijn, liever dan een belangwekkend mens, is nog zonderlinger.

Het is natuurlijk best, uitstekend, dat de heer W. Moens liever een goed mens dan een goed schrijver is. Ik vind dat bepaald aandoenlijk. Maar dan belet niets hem om van schrijven af te zien en om zich verder geheel aan de middernachtzending te wijden. Op die wijze zijn wij hem in de litteratuur met goed fatsoen kwijt en de beginselvaste zondaars zullen zelf wel zorgen dat zij geen last van hem hebben.

Het is dus weer het misverstand, dat een vaderlandse instelling geworden is. Van het ogenblik af dat men schrijver wil zijn, heeft men geen andere taak ter wereld dan goede boeken schrijven. Hoe men dat doet gaat ons niet aan, evenmin of die boeken zedelijk of onzedelijk, maatschappelijk of onmaatschappelijk, godsdienstig of antigodsdienstig zullen zijn. Het staat ieder vrij om zedelijke, sociale en religieuze geschriften boven onzedelijke, asociale en antireligieuze te verkiezen. Maar

[pagina 54]
[p. 54]

dat is een strikt persoonlijke keuze, welke buiten alle letterkundige overwegingen om gaat. Ieder is vrij om zijn eigen houding tegenover de verschijnselen in de wereld van het drukwerk te bepalen. Maar ik heb er bezwaar tegen dat men verwarring sticht, door denkbeelden van geheel verschillende categoriën door elkaar te haspelen. De schoonheidsleer houdt zich nu eenmaal alleen maar bezig met de uitingen van de menselijke geest voor zoverre ze schoon zijn of liever schoon gevonden worden. En daarbij moet ‘schoon’ nog beschouwd worden als een persoonlijk en wisselend begrip. Een boek als dat van Ivo Drauhls of de poëzie van De Clercq uit De Noodhoorn kan van overwegend belang zijn voor de Vlaamse strijd. Ik neem dit gaarne aan. En ieder die de geschiedenis van die strijd schrijft zal dus met deze uitgaven geducht rekening houden. Maar is dàt een reden om ze nu ook tot de letterkunde te gaan rekenen? En valt, omgekeerd, een boek buiten de letterkunde omdat het van geen enkel belang voor de Vlaamse Beweging is?

De boeken van Pierre Lhande schijnen kostelijke grondstof voor de katholieke werfdienst te bevatten. Zijn ze dáárom een plaats in de Franse letterkunde waardig? Het is denkbaar dat een boek maatschappelijk of godsdienstige bewegingen dient en tegelijkertijd kunst is. Dit is niet noodzakelijk. En als de heer W. Moens geen belang in de letterkunde stelt, dan is dat zijn goed recht, maar ik vraag mij af waarom hij er zijn neus in steekt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken