Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De droeve, ende blyde wereldt (1671)

Informatie terzijde

Titelpagina van De droeve, ende blyde wereldt
Afbeelding van De droeve, ende blyde wereldtToon afbeelding van titelpagina van De droeve, ende blyde wereldt

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.88 MB)

ebook (3.14 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De droeve, ende blyde wereldt

(1671)–Joan de Grieck–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Behelsende vele treurighe gheschiedenissen, belacchelycke kluchten, heerlycke leeringen, ende andere ongemeene aerdigheden


Vorige Volgende

Den onghenooden gast.

EEn doortrapt Spaenjaerdt, op de vrye slemp dapper af-gevaerdight hoorde veel segghen van de groote neerstigheydt, die seker ryck man, om veel gelt te winnen, aenwende; oock liep t'gherucht, t'gheen waer was, dat hy een goede tafel hiel; de Spaenjaerdt achte, dat dese rijckert te slim was, om van eenigh gelt, door loosheydt ghesnoten te worden, dies hy hem liet genoeghen, hem maer een goey maeltijdt t'ontstelen; Om hier toe te komen, hadt hy d'uer, wanneer de ryckert aen tafel gingh verspiet, en klopte juyst op die tijdt als hy middagh-ma-

[pagina 122]
[p. 122]

len sou, aen de deur; een jonghen die openende, vraeghde hy, oft t'Heerschap t'huys was? die ja antwoorde; kan ick hem spreken, hy weer? Niet wel sy de jonghen, want hy is bereydt te gaen eten: Ey mijn vrindt, sprack de Spaenjaerdt, gaet seght hem, dat het noodigh is, dat ick hem strack spreeck want ick hem iet, daer aen ten hooghsten gheleghen is, te segghen heb, t'welck oock gheen uytstel lijden kan. De jonghen liep, en sy het aen sijn Meester, die hem, hoe wel hy sijn handen al wiesch, om ter tafel te gaen evenwel liet in komen. Hy, dé binnen komende, al die daer waren, groote eerbewijsinghen, en versocht t'Heerschap een woordt oft twee te moghen in't oor luysteren, dit toeghelaten sijnde, sy hy: Mijn Heer, indien ghy lustigh sijt, ick kan u terstont thien duysent kroonen in ghereedt geldt doen winnen: De rycke fockert, hier scherp naer hoorende, sy:

[pagina 123]
[p. 123]

Dat sou my wel dienen, maer isser oock eenighe swarigheydt in? Neen Heer, antwoorde hy, t'bestaet maer alleen in u self. Segh my dan, hy weer wat is het? Mijn Heer, sy dese, dat is van soo langhen aessem, dat ick u die bereydt staet te middagh malen, te langh sou ophouden; maer ick sal, terwijl ghy eet, gaen wandelen, en u, als ghy ghedaen hebt, weer komen spreken: De ryckert, naer dese winst dapper verlanghende, vreesde dat dese kabouter iemandt ontmoeten moght, die hem dit vetje uijt de neus streeck; Neen, mijn vriendt, sy hy, eet met ons, en naer de maeltijdt kondt ghy't my met ghemack verhalen; Dit waren de koten, die desen hongherighe gast socht: even-wel liet hy hem een weynigh noodighen; doch ghehoorsaemde terstondt: Hy sette sich aen tafel, en misschien dien, en de voorgaende dagh, niet veel ghegheten hebbende, vergat niet sijn pens vol te

[pagina 124]
[p. 124]

proppen, sonder eenighe tafel redenen, terwyl men at, te ghebruycken; door vrees van sijn bekomst niet te krijghen, stofferende sijn buyck voor dien ende volghende dagh, niet vergetende de spijs met wijn dapper te bevochtighen. De maeltijdt ghedaen en de kost opghenomen sijnde, nam de ryckert, die vast op de buyt vlamde, sijn gast by de handt, segghende: Gaen wy in mijn vertreck, daer wy van dese saeck breeder sullen spreken: daer sijnde, vraeghde hy, oft dit profijt seker gongh, en oft in ghereet gelt, ghelijck hy gheseydt hadt, bestondt? Ia myn Heer, sy d'ander. Is't niet soo dat ghy u Dochter uijt-ghetrout, en daer twintigh duysent kroonen mé ghegheven hebt? Waer op ja gheantwoordt sijnde, voer hy voort. Noch hebt gy der een, die onghehouwt is, denckt ghy met haer oock soo veel niet te gheven als sy trouwt? Dat's betamelijck, sy de ryc-

[pagina 125]
[p. 125]

kert. Wel, sy de Spaenjaerdt soo ghy haer my ten houwelijck wilt gheven, ick sal my met thien duysent kroonen laten ghenoeghen, siet daer thien duysent kroonen in ghereedt geldt voor u ghewonnen. d'Onnoosle ryckert was soo onsteld van dus uyt-ghestreken te sijn, dat hy hem al vloeckende, t'gat van de deur wees, daer d'ander die van te voren die rekeningh al ghemaeckt hadt, sich weynigh aen stoorde, maer sijn wegh gaende, de rycke fockert voor sijn middagh-mael uijtlachte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken