Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De droeve, ende blyde wereldt (1671)

Informatie terzijde

Titelpagina van De droeve, ende blyde wereldt
Afbeelding van De droeve, ende blyde wereldtToon afbeelding van titelpagina van De droeve, ende blyde wereldt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De droeve, ende blyde wereldt

(1671)–Joan de Grieck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Behelsende vele treurighe gheschiedenissen, belacchelycke kluchten, heerlycke leeringen, ende andere ongemeene aerdigheden


Vorige Volgende

Iets kluchtighs tot versoetingh van't voorgaende.

KOningh Hendrick de IV. stont eens om in seker Stedeken te komen, welckers inwoonders seer rou, en ongepolystert waren; Doen sy niet wisten, hoe sy hem moesten in halen, en wat schenckaesie sijn Majesteyt moeste ghedaen worden, schoot hun voor, hoe een hunner mede-borgeren, over etlijcke jaren te Parys gheweest was, welck luck gheen van hun allen oyt ghenoten hadt; Daer wierdt dan goet ghevonden, datmen sijn oordeel, in soo grooten saeck moest hooren; want eens te Parys gheweest hebbende, moest hy sich op soo wightighe voorvallen, beter als sy deden, verstaen.

[pagina 100]
[p. 100]

Soo de quant ontboden en ghekomen was, verhaelden sy in't breedt, de geweldighe swarigheydt, daer sy in waren, om dat hun onbekent was, hoe de Koningh verwilkomt moest worden. Sy baden hem, dewyl hy te Parys gheweest hadt, sijn goetduncken daer over te verklaren, en te segghen wat schenckagie sy hem van hun Landt-vruchten behoorden te doen; dewyller gheen andere waren, als vyghen en pyn-appels, van welcke twee soorten sy de Koningh, de gene die hy t'alderghevoeghelijckste oordeelde, souden aenbieden: Dese man, gheweldigh hoogh in sijn wapen, om dat hy over een saeck wierdt aenghesproken, waer in hy alsoo onkundigh was als sy, evenwel de betweet spelen willende, gaf voor antwoordt: dat sy hem souden laten betyen, raede hun, de Koningh met vyghen te beschencken, en sy, datmen ses silvere beckens sou laten maken, om die slagh van vruchten daer in te doen,; Met

[pagina 101]
[p. 101]

een sou hyer voor uijt gaen, en vyf der aensienlyckste van de Stadt, moesten de overighe achter aen draghen, die sorghen souden, van hem, in alles juyst naer te volgen, op dat sy in geen dingh in't minste moghten verschillen. Doen de beckens nu ghevult waren, lietmen de Coningh aen-dienen, datter eenige van de Stadt daer toe versocht, hem versochten te begroeten; Syn Majesteyt dé hun in-komen: die de rest sou aenleyden, stapte voor uyt, en sonder acht te nemen, dat hy twee trappen af moest gaen, het hooft in de windt ghesteken, en recht overende strevende, mist hy niet, van soo langh als hy was, ter aerdt te vallen. De vyf andere die hem volghden, order hebbende, van hem in alle dingen pertinentelijck naer te bootsen, meynende, dat het een diepe eerbiedenis was, die de Coningh op soo een manier moest ghedaen worden, faelden niet van sich oock, soo veel als sy waren,

[pagina 102]
[p. 102]

ter aerde te storten, en hun vyghen, ghelyck die voor uyt tradt, ghedaen hadt, wydt en sydt te stroyen. De staet van hovelinghen, soo uytspoorighe ape-treken beschouwende, raepten de vijghen in allerhaest op, en wierpense dese gauwe Gesanten naer de kop, die van d'aert opghestaen sijnde, hun beschaemden Leytsman volghden, en hem tot sijn huys toe vergheselschapten: Daer-was het dat hem sijn mede-mackers, in teghenwoordigheydt der uytstekenste van de Stadt, die de uytkomst van den handel verwachten, groote dancksegghinghen deden, heffende sijn vernuft ten hemel; van weghen den treffelijcken raedt die hy hun ghegheven hadt, van sijn Majesteyt met vijgen te beschincken, want seyden sy, Soo het pyn-appels gheweest waren, ons dat steenigh tuygh ghelyck sy de vyghen deden, naer t'hooft werpende, was het duysent teghen een gheweest, soo wyer t'leven af-gebraght hadden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken