Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De droeve, ende blyde wereldt (1671)

Informatie terzijde

Titelpagina van De droeve, ende blyde wereldt
Afbeelding van De droeve, ende blyde wereldtToon afbeelding van titelpagina van De droeve, ende blyde wereldt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De droeve, ende blyde wereldt

(1671)–Joan de Grieck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Behelsende vele treurighe gheschiedenissen, belacchelycke kluchten, heerlycke leeringen, ende andere ongemeene aerdigheden


Vorige Volgende

De ghestrafte meyneedigheyt.

HEt gebeurde op seker tydt dat de Grootvorst van Moskovien een

[pagina 24]
[p. 24]

aenslagh op Lyvonien voornam, en met dit voor-nemen een groot heyr vergaderde, dat ghelyckelyck op dit lantschap quam storten, ende velden wyt en breet verwoetste. De genen, die in de steden, en vaste plaetsen waren, ontquamen dese eerst overvallingh. De Moskoviters, dit ghedaen hebbende, begaven sich tot het belegeren van de vastigheden, daer af sy eenighen met ghewelt, en anderen by verdrach, wonnen. Sy quamen eyndelijck aen de stadt Velin, tamelyck vast van muren, maer die een burght hadt, op een hooghe rots ghesticht, en die onwinnelijck gheacht wierdt. De Grootmeester der Theutonnen bevont sich daer, om dese plaets te beschermen. Hy, een tamelyck langh belegh afghestaen, en de muer door de scheuten van't grof gheschut heel ghebroken en neergheworpen siende, oordeelde datmen de stadt niet langer bewaren kon. Hy verliet haer dies

[pagina 25]
[p. 25]

halven, om sich met al't kostelijckste datter in de stadt was, en met al de voor-raet, die daer ghevonden wiert, in de burght te begeven. De stadt, dus verlaten sijnde, wiert terstont door de Moskoviters verdelght: maer de mueren vielen op hun hoofden, uyt oorsaeck van de haghel van't gheschut uyt de burght, die over de stadt gheboodt, en van boven neer daer in donderde, in voeghen dat dese verweringh hun meer schadelyck, dan nut was. De Veltoverste bleef hardneckigh voor de burght, die hy, oft met ghewelt, oft door uyt hongheringh wilde veroveren, vermits soo veel volck daer in geweken was, dat de lyftocht niet langh by hun duren kon. Eenighe kryghslieden, die misnoeght en oproerigh waren, dit voorsiende, besloten een muyttery te maken, om hun leven te berghen, en ryck te worden. Sy wisten dat de Grootmeester groote schatten vergadert hadt, die alle in de-

[pagina 26]
[p. 26]

se burght, de beste zyner vestinghen, besloten waren, en dat hy om dese oorsaeck sich noyt by verdrach overgeven sou, en hun alle uyttersten sou doen lyden. Sy tasten dies halven hem en de voornaemste hoofden aen, bonden hun alle, brachten hun in ghevanghenis, en maeckten daer naer hun verdrach met d'overste der belegghers, aen de welck sy beloofden onghewapent uyt te trecken, soo sy alleenlyck hun leven en goederen moghten behouden. Doen dit verdrach ghemaeckt, en in Wilhelmus naem, van de welck sy seyden last te hebben geteeckent was, packten sy hun reystuygh, voerden al de schatten van de Grootmeester mé, en trocken wech. Men vraeghde hun in't uyt-trecken, waer de Grootmeester bleef. Sy antwoorden, dat hy sieck was, en dat sy gheloofden, datmen naer d'inhout van't verdrach, een sekere gheleydde aen hem geven sou. Dit wiert aenge-

[pagina 27]
[p. 27]

nomen. De Moskoviters, in dese plaets ghekomen, vonden Wilhelmus, met zijn voornaemste hooftlieden, in de ghevanghenis ghestommelt, en verstonden van hun het verraet, dat hun kryghslieden aen hun ghedaen hadden sonder eenigh ander voornemen, dan hun schatten te rooven. Dese verradery mishaeghde soodanigh aen de Veltoverste der Moskoviters, dat hy de vluchtighen naer de jagen, die, langhsamelyck voortreckende, uyt oorsaeck van hun reystuygh, achterhaelt en verslaghen wierden. De roof die sy mé voerden, soo veel, als moghelyck was, bewaert sijnde, wierdt, naer de voorwaerden van't verdragh aen de Grootmeester, en aen sijn oversten weerghelevert, die haer weerkreghen, en besaten, en niet dese bloyhertighe roovers, die hem gherooft hadden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken